2.3 Voorkomen van specifieke leeractiviteitenAan <strong>de</strong> leerkrachten uit het zes<strong>de</strong> leerjaar wer<strong>de</strong>n beschrijvingen van verschillen<strong>de</strong> leeractiviteitenvoorgelegd. Per activiteit dien<strong>de</strong>n <strong>de</strong> leerkrachten aan te geven hoe frequent ze voorkomen in het zes<strong>de</strong>leerjaar doorheen het hele schooljaar. On<strong>de</strong>r punt 1.2.3 beschreven we reeds dat <strong>de</strong> doelstelling van<strong>de</strong>ze vraag tweeledig is. Enerzijds wensen we een aantal werkvormen en leeractiviteiten (in het algemeenof specifiek voor het zes<strong>de</strong> leerjaar) in kaart te brengen. An<strong>de</strong>rzijds willen we specifiek nagaan inwelke mate leerkrachten van het zes<strong>de</strong> leerjaar ‘activeren<strong>de</strong> en leerprocesgerichte klasactiviteiten’aanbie<strong>de</strong>n. In punt 2.3.1 bespreken we enkel <strong>de</strong> resultaten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze twee<strong>de</strong> doelstelling. Ineen twee<strong>de</strong> punt 2.3.2 gaan we <strong>de</strong> samenhang na tussen <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> leeromgeving en <strong>de</strong> schalenbetreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> opvattingen en belevingen van leerkrachten, het didactische han<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> lesgroep.2.3.1 Aard van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsleeromgevingAan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> lijst concrete leeractiviteiten beogen we on<strong>de</strong>r meer een indicatie te krijgen van <strong>de</strong>aard van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsleeromgeving. Bij het opmaken van <strong>de</strong> vragenlijst voor het twee<strong>de</strong> leerjaar hebbenwe 12 items vooruitgeschoven (zie punt 1.2.3) die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> noemer van ‘activeren<strong>de</strong> en leerprocesgerichteklasactiviteiten’ gevat kunnen wor<strong>de</strong>n en zo mogelijk een aparte subschaal vormen. Voor <strong>de</strong>ze12 items (d.i. <strong>de</strong> items 9, 10, 16, 18, 19, 21, 23, 25, 27, 30, 33 en 36) bekomen we een Cronbachs alfa.78. Het weglaten van item 23 met <strong>de</strong> laagste item-totaal-correlaties (r=.18) verhoogt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> vanCronbachs alfa tot .80. Dit item laadt overigens niet significant (d.i. een lading
Tabel 42Items van <strong>de</strong> schaal ‘activeren<strong>de</strong> leeractiviteiten’. Aantal geldige antwoor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> referentiesteekproef, gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>,standaardafwijking en item-totaal-correlatieITEM N M SD R it10. Leerlingen verzinnen eigen vraagstukken voor wiskun<strong>de</strong> en lossen ze op. 170 2,78 1,20 .5222. Leerlingen maken opdrachten waarvoor geen dui<strong>de</strong>lijk correct antwoord is; waarbij<strong>de</strong> werkelijkheid complex is en misschien onmogelijk te kennen.173 2,56 1,16 .4837. Leerlingen be<strong>de</strong>nken zelf problemen om op te lossen. 176 3,02 1,38 .588. Leerlingen hou<strong>de</strong>n een discussie en ver<strong>de</strong>digen een bepaald standpunt dat mogelijkverschilt van hun eigen standpunt.17. Leerlingen maken taken waarbij ze eenzelf<strong>de</strong> verband of i<strong>de</strong>e moeten weergevenop meer dan één manier (bv. bij wiskun<strong>de</strong> in een tabel en in een grafiek, bij Ne<strong>de</strong>rlandsin een gedicht en in een opstel).3. Leerlingen schrijven een tekst waarin ze hun <strong>de</strong>nkwijze of re<strong>de</strong>nering uitgebreiduitleggen.4. Geduren<strong>de</strong> minstens 10 minuten verwerken leerlingen schriftelijke informatie omeen opdracht uit te voeren (bv. aan <strong>de</strong> hand van een tekst een agenda invullen, eenweg uitstippelen op een stratenplan, een plan uittekenen, …).34. Leerlingen kiezen zelf oplossingsmetho<strong>de</strong>n voor een complex probleem en besprekenvervolgens on<strong>de</strong>rling <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> oplossingsmetho<strong>de</strong>n en resultaten.175 3,78 1,13 .55176 3,55 1,05 .58173 3,11 1,27 .48174 4,19 1,25 .47175 4,02 1,10 .40Tabel 43 bevat <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke items van <strong>de</strong> schaal ‘vakoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> leeractiviteiten’.De meeste items wor<strong>de</strong>n gekenmerkt door een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> negatieve kant van <strong>de</strong> schaalten opzichte van het theoretisch mid<strong>de</strong>n. De items 25 en 40 vormen hierop een uitzon<strong>de</strong>ring. De standaardafwijkingenen <strong>de</strong> item-totaalcorrelaties zijn voldoen<strong>de</strong> groot. Cronbachs alfa is gelijk aan .81 enwordt verhoogd tot .82 door het weglaten van item 25 (Tabel 45).Tabel 43Items van <strong>de</strong> schaal ‘vakoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> leeractiviteiten’. Aantal geldige antwoor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> referentiesteekproef,gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>, standaardafwijking en item-totaal-correlatieITEM N M SD R it19. Leerlingen werken aan vakoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> opdrachten (bv. projectwerk). 177 3,16 1,13 .6530. Leerlingen doen proeven of on<strong>de</strong>rzoek rond een bepaald thema. 173 3,07 0,92 .6024. Leerlingen doen praktijkopdrachten/proeven. 175 3,31 0,90 .5920. Leerlingen maken een product dat door an<strong>de</strong>ren zal gebruikt wor<strong>de</strong>n. 170 2,23 0,97 .5535. Leerlingen werken aan projecten die meer dan een week in beslag nemen. 176 2,72 1,14 .5426. Leerlingen schrijven een tekst of hou<strong>de</strong>n een discussie waarin ze hun taak of projectbeoor<strong>de</strong>len (wat <strong>de</strong><strong>de</strong>n ze goed en hoe zou het beter kunnen?).40. Leerlingen werken in kleine groepjes om tot een gezamenlijke oplossing of aanpakte komen voor een probleem of een taak.25. Geduren<strong>de</strong> minstens 10 minuten doen leerlingen aan peer teaching (=elkaar on<strong>de</strong>rrichtenover <strong>de</strong> leerstof per twee of in groepjes).174 3,11 1,13 .53177 4,27 1,09 .44175 3,96 1,36 .37Een overzicht van <strong>de</strong> items en hun kenmerken van <strong>de</strong> schaal ‘traditionele leeractiviteiten’ wordt gegevenin Tabel 44. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>s liggen aan <strong>de</strong> positieve tot zelfs extreem positieve kant van <strong>de</strong> schaal39