Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
Leren navigeren deelrapport 1 - Gemeenteraad Almere
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 3<br />
veel andere actoren dan gemeentelijke actoren<br />
meedoen, dat hun inzet niet steeds voorspelbaar<br />
is, dat omstandigheden zullen veranderen en dat u<br />
daar met elkaar uit moet zien te komen.<br />
De ultieme consequentie van de lineair-causale<br />
gedachtegang is dat u als raad de komende jaren<br />
wel op vakantie zou kunnen gaan: er is immers een<br />
met indicatoren en een nulmeting gelardeerd plan<br />
dat intussen door anderen zal worden uitgevoerd<br />
en waarop u straks alleen nog maar een eindmeting<br />
hoeft los te laten.<br />
Ontmasker perverse effecten<br />
Meetbare indicatoren in de zin van cijfers<br />
(aantallen, percentages) kunnen al snel leiden<br />
tot perverse effecten, zelfs als die cijfers er nog<br />
niet zijn. Als u van het college over de hele linie<br />
duidelijke cijfers eist kunnen twee soorten perverse<br />
effecten ontstaan. Deze zijn op dit moment dan<br />
ook zichtbaar zowel in de ontwerp programmabegroting<br />
als in het collegewerkplan.<br />
Het eerste type perverse effecten is dat het college<br />
zich zo lang mogelijk op de vlakte houdt. In plaats<br />
van duidelijke cijfers krijgt u vage abstracties en<br />
intenties. Dat is natuurlijk weinig inspirerend.<br />
Het tweede type perverse effecten is dat het college<br />
wel inspirerende cijfers noemt, maar dat deze nogal<br />
heroïsch overkomen en geen overtuigende causale<br />
relatie hebben met de daarbij genoemde activiteiten<br />
– zowel financieel als qua inspanningen.<br />
Als een begroting met zulke indicatoren – ongeacht<br />
het type – wordt vastgesteld ontstaan na verloop<br />
van tijd andersoortige perverse effecten. Zo zal het<br />
college u er stelselmatig van proberen te overtuigen<br />
dat alles naar wens verloopt, ook als dat niet zo<br />
is. Iets soortgelijks doet zich uiteindelijk bij de<br />
eindmeting voor, tenzij het desbetreffende evaluatieonderzoek<br />
wordt uitbesteed aan een onafhankelijke<br />
derde, die dan – niet verrassend – vaststelt dat de<br />
geplande doelen in mindere mate zijn gehaald dan<br />
was afgesproken. Deze thans bij de overheid gebruikelijke<br />
gang van zaken leidt zowel intern als extern<br />
tot negatieve beeldvorming. Dat doet het imago van<br />
de overheid en het vertrouwen van de burger in de<br />
overheid bepaald geen goed.<br />
De ontwerp-programmabegroting bevat in de<br />
subparagrafen met programmadoeleinden en<br />
-activiteiten enigszins gekunstelde invuloefeningen<br />
(kennelijk ‘omdat het zo moest’). Over dezelfde<br />
onderwerpen staat in de volgende hoofdstukken 3<br />
(begroting van baten en lasten) en 4 (gemeentelijk<br />
investeringsplan) soms meer informatie vermeld.<br />
Voor wie op zoek is naar scherpte en houvast is<br />
dat nogal een zoekplaatje. Het zou beter zijn om<br />
de informatie per thema samen te brengen en<br />
in dialoog te verkennen en te benoemen welke<br />
informatie nu reëel en hard is en welke niet. Langs<br />
die weg kan een beperkt aantal beter werkbare<br />
indicatoren ontstaan, die waar nodig in de loop van<br />
‘de rit’ in uw voortgaande dialoog zijn bij te stellen.<br />
Durf politieke indicatoren te benoemen<br />
Voor zo’n beperkt aantal beter werkbare<br />
indicatoren zijn geen genormeerde invuloefeningen,<br />
heroïsche cijfers of ingewikkelde verhalen<br />
nodig. Vaak kunt u ze al uit ‘de inleiding’ halen,<br />
omdat daar doorgaans staat samengevat wat – in<br />
ieder geval door de steller – het belangrijkst wordt<br />
gevonden. Dat geldt ook voor paragraaf 2.6 van de<br />
ontwerp programmabegroting (‘Evenwichtige en<br />
duurzame ruimtelijke ontwikkeling van <strong>Almere</strong>’).<br />
Maar voor het benodigde houvast moet u wel vaak<br />
naar andere stukken grijpen, omdat allerlei beleidsontwikkeling<br />
nu eenmaal niet via de begroting tot<br />
stand komt. En binnen de begroting staat houvast<br />
biedende informatie ten aanzien van een bepaald<br />
thema op allerlei verschillende plekken als gevolg<br />
van de voorgeschreven vormvereisten en indeling.<br />
Kwaliteit van de dialoog houdt in dat u elkaar met<br />
name bevraagt en scherpt op een beperkt aantal<br />
essenties – zonodig dwars door allerlei stukken heen<br />
en ook over ongeschreven aspecten – in plaats van<br />
in één begroting ‘over alles’ op allerlei verschillende<br />
plaatsen in de tekst repeterende pogingen tot<br />
papieren indicatoren op te nemen. Wij geven enkele<br />
voorbeelden in het schema op de volgende pagina.<br />
Mogelijk zijn dit de verkeerde vragen. In dit paper<br />
staat slechts de onbevangen perceptie van een<br />
niet ter plaatse ingevoerde buitenstaander. Waar<br />
het om gaat is het idee van dialoog en inhoudelijk<br />
doorvragen op enkele kernpunten in plaats van<br />
elkaar op afstand te kunnen afrekenen op over<br />
de hele linie geldende indicatoren. Rond die<br />
kernpunten kunt u samenhangende onderbouwing<br />
en informatie-voorziening organiseren. De<br />
voortgang met betrekking tot de kernpunten kunt<br />
u regelmatig terug laten komen op uw agenda en<br />
de koers waar nodig bijstellen. U houdt hierover<br />
14 Tussenrapportage aan de gemeenteraad