Dekweekvanalikruiken - HZ University of Applied Sciences
Dekweekvanalikruiken - HZ University of Applied Sciences
Dekweekvanalikruiken - HZ University of Applied Sciences
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Verkennend onderzoek naar de kweek van alikruiken<br />
2.8 Vergelijkbare kweekmethoden: Abalones<br />
Voor zover bekend zijn abalones de enige buikpotigen die intensief gekweekt worden<br />
in de aquacultuur. Hoewel hun leefwijze en voortplanting niet geheel overeenkomt<br />
met die van de alikruik, is hieronder toch een overzicht gegeven van de kweek van<br />
deze slakken. Onderstaande tekst is een bewerking uit “Aquaculture, principles and<br />
practises” (Pillay & Kutty, 2005).<br />
Abalones komen voor in gematigde en semitropische klimaten. De voortplanting gaat<br />
anders dan bij de L.littorea: Abalones hebben aparte geslachten, maar de bevruchting<br />
vind extern plaats. Het paaien wordt veroorzaakt door plotselinge veranderingen in<br />
watertemperatuur, blootstelling aan lucht <strong>of</strong> door het paaien van andere abalones. Een<br />
plotselinge samentrekking van de voet brengt de eitjes naar buiten. Bevruchting vind<br />
in het water plaats.<br />
De bevruchte eitjes zinken naar de bodem waar het embryo zich ontwikkeld. In<br />
normale omstandigheden (temperatuursafhankelijk) komt het eitje uit. De veliger<br />
larve bevind zich dan in de planktonfase, waarbij het zich voedt met microalgen. Deze<br />
periode duurt een week, waarbij de schelp en operculum zich volledig ontwikkelen.<br />
De larve gaat daarna op zoek naar geschikte substraten om zich te settelen. Als er<br />
geen geschikt substraat aanwezig is kan deze periode tot drie weken duren.<br />
Zodra een geschikte plaats is gevonden, zet de larve zich vast met de voet. Hij voedt<br />
zich met algen die op het substraat zitten, en ontwikkeld zich (metamorfose) tot jonge<br />
(juveniele) abalones.<br />
Gecontroleerde reproductie<br />
Als er een wilde broedstock gebruikt wordt, is het essentieel om deze tenminste twee<br />
<strong>of</strong> drie weken (conditioning) in tanks te houden. Hierbij moet de temperatuur<br />
optimaal gehouden worden en het geprefereerde voer gevoerd worden. Als de<br />
temperatuur op 20 o C gehouden wordt, zullen binnen 80 dagen de gonaden groeien en<br />
zich ontwikkelen, zelfs in het winterseizoen. Deze staat van paairijpheid kan<br />
minimaal 3 maanden worden volgehouden. Moss (1999) beschreef een proef waarbij<br />
hij abalones in paaiconditie bracht met behulp van zeewater verwarmd tot een<br />
temperatuur van 15-18 o C.<br />
Door een schok in watertemperatuur kan de abalone worden aangezet tot<br />
paaien/melken, daar dit niet helemaal betrouwbaar is wordt ook wel gebruik gemaakt<br />
van bestraling met UV licht. De paairijpe dieren worden blootgesteld aan stromend<br />
verwarmd zeewater, bestraald met UV licht. Een bestraling van 800 milliwatuur per<br />
liter is zeer doeltreffend en het paaien begint na een uur <strong>of</strong> drie.<br />
Een andere methode is om de broedstock bloot te stellen aan waterst<strong>of</strong>peroxide. Dit is<br />
gebaseerd op de bevinding dat hormoonachtige prostaglandinen het paaien regelen bij<br />
de abalone. Waterst<strong>of</strong>peroxide activeert de natuurlijke synthese van enzymen van<br />
prostaglandinen en wekt zo het paaien op. De paairijpe broedstock wordt gehouden in<br />
tanks met zeewater van 12 tot 18 o C dat basisch gemaakt is tot een pH van 9,1 door<br />
sodiumhydroxide toe te voegen. Een 6% oplossing van waterst<strong>of</strong>peroxide (vers<br />
verdund van een 30% stockoplossing) wordt toegevoegd aan de tank: 50ml voor<br />
iedere 12l water.<br />
Na een blootstelling van ongeveer 2 ½ uur wordt de tank leeggepompt en<br />
onmiddellijk vervangen door isotherm (= geen verandering in temperatuur) vers<br />
zeewater. Het paaien kan dan binnen 2 ½ tot 3 ½ uur verwacht worden.<br />
14