alkemade landelijk gebied west

Inleiding 6
leid, mede door het globale karakter ervan, genoeg ruimte biedt voor een specifieke interpretatie
en toepassing gericht op het landelijk gebied. In het licht hiervan gelden voor het op te stellen
bestemmingsplan de volgende uitgangspunten.
Continuïteit en ontwikkeling van de grondgebonden veehouderij als "economische motor" voor
het plangebied is essentieel om de gebiedskwaliteiten te kunnen behouden en landschappelijke,
ecologische en milieudoelstellingen te kunnen realiseren.
Door dit streven als hoofduitgangspunt voor het bestemmingsplan te hanteren kunnen tevens
niet-agrarische doelstellingen voor een belangrijk deel worden bereikt. Hier wordt gedoeld op:
- behoud van het open veenweidelandschap;
- "ruimte" in de agrarische bedrijfsvoering voor milieu-investeringen en vrijwillig natuur- en
landschapsbeheer;
- behoud en versterking van de recreatieve belevingswaarde van het landelijk gebied.
Aldus kan tevens een zinvolle invulling worden gegeven aan vernieuwing van het landelijk gebied
als antwoord op veranderingen in de landbouw en versteviging van de plattelandseconomie
(plattelandsvernieuwing/creëren van economisch draagvlak). Een positieve, stimulerende
benadering, ook met oog voor economische potenties en ontwikkelingen, verdient hierbij de
voorkeur.
Voor de verbreding van rijksweg A4 en de aanleg van de HSL is een afzonderlijk bestemmingsplan
opgesteld. In deze toelichting wordt in de betreffende hoofdstukken kort aangegeven wat
de gevolgen voor het plangebied zijn van de aanleg van de HSL en de verbreding van de A4.
1.4. Werkproces
Draagvlak voor beleid moet reeds tijdens het werkproces worden verworven en hangt in sterke
mate af van de betrokkenheid van bestuurders en doelgroepen van beleid.
Op de volgende wijze is hieraan inhoud gegeven:
- organiseren van een workshop bij aanvang van het planproces teneinde bewoners, gebruikers
en leden van de klankbordgroep de gelegenheid te geven hun visie op ontwikkelingen
in het gebied te geven als mogelijke bouwstenen voor het bestemmingsplan (bijlage 7 bevat
een verslag van de workshop);
- opstelling van een Nota analyse en gebiedsvisie als voorloper van een voorontwerpbestemmingsplan
en bespreking van deze nota in een klankbordgroep met daarin vertegenwoordigers
van plaatselijke agrariërs en diverse organisaties en instanties (zie bijlage 2)
en in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening;
- nadere uitwerking van het idee om geen aanlegvergunningenstelsel toe te passen en in
plaats daarvan met een convenant te werken, zoals voor het bestemmingsplan Landelijk
Gebied Oost+ wordt uitgewerkt;
- intensieve betrokkenheid van genoemde klankbordgroep bij het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan;
- bespreking conceptbestemmingsplan in de raadscommissie voor ruimtelijke ordening.
1.5. Leeswijzer
Het voorliggende voorontwerpbestemmingsplan Landelijk Gebied West bestaat uit:
- voorschriften (met bijlagen);
- kaarten;
- een plantoelichting met een afzonderlijke bijlage.
Plantoelichting
De plantoelichting bevat de resultaten van inventarisatie en analyse per sector, steeds aan de
hand van de volgende aanpak: analyse van de bestaande structuur, beschrijving van het ontwikkelingsperspectief
en samenvatting van de voor het bestemmingsplan belangrijkste voorwaarden
voor behoud en ontwikkeling (hoofdstukken 2 t/m 8). Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat
de beschrijvingen in de hoofdstukken 2 tot en met 8 bedoeld zijn om alle aspecten die direct of
indirect voor het bestemmingsplan van belang zijn in kaart te brengen. Niet alle elementen uit
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
103.7913.00