inventarisatierapport tink om e tsjerken - Provincie Fryslân
inventarisatierapport tink om e tsjerken - Provincie Fryslân
inventarisatierapport tink om e tsjerken - Provincie Fryslân
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.2.2 <strong>Provincie</strong><br />
De provincie Fryslân heeft de laatste 6 jaar met drie verschillende geldstr<strong>om</strong>en<br />
(Subsidieregeling Cultuurhistorie en Monumentenzorg, Frysk Erfskip en Plattelânsprojekten)<br />
via objectgerichte instandhoudingsubsidies bijna € 2,4 miljoen uitgegeven aan Friese<br />
kerkgebouwen. Zo’n 8% hiervan was voor rijksmonumenten en circa 18% voor nietrijksmonumenten.<br />
Van dit geld zijn 71 Friese kerken gerestaureerd, hetgeen gemiddeld<br />
€ 33.673 per kerk betekent. Hierbij moet wel worden aangetekend dat in de ene geldstro<strong>om</strong><br />
de bijdrage veel hoger ligt (Frysk Erfskip) dan in de andere (subsidieregeling cultuurhistorie<br />
en monumentenzorg). De provinciale bijdragen laten door de jaren heen meer fluctuatie zien<br />
dan de rijksoverheid. Dit k<strong>om</strong>t onder andere door het Fryske Erfskip in 00, door de prioriteit<br />
voor boerderijen en kerken in het monumentenfonds vanaf 006 en door de (vanaf 007)<br />
ontdekte subsidiemogelijkheden vanuit Plattelânsprojekten. Hoewel de totale kosten niet<br />
bekend zijn, kan uit de gegevens en andere informatie worden herleid, dat de provinciale<br />
overheid gemiddeld 22% van de restauratiekosten voor een kerk voor haar rekening neemt.<br />
Bij rijksmonumenten is dit lager dan bij niet-rijksmonumenten, hetgeen vanuit de<br />
subsidiepercentages in de subsidieregeling verklaarbaar is.<br />
Bijlage 2<br />
2.2.3 Friese gemeenten<br />
Van de 1 Friese gemeenten hebben 7 gemeenten de enquête ingevuld geretourneerd; een<br />
respons van 87%. Van deze 7 gemeenten zijn er 6 (%) die de laatste 6 jaar geen financiële<br />
bijdrage uit eigen middelen in de restauratie of het onderhoud van kerken hebben gestoken.<br />
De gemeenten die wel financieel hebben bijgedragen, hebben dat met een totaalbedrag van<br />
ruim € , miljoen gedaan. Het grootste deel daarvan (ruim € , miljoen, oftewel 9%) ging<br />
naar rijksmonumenten. Wat verder opvalt, is dat de gemeentelijke bijdragen hoofdzakelijk<br />
worden gestoken in de instandhouding van kerktorens die in eigend<strong>om</strong> zijn bij de<br />
desbetreffende gemeente (5%) of bij een duidelijk aan de gemeente gelieerde gemeentelijke<br />
stichting (18%). De (subsidie)bijdragen van de gemeenten gaan dus maar in 8% van de<br />
gevallen naar kerken die niet qua eigend<strong>om</strong> aan de gemeente zijn verbonden. De gemeenten<br />
die in directe zin de instandhouding van kerken financieel ondersteunen, hebben dat<br />
aangaande 106 objecten gedaan, hetgeen gemiddeld € 22.837 per kerk betekent. Hierdoor<br />
draagt de gemeentelijke overheid gemiddeld 14% bij aan de onderhouds- en<br />
restauratiekosten van een kerk. Hierbij moet wel nadrukkelijk worden bedacht, dat dit voor<br />
een zeer groot deel eigen middelen zijn voor eigen monumenten en dus als eigenaarbijdrage<br />
moeten worden beschouwd en niet als subsidie aan een kerkeigenaar. Dit betekent eigenlijk<br />
dat de gemeenten bij een willekeurige kerk (niet bij hen in eigend<strong>om</strong>) gemiddeld ongeveer<br />
7% van de restauratiekosten voor hun rekening nemen. In de jaren 00, 00 en 005 blijven<br />
de gemeentelijke bijdragen op hetzelfde niveau (gemiddeld € 00.000). In 006 en 007 ligt<br />
dit niveau bij gemiddeld € 50.000. Het jaar 008 laat een nog grotere toename zien (€<br />
619.000). De reden lijkt in de cofinanciering te zitten van de restauratie van rijksmonumenten<br />
die door het Rijk in het kader van de achterstandsregeling zijn gehonoreerd.<br />
2.3 Indirecte beleidsmatige ondersteuning:<br />
2.3.1 Rijk<br />
De bijdrage van het Rijk, speelt zich – via de RCE - alleen af in het subsidiëren van onderhoud,<br />
restauratie en instandhouden van rijksmonumenten. Op het gebied van aanvullend beleid of<br />
ondersteuning van kerkbesturen draagt het Rijk niet bij, of de specifieke deskundigheid bij de<br />
RACM als kenniscentrum (orgels, glas-in-lood, natuursteen, enz.) die wordt geraadpleegd,<br />
moet als zodanig worden aangemerkt. Ook dan is er slechts sprake van ondersteuning bij<br />
alleen rijksmonumenten.<br />
106