alkemade landelijk gebied west

Bijlage 1. Beleidskader 2
Ruimtelijk ordeningsbeleid
Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (Rijksbeleid, 1991)
In de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra worden de hoofdlijnen van het rijksbeleid
ten aanzien van de ruimtelijke ordening tot 2015 weergegeven. Het beleid is gericht op het bevorderen
van een duurzame inrichting en ontwikkeling. De VINEX kiest voor versterking van de
Randstad en het Groene Hart, waar de gemeente Alkemade deel van uitmaakt.
Blauwe koers
In de VINEX worden voor het landelijk gebied vier koersen onderscheiden. De gemeente Alkemade
maakt deel uit van een gebied waar gekozen is voor de "blauwe koers". Dit betekent dat
het beleid gericht is op integratie van verschillende functies (verbreding plattelandseconomie)
waarbij specifieke regionale kwaliteiten richtinggevend zijn voor het te voeren beleid. In combinatie
met agrarische kwaliteitsproductie dienen ook andere functies als recreatie en toerisme,
natuurbeheer en landschapsbeheer de toekomstige ontwikkeling van het gebied te bepalen.
Extensivering in de landbouw vormt daarbij een goed middel om milieudoelstellingen te realiseren.
De ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur neemt in het beleid een belangrijke plaats
in. Mogelijkheden om de ecologische hoofdstructuur te kunnen combineren met agrarische bedrijfsvoering
moeten zoveel mogelijk worden benut.
Aanpassingsstrategie
Om de hierboven geschetste blauwe koers gestalte te kunnen geven, wordt in de VINEX gekozen
voor de aanpassingsstrategie. Dit betekent dat er een verandering moet optreden in de
mate waarin verschillende functies zich (mogen) ontwikkelen. Dit proces van aanpassing zal
echter geen ingrijpende veranderingen van de ruimtelijke hoofdstructuur tot gevolg mogen hebben.
Voor de instandhouding van de economisch zwakkere functies als natuur en landschap is,
naast planologische bescherming, ook ondersteuning door middel van beheer en inrichting
noodzakelijk.
Groene Hart, nadere uitwerking VINEX en Plan van Aanpak ROM-beleid (Rijks- en
provinciaal beleid, 1992)
Convenant
Begin 1992 is de in de VINEX aangekondigde nadere uitwerking van het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief
voor het Groene Hart verschenen. Deze uitwerking heeft de vorm van een convenant
gekregen tussen de rijksoverheid en de drie provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en
Utrecht. Voortbouwend op de beleidskeuzen uit de VINEX en het Nationaal Milieubeleidsplan
Plus wordt gekozen voor een gebiedsgericht ruimtelijk en milieubeleid. Dit beleid is gericht op
het handhaven en versterken van de karakteristieke kenmerken, een duurzame ontwikkeling
van met name de groene functies (landbouw en natuur) en de daarvoor benodigde milieukwaliteiten.
Ruimtelijke visie
In de ruimtelijke visie op het Groene Hart staat het streven naar ruimtelijke kwaliteit centraal.
Deze kwaliteit kan onderscheiden worden in belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde.
Gekozen is voor een basisconcept bestaande uit een contrastrijke randzone tegen de binnenflank
van de stedenring (menging van agrarische en recreatieve functies) en meer in het centrum
van het Groene Hart een aantal kerngebieden (menging van natuur, recreatie en landbouw).
Het grondgebied van de gemeente Alkemade maakt deel uit van de uitloopzone voor recreatie
en het kerngebied de Hollandse Plassen. De uitloopzone heeft een overwegend agrarisch karakter
met mogelijkheden voor extensieve en − in beperkte mate − intensieve recreatie. Het
landschap zal worden ontsloten door een netwerk van recreatieve verbindingen (het Groene en
Blauwe Netwerk).
Daarnaast ligt in het plangebied het accent op "landbouw met veenweidenatuur". De inrichting
en het gebruik worden hier gericht op een combinatie van landbouw en natuurwaarden. Bij dit
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
103.7913.00