Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voorwoord<br />
Als gevolg van de hoge afvoeren in de Rijntakken in de afgelopen jaren is er volop belangstelling<br />
van zowel de politiek als de maatschappij voor de Rijn. In het beleid is gekozen voor vergroting<br />
van de afvoercapaciteit van de Rijn door het verruimen van het doorstroomprofiel. Voor de<br />
realisatie van dit beleid is veel kennis van het morfologisch gedrag van de rivieren nodig. Vooral<br />
kennis over splitsingspunten is cruciaal. Veranderingen in de morfologie van de splitsingspunten<br />
hebben immers invloed op de water- en sedimenthuishouding van het hele benedenstroomse<br />
gebied.<br />
In de jaren 1997-1998 zijn er daarom in opdracht van het Rijksinstituut voor Integraal<br />
Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) meetcampagnes uitgevoerd rond het<br />
splitsingspunt Pannerdensche Kop. Bij de uitwerking van de meetgegevens is het Departement<br />
Fysische Geografie van de <strong>Universiteit</strong> <strong>Utrecht</strong> nauw betrokken geweest. Dit heeft onder andere<br />
geresulteerd in twee proefschriften (Wilbers 2004 en Kleinhans 2002).<br />
In de jaren 2002-2004 zijn opnieuw splitsingspuntmetingen uitgevoerd, dit maal op de<br />
splitsingspunten IJsselkop en Merwedekop. De meetgegevens zijn wederom grotendeels uitgewerkt<br />
door het Departement Fysische Geografie (opdracht RI-3846A). Voor de uitwerking van de<br />
Merwedekopmetingen wordt verwezen naar het <strong>rapport</strong> ‘Sedimenttransport op de Merwedekop<br />
tijdens de hoogwaterperiode van 2004’ (Frings 2005). De uitwerking van de IJsselkopmetingen<br />
staat beschreven in dit <strong>rapport</strong>. Een overzicht van de belangrijkste bevindingen in dit <strong>rapport</strong> is te<br />
vinden in de samenvatting aan het begin (engelstalig), en (meer uitgebreid) in de synthese aan het<br />
eind.<br />
Voor de totstandkoming van dit <strong>rapport</strong> is grote dank verschuldigd aan Maarten Kleinhans van<br />
het Departement Fysische Geografie. Ook de begeleiding van Janrik van den Berg, Leo van Rijn en<br />
Ward Koster wordt zeer gewaardeerd. Het <strong>rapport</strong> was echter nooit mogelijk geweest zonder de<br />
uitstekende dataset, welke te danken is aan de inzet van de leden van de meetdienst van<br />
Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland. Tot slot gaat een woord van dank uit naar het RIZA (met<br />
name Leonie Bolwidt, Wilfried ten Brinke, Peter Jesse en Leo van Hal), in de eerste plaats voor het<br />
verstrekken van de opdracht, maar vooral ook voor de plezierige samenwerking tijdens de barre<br />
omstandigheden van de meetcampagnes van de afvoergolf van januari 2004.<br />
II