alkemade landelijk gebied west

Bijlage 1. Beleidskader 5
Waterhuishoudingsplan Zuid-Holland (provinciaal beleid, 1991)
In het Waterhuishoudingsplan Zuid-Holland is het rijksbeleid ingevolge de Derde Nota Waterhuishouding
uitgewerkt. In dit plan zijn het Waterkwaliteitsplan, het Waterkwantiteitsplan en het
Grondwaterplan geïntegreerd. Hoofddoelstelling is het instandhouden van gezonde waterhuishoudkundige
systemen, die een duurzaam gebruik garanderen.
Het Waterhuishoudingsplan kent functies toe aan oppervlaktewateren en aan freatisch en diep
grondwater. Om duurzaam en multifunctioneel gebruik van water te waarborgen worden voor
iedere functie bepaalde waterkwaliteits- en waterkwantiteitsdoelstellingen nagestreefd. Daarbij
kunnen eisen worden gesteld aan inrichting en watersystemen. In het plangebied heeft het water
grotendeels een functie ten behoeve van de veeteelt.
Waterbeheersplan 2000-2003 (1999)
Hoogheemraadschap van Rijnland heeft samen met de Waterschappen De Oude Rijnstromen,
Wilck en Wiericke en Groot-Haarlemmermeer het Waterbeheersplan 2000-2003 (WBP 2) opgesteld.
Het Hoogheemraadschap en het Waterschap De Oude Rijnstromen zijn de waterbeheerders
in het plangebied.
Het beleid van WBP 2 richt zich op meer ruimte voor water:
- meer ruimte voor water in stedelijk gebied;
- meer ruimte voor water in zijn natuurlijke omgeving;
- anders omgaan met regenwater;
- versterken van natuurontwikkeling daar waar het kan;
- versterken van het waterbelang in de ruimtelijke ordening;
- versterken van de rol van waterschappen als maatschappelijke partners.
In het WBP 2 wordt het plangebied voornamelijk aangeduid als agrarisch gebied met natuurwaarden,
het zuidwestelijk deel is aangeduid als veehouderijgebied. Binnen de mogelijkheden
van de waterbeheerder wordt het waterbeheer zoveel mogelijk afgestemd op deze grondgebruiksfuncties.
De waterbeheerders hebben voor de planperiode van het WBP 2000 geen specifieke
waterhuishoudkundige projecten gepland voor het plangebied.
Beleid voor wat betreft dempingen
(uit: Waterbeheersplan 2000-2003; Hoogheemraadschap van Rijnland)
Het dempen van water is slechts toegestaan als dat het algemeen nut ten goede komt, of noodzakelijk
is voor het continueren van de bedrijfsvoering. Daarbij is het dempen van water in principe
slechts toegestaan als (bij voorkeur in de directe nabijheid) in hetzelfde peilgebied, 100%
wordt gecompenseerd. Wanneer het voor de aanvrager niet mogelijk is om in de directe nabijheid
en in hetzelfde peilgebeid te compenseren, dan is afkoop mogelijk. De afkoopsom wordt
door de waterbeheerder gebruikt om de te compenseren hoeveelheid open water te realiseren
in hetzelfde peilgebied of in een peilgebied met een geringere waterberging en navenant grotere
problemen in wateraan- en afvoer en peilfluctuaties. De aankoopsom is tenminste gelijk
aan de kosten van grondaankopen en aanleg van de waterpartijen.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
103.7913.00