Dekweekvanalikruiken - HZ University of Applied Sciences
Dekweekvanalikruiken - HZ University of Applied Sciences
Dekweekvanalikruiken - HZ University of Applied Sciences
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Verkennend onderzoek naar de kweek van alikruiken<br />
8.3 C-opname door alikruiken<br />
Gebaseerd op de resultaten die naar voren komen onder het onderzoek naar de<br />
waterkwaliteit (§ 5.4, blz 31) kan een schatting gemaakt worden van de C opname<br />
door de alikruiken. De C-opname kan gebruikt worden bij berekeningen aan feacal<br />
pellets, voedingswaarde van de bi<strong>of</strong>ilm (N:C ratio) etc.<br />
Hier wordt een aanname gedaan dat 67% anorganisch materiaal is in de faecal pellets,<br />
en dus 33% organisch is. Als aangenomen wordt dat dit organisch deel ho<strong>of</strong>dzakelijk<br />
bestaat uit C 6 H 12 O 6 en de C hieruit met lucht wordt omgezet naar CO 2 , dan betekent<br />
dit: 72/180*33 (respectievelijk de molmassa’s van C6, C 6 H 12 O 6 en CO 2 ) = 13% C in<br />
de faecal pellets. In verse bi<strong>of</strong>ilm zit ongeveer 17% C (§5.2.1, blz 24) . Het overige<br />
deel moet de alikruik opgenomen hebben.<br />
8.4 Metabolisme<br />
8.4.1 Bevindingen<br />
Doordat tijdens het experiment van het conditioneren van de alikruiken, deze bij<br />
verschillende temperaturen gehouden werden, kon naast de ontwikkeling van de<br />
geslachtsorganen ook globaal het metabolisme van de dieren gevolgd worden. Als<br />
maat hiervoor is de snelheid genomen waarbij de alikruiken hun plaat met bi<strong>of</strong>ilm<br />
leeggegeten hadden, deze is onderling vergeleken.<br />
Het bleek dat tijdens de periode dat de alikruiken koud stonden op +/- 4-5 o C er erg<br />
weinig gegeten werd. De alikruiken konden hier twee keer zo lang met een plaatje<br />
o<br />
bi<strong>of</strong>ilm doen dan hun soortgenoten op 15 en 20 C.<br />
In de literatuur wordt ook gesuggereerd dat hun metabolisme naar beneden gaat<br />
tijdens koude perioden (vergelijkbaar met de mossel). Uit de grafieken van Newell<br />
(1971) blijkt dat de activiteit van de radula tussen 16 en 24 o C het grootst is. Hier zijn<br />
wel enkele kanttekeningen bij te plaatsen, maar het idee is toch dat in deze<br />
temperatuursrange hun metabolisme het hoogst is.<br />
8.4.2 Aanbevelingen<br />
Hoewel het voor de alikruikenkweek in combinatie met de fototr<strong>of</strong>e bi<strong>of</strong>ilm reactor<br />
niet relevant is om de optimale temperatuur voor het houden en kweken van<br />
alikruiken te vinden (ze worden dan immers buiten gehouden), zou het toch<br />
interessant zijn om dit te onderzoeken.<br />
Er zou dan bijvoorbeeld gekeken kunnen worden naar verschillende temperaturen<br />
binnen de range van 16-24 o C en daarbij de opname van bi<strong>of</strong>ilm bijgehouden kunnen<br />
worden. Hierbij kunnen dan gedurende een periode ook de faecal pellets verzameld<br />
worden om een beeld te krijgen van de verteringssnelheid.<br />
58