21.04.2014 Views

alkemade landelijk gebied west

alkemade landelijk gebied west

alkemade landelijk gebied west

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Planvorm en bestemmingsregelingen 70<br />

Nieuwe agrarische functies<br />

Voor nieuwe agrarische functies zijn met name in het "primair agrarisch <strong>gebied</strong>" mogelijkheden<br />

aanwezig. Verwezen wordt naar artikel 6 lid 4 en de tabellen 1 t/m 3. Daarbij is voor volwaardige<br />

en reële agrarische bedrijven ook de toekenning van nieuwe bouwsteden/bouwvlakken geregeld<br />

door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO. Hierbij is onder andere<br />

rekening gehouden met eventuele milieuproblematiek door toepassing van planwijziging uit te<br />

sluiten indien niet aan de regelgeving op milieu<strong>gebied</strong> kan worden voldaan (zie artikel 33).<br />

Voor een goede plantoepassing is van belang dat ook in de praktijk een duidelijk onderscheid<br />

kan worden gemaakt tussen volwaardige/reële agrarische bedrijven, deeltijdbedrijven en hobbyboeren<br />

(zie artikel 1 lid 17 t/m 20).<br />

Om een dergelijk algemeen onderscheid in de praktijk handen en voeten te geven en op concrete<br />

situaties te kunnen toepassen dient een agrarisch deskundige te beoordelen of er sprake<br />

is van een volwaardig of reëel agrarisch bedrijf. Verwezen wordt naar artikel 2 lid 3.<br />

Met betrekking tot niet-agrarische neventakken op agrarische bedrijven, waarin in de tabellen<br />

ook wordt voorzien, wordt verwezen naar artikel 1 lid 21 en 22 en paragraaf 10.5 onder "deeltijdlandbouw".<br />

Nieuwe niet-agrarische functies<br />

Wanneer het om nieuwe niet-agrarische functies gaat mogen geen nieuwe woningen worden<br />

gebouwd. Het aantal woningen mag wel worden uitgebreid voorzover wordt gebruikgemaakt<br />

van bestaande gebouwen, bijvoorbeeld ingeval van woningsplitsing van voormalige boerderijen.<br />

Ingeval van nieuwe functies op agrarische bouwsteden en bouwvlakken dient overigens gebruik<br />

te worden gemaakt van aanwezige bebouwing (tenzij kleiner dan 6 m² en geen kassen zijnde).<br />

Op deze uitgangspunten kunnen alleen uitzonderingen worden gemaakt indien:<br />

- niet-agrarisch gebruik wordt gecombineerd met agrarische bedrijfsvoering (deeltijdagrariërs;<br />

artikel 6 lid 7);<br />

- bestaande bebouwing bouwkundig in een zeer slechte staat verkeert (artikel 6 lid 8);<br />

- van bestaande bebouwing geen zinvol ander gebruik kan worden gemaakt, bijvoorbeeld<br />

ingeval van kassen of veestallen (artikel 6 lid 8);<br />

- een saneringssituatie aan de orde is; er is dan dringend verbetering gewenst van verschijningsvorm<br />

van gebouwen en/of inrichting van bouwvlak/bouwstede, waarbij daadwerkelijke<br />

sanering wordt "beloond" met de bouw van een (extra) woning (artikel 6 lid 9).<br />

Ingeval van nieuwbouw − anders dan ingeval van een saneringssituatie (artikel 6 lid 9) of ten<br />

behoeve van deeltijdagrariërs (artikel 6 lid 7) − dient de oppervlakte van de nieuwe bebouwing<br />

de helft kleiner te zijn dan die van de geamoveerde bebouwing (artikel 6 lid 8 onder b). Hiermee<br />

wordt voorkomen dat al te "lichtvaardig" tot nieuwbouw wordt besloten.<br />

Het plan voorziet niet alleen in niet-agrarische functies in combinatie met agrarische bedrijfsvoering<br />

of in plaats daarvan. Artikel 6 voorziet ook in de mogelijkheid voor vestiging van nieuwe<br />

niet-agrarische bedrijven op gronden die ingevolge hoofdstuk III een bedrijfsbestemming overeenkomstig<br />

het huidige gebruik hebben gekregen. In dit verband is de Staat van Bedrijfsactivi -<br />

teiten van belang. Hiermee kan worden voorkomen dat zich in het plan<strong>gebied</strong> bedrijven vestigen<br />

die daar qua milieuhinder niet thuishoren (tabellen 1 t/m 4 en artikel 6 lid 6).<br />

Artikel 7 Aanlegvoorschriften<br />

Verwezen wordt naar de paragrafen 10.14 (aanlegvergunningenstelsel) en 10.15 (convenant).<br />

Wat de toelaatbaarheidscriteria betreft wordt er op gewezen dat aanvragen vergezeld dienen te<br />

gaan van een (inrichtings)plan waarbij rekening moet worden gehouden met compensatie van<br />

natuurwaarden die verloren gaan en het tijdstip van het jaar waarop de activiteiten zullen<br />

plaatsvinden (bijvoorbeeld ingeval van de aanleg van wandel- en fietspaden en werkzaamheden<br />

aan leidingen). Hierdoor ontstaat een concreet afwegingskader bij de beoordeling van de<br />

toelaatbaarheid van de desbetreffende ingreep. Verder wordt het volgende opgemerkt:<br />

- bij de aanlegvoorschriften is uitdrukkelijk rekening gehouden met de diverse kwetsbaarheden<br />

en <strong>gebied</strong>skarakteristieken in de onderscheiden deel<strong>gebied</strong>en en − in relatie daarmee<br />

− met de belangen van de landbouw;<br />

- de aanlegvoorschriften gelden niet ter plaatse van bouwsteden of bouwvlakken en open<br />

erven bij bouwvlakken (gronden met de nadere aanwijzing (z));<br />

Adviesbureau RBOI<br />

Rotterdam / Middelburg<br />

103.7913.00

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!