Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 6<br />
3 Bruikbaarheid van indicatoren<br />
Overschat de mogelijkheden niet, bewaak de realiteitswaarde en maak indicatoren niet te simpel (in<br />
die zin dat ze de lading niet dekken) en blijf aandacht houden voor het verhaal achter de (ontwikkeling<br />
van de) indicatoren. (Huigsloot)<br />
Indicatoren zijn bij wijze van houvast wel nuttig en nodig, maar alleen in de mate waarin u elkaar er<br />
aan wilt kunnen houden, meer als bevestiging van uw voortgaande samenwerking dan als ‘stok om<br />
mee te slaan’. (Aardema)<br />
Met behulp van prestatiemanagement worden prestatie-indicatoren ontwikkeld ten behoeve van<br />
zelfsturing. Hieruit wordt een aparte set kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren afgeleid<br />
(samengevat). Deze set bevat die indicatoren die het voor de Raad inzichtelijk maken hoe de<br />
gemeente presteert op de voor haar kritieke gebieden. (De Waal)<br />
Indicatoren kunnen de politieke bestuurlijke en ambtelijke processen ondersteunen. Het gebruik is<br />
aanmerkelijk belangrijker dan de indicatoren zelf. (Van Dam))<br />
inhoud van maatschappelijke problemen te laten<br />
gaan. Minder indicatoren, beter toegankelijke<br />
informatie en politieke kernpunten benoemen,<br />
kunnen daarbij volgens Aardema helpen.<br />
‘Toch maar doen’ of ‘Toch maar doen!’ dat is de<br />
vraag die boven deze eerste onderzoeksfase hangt. De<br />
Rekenkamer noemde in hoofdstuk 1 drie doelstellingen<br />
en legt deze naast de ontvangen papers:<br />
1. Indicatoren moeten een bijdrage leveren<br />
aan het verbeteren van de prestaties van de<br />
organisatie<br />
De Waal geeft een algemeen slagingspercentage<br />
voor de invoering van<br />
prestatiemanagement binnen organisaties van<br />
ongeveer 50%, maar onduidelijk is of dit ook<br />
voor overheidsorganisaties geldt. Aardema<br />
lijkt in zijn paper niet erg enthousiast over<br />
indicatoren, maar schetst in zijn boek<br />
‘Control voor leiders’ ook succesverhalen<br />
over monitoringsystemen en dashboardmodellen.<br />
De conclusie van de Rekenkamer is<br />
dat indicatoren een bijdrage kunnen leveren<br />
aan verbetering van de prestaties van de<br />
organisatie, maar dat de sleutelwoorden zijn:<br />
‘niet zondermeer’, ‘randvoorwaarden’ en<br />
‘cultuur en leiderschap’.<br />
2. Indicatoren moeten een bijdrage leveren<br />
aan de controle, de verantwoording en het<br />
debat tussen raad en college over doelen,<br />
maatregelen en middelen<br />
In de beperkte mate waarin (vooral effect-)<br />
indicatoren iets zeggen over het presteren<br />
van de gemeente, ligt naar de mening van<br />
de Rekenkamer toch wel een belangrijke<br />
tekortkoming van indicatoren in de politiek/<br />
bestuurlijke context. In de praktijk zullen het<br />
toch vooral de proces- en output-indicatoren<br />
zijn, waarmee de raad in enige mate kan volgen<br />
of het college de gemaakte afspraken nakomt.<br />
Proces- en output-indicatoren zijn ook nuttig<br />
en belangrijk, maar waren niet de insteek van<br />
het onderzoeksverzoek van de raad aan de<br />
Rekenkamer.<br />
3. Indicatoren moeten een bijdrage leveren<br />
aan de publieke verantwoording van de<br />
gemeente richting haar inwoners<br />
Geen van de door de Rekenkamer geraadpleegde<br />
deskundigen is hierover erg enthousiast.<br />
Aardema en De Waal zijn het meest expliciet. Zij<br />
wijzen op het ontstaan van ontwijkbewegingen<br />
bij het ambtelijk en bestuurlijk management.<br />
Aardema legt de nadruk vervolgens op negatieve<br />
effecten voor het imago van de overheid en<br />
het vertrouwen van de burger. De Waal legt<br />
de nadruk op het achterblijven van de ontwikkeling<br />
van zelfsturing, experimenteergedrag en<br />
innovatie binnen de ambtelijke organisatie. Dit<br />
sluit aan de constatering in Hoofdstuk 1 dat<br />
indicatoren ambtelijk geaccepteerd en door het<br />
college gedragen moeten zijn. De Rekenkamer<br />
adviseert de raad om zich het volgende af te<br />
vragen: Als het opstellen van indicatoren vanuit<br />
de raad richting het college geen eenduidig<br />
positieve bijdrage levert aan de publieke verantwoording,<br />
is prestatiemeting dan wel een nuttig<br />
instrument voor de raad<br />
32 Tussenrapportage aan de gemeenteraad