alkemade landelijk gebied west
alkemade landelijk gebied west
alkemade landelijk gebied west
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. Ecologie<br />
21<br />
4.1. Inleiding<br />
De natuurwaarden van het plan<strong>gebied</strong> worden beschreven aan de hand van gegevens over de<br />
vegetatie en vogels. Deze gegevens zijn afkomstig van de provincie Zuid-Holland, de Werkgroep<br />
Ade en de Weidevogelwacht Rijpwetering en omstreken. Deze gegevens dateren uit de<br />
periode 1984-1995. Vervolgens wordt de invloed van de autonome ontwikkelingen op deze<br />
waarden beschreven. Ten slotte wordt de ecologische beleidsuitgangspunten geformuleerd.<br />
4.2. Ecologische structuur<br />
Algemeen<br />
Het plan<strong>gebied</strong> bestaat vrijwel geheel uit veenweide<strong>gebied</strong> dat, wat betreft het agrarische gebruik,<br />
vrijwel volledig in gebruik is ten behoeve van de grondgebonden veehouderij. Het <strong>gebied</strong><br />
vormt een verbindende schakel tussen het Kagerplassen<strong>gebied</strong> en het centrale deel van het<br />
Groene Hart.<br />
De kenmerkende natuurwaarden worden bepaald door het samenspel van bodem, waterhuishouding<br />
en agrarisch grondgebruik. De natuurwaarden in het plan<strong>gebied</strong> zijn over het algemeen<br />
hoog, met name ten aanzien van de weidevogels. Om die reden is het <strong>gebied</strong> ten noorden van<br />
de provinciale weg begrensd als beheers<strong>gebied</strong> in het kader van de Relatienota. In de polder<br />
Waterloos is een klein reservaat<strong>gebied</strong> aanwezig dat in eigendom en beheer is van Staatsbosbeheer<br />
en dat onderdeel uitmaakt van een complex van reservaat<strong>gebied</strong>en in het Kagerplassen<strong>gebied</strong>.<br />
Vegetaties (zie figuur 5)<br />
De graslandvegetaties in het gehele plan<strong>gebied</strong> zijn vooral kenmerkend voor vochtige, voedselrijke<br />
milieutypen met een intensief agrarisch grondgebruik; de vegetatie is hoofdzakelijk soortenarm.<br />
De vegetatiekundige waarden zijn vooral geconcentreerd in de sloten en oevers. Duidelijke<br />
concentratie<strong>gebied</strong>en met waardevolle vegetaties zijn echter niet aan te wijzen. Plaatselijk<br />
en zeer verspreid zijn nog soortenrijke vegetaties aanwezig die kenmerkend zijn voor vochtige<br />
tot natte voedselarme milieutypen. Aangetroffen soorten zijn hier onder meer echte koekoeksbloem,<br />
stijve waterranonkel en krabbescheer. De aangetroffen waardevolle vegetaties<br />
vormen een restant van de vroegere botanische rijkdom: uit provinciale vegetatiekarteringen<br />
blijkt dat de natuurwaarde van sloot- en oevervegetaties in de periode 1976-1991 aanzienlijk is<br />
afgenomen. Alleen in het reservaat<strong>gebied</strong> in de Polder Waterloos is sprake van een toename<br />
van de vegetatiewaarden en zijn bovendien ook soortenrijke graslanden aanwezig.<br />
Vogels (zie figuur 4)<br />
In vergelijking tot omliggende regio's is het plan<strong>gebied</strong> van relatief grote betekenis voor weidevogels<br />
en voor doortrekkende en overwinterende vogels. Deze soorten komen met name voor<br />
op vochtige tot natte voedselrijke graslanden. Behalve het vochtige graslandkarakter vormen<br />
ook de openheid en de rust belangrijke factoren. Voor de weidevogels is tevens de intensiteit<br />
van het agrarisch grondgebruik in het voorjaar van belang. Omdat dit grondgebruik de laatste<br />
decennia is geïntensiveerd zijn de weidevogelpopulaties in omvang afgenomen, vooral als gevolg<br />
van vroeger maaien en beweiden in combinatie met een verlaagde grondwaterstand. Ook<br />
de verstoring door verkeerslawaai speelt daarbij een rol. Veel agrariërs in het plan<strong>gebied</strong> werken<br />
echter mee aan vrijwillig weidevogelbeheer of hebben beheersovereenkomsten afgesloten<br />
in het kader van de Relatienota. De laatste 10 jaar is er sprake van een stabilisatie van de weidevogeldichtheden<br />
op een nog altijd hoog niveau. In figuur 4 is globaal aangegeven welke polders<br />
het meest waardevol zijn. In dit kaartbeeld zijn de gegevens van de Werkgroep Ade, de<br />
weidevogelwacht Rijpwetering en de provincie Zuid-holland gecombineerd. Deze aanduidingen<br />
zijn indicatief; op grote afstand van wegen en bebouwing zijn de dichtheden veelal beduidend<br />
hoger dan elders en broeden nog grote aantallen scholeksters, kieviten, grutto's en tureluurs en<br />
kleinere aantallen slobeenden en zomertalingen.<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
103.7913.00