Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het eerste probleem is het meetbaar definiëren<br />
van doelstellingen. Het moet wel duidelijk zijn wat<br />
gemeten moet worden. Anders ontstaat het risico dat<br />
er ongericht (veel te veel) gegevens worden verzameld.<br />
Meten is weten, maar meten kost ook tijd en geld.<br />
Verder worden doelstellingen soms bewust, uit<br />
(bureau)politieke overwegingen, onduidelijk<br />
gehouden. Dan is het lastig bepalen wat er<br />
gemeten moet worden. Ook laten niet alle<br />
overheidsactiviteiten zich direct vertalen in<br />
meetbare doelen en indicatoren.<br />
Vervolgens komt het vraagstuk van ‘hoe te meten’<br />
als te nemen hobbel naar voren. Auteurs wijzen<br />
erop dat er niet teveel moet worden gemeten, maar<br />
ook niet te weinig. Bovendien zijn cijfers vaak een<br />
vereenvoudiging ten opzichte van de werkelijkheid.<br />
Daarnaast is er nog het risico dat van prestatienormen<br />
verkeerde of zelfs averechtse prikkels<br />
uitgaan. Het beoogde doel wordt dan niet bereikt.<br />
Maar zelfs als deze hindernissen onderweg naar<br />
het meten van organisatorische prestaties en<br />
maatschappelijke effecten zijn genomen, blijft het<br />
probleem van juiste toepassing, interpretatie en<br />
gebruik bestaan. Als belangrijke faalfactor komt<br />
de ambivalente houding van politici ten opzichte<br />
van instrumenten die meer inzicht verschaffen in<br />
beleid en prestaties naar voren. Verantwoording<br />
afleggen wordt al snel ‘afrekenen’. De angst voor<br />
een afrekencultuur bevordert niet de weg naar<br />
meetbaarheid, transparantie en openheid. De<br />
eerdere inspanningen om de juiste te doelen te<br />
formuleren en het juiste meetinstrumentarium in<br />
te richten, leiden bij onjuiste toepassing niet tot de<br />
gewenste resultaten met betrekking tot het beter<br />
presteren van de (gemeentelijke) overheid en het<br />
politiek en publiek verantwoorden.<br />
Het gaat bij het ontwikkelen van indicatoren om het<br />
invoeren en toepassen van prestatiemanagement.<br />
Een bedrijfskundige benadering van de vraag<br />
hoe organisaties optimaal kunnen presteren (De<br />
Waal en Kerklaan, 2006). Het is echter niet een<br />
kwestie van simpelweg de ‘meetlat’ vastleggen en<br />
vervolgens overgaan tot de orde of de waan van de<br />
dag. Dit is een veel te vergaande versimpeling van<br />
de werkelijkheid. Werken met indicatoren is een<br />
manier om de aandacht op (en in het verlengde<br />
daarvan de financiële middelen) te richten. Het gaat<br />
ook over het kunnen aanpassen van de organisatie<br />
en het beleid aan veranderde omstandigheden of<br />
inzichten. Het is een hulpmiddel in het proces<br />
van doelen stellen, activiteiten bepalen, uitvoeren,<br />
resultaten meten en vervolgens het beleid daarop<br />
weer aanpassen. Het is geen objectieve wetenschap.<br />
Het is dus nog niet zo eenvoudig om doelen<br />
zodanig te definiëren dat ze ook meetbaar kunnen<br />
worden gemaakt met behulp van indicatoren. De<br />
Rekenkamer trekt op grond van het bovenstaande<br />
ook de conclusie dat:<br />
• wanneer indicatoren niet aansluiten bij de<br />
ambtelijke organisatie, en<br />
• het college de indicatoren niet mede accepteert<br />
als richting voor haar besluiten, en<br />
• de raad indicatoren naar believen toepast om<br />
‘te shoppen’ of om ‘koppen te snellen’, het<br />
instrument waarschijnlijk z’n doel voorbij schiet.<br />
Belangrijker dan het (door)ontwikkelen van het<br />
instrument is het juiste gebruik ervan. Wanneer<br />
de Rekenkamer de raad een ‘set van indicatoren’<br />
voorschotelt, waarvan op voorhand bekend kan<br />
zijn dat dit op de door de raad gevraagde wijze niet<br />
bijdraagt tot de uiteindelijke doelen die de raad<br />
heeft, dan is dat als ondoelmatig en ondoeltreffend<br />
te betitelen.<br />
1.4. Uitbreiding van de vraagstelling,<br />
splitsing van het onderzoeksplan<br />
Op grond van de eerste verkenning heeft de<br />
Rekenkamer ervoor gekozen om te beginnen<br />
met een onderzoek naar het vraagstuk rond het<br />
‘hoe en waarom opstellen van indicatoren’. De<br />
oorspronkelijke vraag rond het ‘ontwikkelen van<br />
dé indicatoren voor <strong>Almere</strong>’ is in eerste instantie<br />
geparkeerd. Hierbij is mede overwogen dat het<br />
college heeft aangekondigd ook zelf met een<br />
verbetering en aanvulling van de indicatoren in het<br />
werkplan te komen. Dubbelwerk verrichten is ook<br />
ondoelmatig. Er is door de Rekenkamer vervolgens<br />
een onderzoeksplan ontwikkeld dat het onderzoeksproces<br />
opknipt in twee fasen (zie schema pag. 6).<br />
In de eerste onderzoeksfase staat naast het<br />
instrument (hoe te komen tot de goede<br />
indicatoren) ook het vraagstuk rond het juiste<br />
gebruik van indicatoren centraal. In de eerste<br />
onderzoeksfase verkent de Rekenkamer met<br />
hulp van externe deskundigen de oorspron-<br />
Hoofdstuk 1<br />
<strong>Leren</strong> <strong>navigeren</strong>