Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Eigentijds rapport - Faculteit Geowetenschappen - Universiteit Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De vorm van de duinen op de IJsselkop was enigszins afwijkend van de vorm van de duinen in<br />
andere rivieren. De duinen rond de IJsselkop hadden een vormfactor van ongeveer 1.08, terwijl<br />
1.15 gebruikelijk is (Wilbers, pers. comm., op basis van metingen in verschillende rivieren van over<br />
de hele wereld). De duinen op de IJsselkop waren daarmee veel minder bolvormig. Dit wijst<br />
mogelijk ook op een gebrek aan transporteerbaar sediment op de IJsselkop. In de Zandmaas, waar<br />
de sedimentmobiliteit ongeveer vergelijkbaar is met die op de IJsselkop, bleek eerder al dat de<br />
vormfactor van de duinen klein was (circa 1.05, zie Frings 2002, 2003).<br />
Migratiesnelheid (m/dag)<br />
100<br />
50<br />
PK*<br />
2004<br />
Pan. Kop<br />
(Wilbers 1999)<br />
IJ 2004<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50<br />
Duinlengte (m)<br />
a<br />
Migratiesnelheid (m/dag)<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
29-1<br />
26-1<br />
22-1<br />
16-1<br />
NR 2004<br />
19-1<br />
0 5 10 15<br />
Duinlengte (m)<br />
b<br />
Migratiesnelheid (m/dag)<br />
c<br />
100<br />
d<br />
1.4<br />
PK<br />
Pan. Kop<br />
2002 (Wilbers 1999)<br />
2002: Λ/Δ = 23<br />
50<br />
0.7<br />
2004: Λ/Δ = 29<br />
NR 2002 IJ 2002<br />
0<br />
0.0<br />
0 10 20 30 40 50<br />
0 10 20 30<br />
Duinlengte (m)<br />
Duinlengte (m)<br />
Duinhoogte (m)<br />
Figuur 50<br />
Onderlinge relaties tussen duinkarakteristieken: a) De relatie tussen duinlengte en migratie in de<br />
IJssel en het Pannerdensch Kanaal in 2004. b) De relatie tussen duinlengte en migratie in de<br />
Nederrijn in 2004. c) De relatie tussen duinlengte en migratie op de IJsselkop in 2002. d) De<br />
relatie tussen duinlengte en duinhoogte op de IJsselkop in 2002 en 2004. Alle gebruikte data zijn<br />
afkomstig uit bijlage 5. Op de bijbehorende data-DVD zijn ook grafieken te vinden van de<br />
migratiesnelheid als functie van de duinhoogte. Deze vertonen hetzelfde patroon, omdat de<br />
duinlengte en duinhoogte onderling sterk gecorreleerd zijn (zie fig. d). PK* = Pannerdensch<br />
Kanaal 22-29 januari 2004.<br />
5.7.3 Onderlinge relaties tussen de duinkarakteristieken<br />
De uitgebreide dataset met gegevens over de duinkarakteristieken bij verschillende afvoeren biedt<br />
de mogelijkheid de onderlinge relaties tussen deze variabelen te bepalen. De resultaten staan<br />
afgebeeld in figuur 50 (voor de werkwijze, zie bijlage 5).<br />
Er blijkt dat de migratiesnelheid van de duinen op de IJsselkop omgekeerd evenredig was<br />
met de duinlengte. Een dergelijk verband kwam ook naar voren uit de analyse van de<br />
Pannerdensche Kopdata (Wilbers 1999). Er was echter een duidelijk verschil tussen de curves van<br />
de IJsselkop en die van de Pannerdensche Kop. Duinen op de Pannerdensche Kop met dezelfde<br />
lengte als duinen op de IJsselkop waren steevast sneller (fig. 50 a,c). Dit komt waarschijnlijk door<br />
verschillen in korrelgrootte (het sediment op de IJsselkop is grover dan dat op de Pannerdensche<br />
Kop).<br />
Het verband tussen migratiesnelheid en duinlengte op de IJsselkop was duidelijk verschillend<br />
voor de verschillende riviertakken. De duinen in de IJssel waren relatief het langzaamst, de duinen<br />
in het Pannerdensch Kanaal het snelst. Dit is in overeenstemming met de hypothese dat de<br />
sedimentbeschikbaarheid in de Pannerdensch Kanaal groter was dan in de IJssel, maar het kan<br />
39