1 - VU-DARE Home
1 - VU-DARE Home
1 - VU-DARE Home
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
101<br />
aanhanger van Mysticisme werd en sedert gebleven was,<br />
behoeft hier na al hetgeen in hoofdstuk II gezegd is geen<br />
nader bewijs. Later, in hoofdstuk VII, komt de bespreking<br />
van dit beginsel weer aan de orde.<br />
Naast dit bewust element in de Gereformeerde religie,<br />
verdient, ten aanzien van den oorsprong dezer idee,haar<br />
ernstig karakter nadere overweging.<br />
De Godsopenbaring brengt den gevallen mensch niet<br />
enkel kennis van God, van Zijn Wezen, Wil en Wet, doch<br />
ook kennis van zichzelf; dat wil in de eerste plaats zeggen:<br />
kennis van zijn ellende en diepen val. Met deze kennis begint<br />
dan ook de Heidelbergsche Catechismus zijn eerste deel.<br />
De Heidelberger dooft eerst alle fakkel van mensclielijke<br />
gerechtigheid, onderwijl God in den ratelenden donder en<br />
in den, van alle zijden losschietenden, bliksem tot den<br />
mensch komt met de gestrenge eischen Zijner Wet. Pas in<br />
het tweede deel laat de Heidelberger het volle licht van<br />
de verlossing in Christus over de donkerheid opgaan. Let<br />
wel, de verlossing alleen en altijd in Christus, want nog<br />
in antwoord 114 wordt beleden dat«ook de allerheiligsten<br />
zoolang als zij in dit leven zijn, maar een klein beginsel<br />
dezer gehoorzaamheid hebben.»<br />
Deze hoogst ernstige opvatting nu van de eischen der<br />
Wet eenerzijds, en van's menschen diep bederf anderzijds,<br />
heeft onder de Gereformeerden die niets en niemand ontziende<br />
tucht in het leven geroepen, waarvan het historieblad<br />
gewag maakt en waarin de Gereformeerde leer haar<br />
schoonste vrucht voor de levenspractijk ziet, alsook het<br />
voldingendst bewijs, dat zij niet «zorgelooze en goddelooze<br />
menschen» maakt, i) Men denke voor Zwitserland<br />
1) Dr. P. J. KHOMSIGT, J. Kno.c als Kerkhervormer, p. 74; De Gereformeerden