Oorlof. Buitenplaatsen rond Antwerpen en Amsterdam. 2
Oorlof. Buitenplaatsen rond Antwerpen en Amsterdam. 2
Oorlof. Buitenplaatsen rond Antwerpen en Amsterdam. 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Oorlof</strong>. <strong>Buit<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong></strong> <strong>rond</strong> <strong>Antwerp<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>Amsterdam</strong>.<br />
in de droogmakerij<strong>en</strong> zag m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> combinatie van e<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>bedrijf<br />
<strong>en</strong> zomerverblijf. In de Beemster uitte dit zich bijvoorbeeld in de vorm<br />
van de gecombineerde her<strong>en</strong>woning <strong>en</strong> boerderij de ‘E<strong>en</strong>hoorn’. In de<br />
Beemster hebb<strong>en</strong> zeker 50 van dit soort boerderij<strong>en</strong> gestaan (T<strong>en</strong>t,<br />
1972, p.7-8). Van landhuiz<strong>en</strong> is nog ge<strong>en</strong>szins sprake: de vroege 17 de<br />
eeuw k<strong>en</strong>merkte zich door e<strong>en</strong> Calvinistische e<strong>en</strong>voud waarbij het<br />
patriciërsverblijf beperkt bleef tot de ‘ste<strong>en</strong><strong>en</strong> camers’ die zich voor het<br />
boer<strong>en</strong>bedrijf bevond<strong>en</strong>.<br />
Dichter bij <strong>Amsterdam</strong> werd de Diemermeer in 1629<br />
drooggemaakt. Ook deze Diemer- of Watergraafsmeer werd bebouwd<br />
met buit<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong>, welke echter tweemaal overspoeld werd door het<br />
water. In 1651 vond er e<strong>en</strong> dijkdoorbraak plaats <strong>en</strong> in 1672 werd<strong>en</strong> de<br />
dijk<strong>en</strong> op last van het stadsbestuur doorgestok<strong>en</strong> (T<strong>en</strong>t, 1972, p.24).<br />
De huiz<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in beide gevall<strong>en</strong> snel herbouwd, maar war<strong>en</strong><br />
bescheid<strong>en</strong> van vorm. De grootste buit<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong> in de<br />
Watergraafsmeer hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oppervalk van ongeveer zes hectare.<br />
6.2. Bloei van de <strong>Amsterdam</strong>se buit<strong>en</strong>s<br />
Voordat hie<strong>rond</strong>er de situering van buit<strong>en</strong>s wordt vervolgd is<br />
het zinvol ev<strong>en</strong> stil te staan bij de uitbundige groei van het<br />
buit<strong>en</strong>plaatsbezit die in de tweede helft van de 17 de eeuw plaatsvond.<br />
Het was de absolute bloeitijd van het buit<strong>en</strong>verblijf. In deze periode<br />
werd<strong>en</strong> de hoeves steeds vaker vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>huis met e<strong>en</strong><br />
meer stedelijk allure (Heinemeijer, 1987, p.104-105). De vroege huiz<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> in de breedte ontworp<strong>en</strong> waarbij de vertrekk<strong>en</strong> zich naast elkaar<br />
bevond<strong>en</strong>. In de bloeitijd deed echter het vierkante, blokvormige huis<br />
zijn intrede. De vertrekk<strong>en</strong> bevond<strong>en</strong> zich nu achter elkaar, waardoor<br />
gast<strong>en</strong> ‘gepast’ kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>. Het zou het geijkte type<br />
voor de bouw van buit<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Munnig Schmidt, 1997, p.12-<br />
13). Parallel aan deze bloei loopt e<strong>en</strong> verschuiving in lev<strong>en</strong>sstijl van de<br />
<strong>Amsterdam</strong>se elite die zich met het verstrijk<strong>en</strong> van de 17 de eeuw<br />
manifesteert. Er trad e<strong>en</strong> verschuiving op ‘van zee naar land, van werk<br />
naar vermaak, van zuinigheid naar verspilling, van ondernemer naar<br />
r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ier, van burger naar aristocraat’ (Burke, 1991, p.130). De<br />
reg<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> niet langer kooplied<strong>en</strong> <strong>en</strong> putt<strong>en</strong> hun inkomst<strong>en</strong> uit<br />
‘huiz<strong>en</strong>, landerij<strong>en</strong> <strong>en</strong> r<strong>en</strong>te’. Burke maakt deze verschuiving<br />
inzichtelijk door het perc<strong>en</strong>tage van de <strong>Amsterdam</strong>se elite dat e<strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong>huis bezat <strong>en</strong> daarnaast ge<strong>en</strong> beroep meer uitoef<strong>en</strong>de naast<br />
elkaar te zett<strong>en</strong>. De ontwikkeling van primair ondernemerschap naar<br />
primair r<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ierschap wordt daarin mooi zichtbaar:<br />
Tabel 6.1. <strong>Amsterdam</strong>se elite met beroep <strong>en</strong>/of buit<strong>en</strong>plaats<br />
Periode Zonder beroep Met buit<strong>en</strong>huis<br />
1618-1650 33 % 10 %<br />
1650-1672 66 % 41 %<br />
1672-1702 55 % 30 %<br />
1702-1748 73 % 81 %<br />
Bron: Burke, 1991, p.133.<br />
45