Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 2<br />
• hou vanuit het beoordelen van de effectiviteiten<br />
en efficiency ook de relatie met de ingezette<br />
gemeentelijke middelen in het oog: wat mag een<br />
prestatie kosten binnen de schaarse middelen<br />
van een gemeente;<br />
• zorg ervoor dat wat gemeten kan worden niet<br />
automatisch belangrijker wordt dan wat niet<br />
gemeten kan worden;<br />
• een goede prestatiemeting en daarbij te<br />
gebruiken indicatoren zijn onlosmakelijk<br />
verbonden met de uitwerking van doelen en<br />
middelen. In dat kader dienen ze ook vorm te<br />
krijgen en het is niet iets ‘wat je er even naast<br />
doet’. Dit betekent dat prestatiemeting en<br />
indicatoren in eerste instantie door het College<br />
in het kader van de programmabegroting en<br />
het collegewerkprogramma dienen te worden<br />
vormgegeven, inclusief de wijze waarop de<br />
voortgangsmeting plaatsvindt en de wijze<br />
van beoordeling van ontwikkelingen. De<br />
gemeenteraad beoordeelt de voorstellen en<br />
beoordelingscriteria, vult aan en ‘bewaakt’ de<br />
voort-gang;<br />
• maak bij de totstandkoming van een systeem<br />
van indicatoren onderscheid tussen het<br />
technische proces (het voorwerk), het<br />
binnengemeentelijke politieke proces (de<br />
selectie en beoordelingscriteria) en het proces<br />
van draagvlak (worden de indicatoren door<br />
betrokken – externe – partijen gedeeld en<br />
gedragen). Mix deze processen niet, want dat<br />
leidt tot niets;<br />
• heb aandacht voor de betekenis van nieuwe<br />
ontwikkelingen voor de (aangepaste) vormgeving<br />
van prestatiemeting en indicatoren, zoals de<br />
Wmo, de vormgeving van het veiligheidsbeleid<br />
en veranderingen in de sociale structuur.<br />
Gebruik indicatoren binnen de<br />
programmaparagraaf sociaal en krachtige<br />
samenleving<br />
In de programmaparagraaf ‘sociaal en krachtige<br />
samenleving’ worden zeven programma’s<br />
onderscheiden:<br />
1. Iedereen doet mee<br />
2. Meer participatie Almeerders met allochtone<br />
roots<br />
3. Sneller passende hulp<br />
4. Initiatieven in de buurt door bewoners voor<br />
jeugd<br />
5. Minder problemen voor minima<br />
6. Minima meer maatschappelijk actief<br />
7. Bestrijding schuldenproblematiek<br />
Voor deze programma’s dient de mogelijkheid<br />
te worden aangegeven van de ontwikkeling van<br />
redelijke en hanteerbare indicatoren die een<br />
maatstaf geven voor de doelmatigheid of de<br />
doeltreffendheid van het gevoerde beleid.<br />
In het navolgende geven we per programma aan<br />
in hoeverre en voor welke onderdelen dit (niet)<br />
mogelijk is. Waar mogelijk wordt een eerste aanzet<br />
gegeven.<br />
Het onderscheid is dat je in een proces tot een<br />
systeem van indicatoren komt. In zo’n proces<br />
kun je altijd je eigen inbreng hebben. Dat is wat<br />
anders dan dat je op elk terrein een indicator<br />
vindt of bedenkt.<br />
1. Iedereen doet mee (ofwel de invoering van de<br />
Wmo)<br />
Bij dit programma is het even zoeken welke lading<br />
door de kop wordt ‘gedekt’: wie wordt er ‘met<br />
iedereen’ bedoeld en waaraan moeten ze dan<br />
meedoen<br />
We zijn er van uitgegaan dat met de kop vooral<br />
een goede invoering van de nieuwe Wmo wordt<br />
bedoeld, gegeven de bedoelingen die achter deze<br />
wet schuil gaan: nadruk op preventie en ambulante<br />
vormen van hulp, integrale afweging van behoefte<br />
aan maatschappelijke ondersteuning, activeren<br />
‘omgeving’. Hierbij is er overigens een relatie met<br />
programma 7.2 (laagdrempelig loket in de wijk).<br />
De Wmo heeft betrekking op ongeveer een derde<br />
van de gemeentelijke algemene middelen voor zorg<br />
en welzijn. In aansluiting hierop zijn de volgende<br />
indicatoren relevant:<br />
• een overzicht van de middelen die op dit<br />
moment voor de verschillende Wmo onderdelen<br />
worden ingezet (opvang en onderdak,<br />
gezondheid, zelfstandig wonen en mobiliteit en<br />
sociale en maatschappelijke participatie)<br />
• deze middelen kunnen dan worden gerangschikt<br />
naar preventieve maatregelen en vormen van<br />
maatschappelijke ondersteuning in de wijken,<br />
10 Tussenrapportage aan de gemeenteraad