dienstige of politieke overtuiging of hun nationaliteit, dan wel wegens het behoren toteen bepaalde sociale groep'. Deze vreemdelingen worden door Nederland niet teruggezondennaar het land, waaruit zij gevlucht zijn. Dit verplicht Nederland overigensniet tot het verlenen van asyl aan deze vluchtelingen, welke verplichting in het verledenevenmin werd gevoeld jegens de zgn. verdragsvluchtelingen (vluchtelingen in de zinvan het Verdrag van Genève).Lang niet alle vluchtelingen, die in ons land verblijf zochten, zijn dan ook opgenomen.Aangezien de meeste vluchtelingen, hier binnenkwamen via Duitsland, een land, waarzij zich al in veiligheid bevonden, konden zij eenvoudigweg weer naar dit land wordenteruggezonden. Vluchtelingen, direct uit het vluchtland, die dus niet konden wordenuitgewezen, hebben zich in Nederland uiteraard weinig aangediend.De vluchtelingen, die zich hier sinds de oorlog gevestigd hebben, zijn overwegendgroepsgewijs en op uitnodiging van de Nederlandse regering gekomen. Men denke aande Poolse militairen, de bouwvakkers en de 'hard-core'-gevallen uit de vluchtelingenkampen,de Hongaren van 1956. Sinds 1945 heeft Nederland ongeveer 15.000 vluchtelingentoegelaten, terwijl ongeveer 5500 reeds in Nederland aanwezige personen eenvluchtelingenstatus kregen (refugiés SUf place).Als vluchtelingen zou men ook kunnen beschouwen de 13.000 Ambonezen, die Nederlandin 1951 opnam, met dien verstande, dat de Ambonezen hun aanspraak op asylprimair ontleenden aan de verantwoordelijkheid die Nederland jegens hen, als K.N.l.L.,militairen, (later met de tijdelijke status van K.L.-militairen) bezat.Een bijzondere status hebben sinds enkele jaren ook de onderdanen van E.E.G.-landen.Zij die in Nederland arbeid verrichten of dit wensen te doen (en de toegang tot deNederlandse arbeidsmarkt is in hun geval geheel vrij) hebben recht op een verblijfsvergunning.Slechts persoo<strong>nl</strong>ijk wangedrag en bedreiging van de nationale veiligheidkunnen nog leiden tot uitzetting uit ons land. Van de in dit boek besproken allochtonegroepen geldt de E.E.G.-status voor de Italianen, wier belangstelling voor de Nederlandsearbeidsmarkt echter al jare<strong>nl</strong>ang sterk verflauwd is.Buite<strong>nl</strong>andse werknemers uit andere landen zijn minder geprivilegeerd. Praktisch gesprokenzijn de voorwaarden, waaronder zij hier verblijven nauwelijks ongunstiger,maar op het punt van de toelating geeft het vreemdelingenrecht hun geen enkelegarantie en zijn zij afhankelijk van ad hoc genomen overheidsbeslissingen. Een tijdlang heeft de overheid zich weinig om de binnenkomst van buite<strong>nl</strong>andse werknemersbekommerd. Zodra zij werk gevonden hadden, werd hun verblijf hier door middel vaneen verblijfsvergunning geformaliseerd. Sinds 1 juni 1968 echter worden nog slechtsdoor het Nederlandse bedrijfsleven gecontracteerde werknemers uit de Mediterranelanden toegelaten. Het doel van deze maatregel is niet zozeer de beperking van dearbeidsmigratie, als wel de inbedding ervan in de door de officiële werving geschapenkanalen (zie hiervoor de paragrafen 3.4 en 4.3).Een zeer restrictief toelatingsbeleid wordt ten slotte gevoerd ten opzichte van de Chinezen.Druppelsgewijs worden zij in Nederland toegelaten, voornamelijk om de continuïteitvan het Chinese restaurant-bedrijf mogelijk te maken.22
3. Absorptiebeleid, doeleinden3.1. AlgemeenHet hier gebruikte begrip absorptie heeft betrekking op alle ten behoeve van allochtonegroepen genomen maatregelen, onafhankelijk van het gestelde beleidsdoel. Determ absorptie is dus de neutrale aanduiding van een proces, waarvan het eindresultaatdiverse vormen kan aannemen, variërend van totale assimilatie tot een aanzie<strong>nl</strong>ijkemate van segregatie.Te spreken van beleidsdoeleinden als onderscheiden van beleidsmiddelen heeft alleendan nut, als met doeleinden worden aangeduid door het beleid expliciet gemaaktedoeleinden op een bepaalde minimum-termijn. De aanwending van middelen impliceertnatuurlijk altijd de aanwezigheid van doeleinden, die zich gemakkelijker latenformuleren, naarmate men aan de termijn, waarover zij gelden, minder eisen s.telt.Met deze in de middelen impliciete doeleinden zullen wij ons hier niet bezighouden.Voor een bespreking over de door de overheid ten opzichte van hun gehuldigdeabsorptie-doeleinden passeren de verschillende allochtone groepen kortweg de revue.De gehanteerde beleidsmiddelen worden in een volgende paragraaf besproken, waarbijdezelfde groepen opnieuw aan de orde zullen komen.3.2. GerepatrieerdenDe ruim 300.000 repatrianten - over de term en het nauwkeurige aantal kan mentwisten - die sinds de oorlog Nederlands-Indië/Indonesië verlieten om zich in hetmoederland te vestigen, hebben voor de overheid een beleidsobject van de eerste ordegevormd, vooral de ruim 200.000, die tussen 1950 en 1960 binnenkwamen.De 'aanpassing' van deze groep werd als een voornaam probleem gezien en de Ministervan Maatschappelijk Werk, die over de mogelijkheden hiertoe overigens nogal pessimistischgestemd was, liet destijds een onderzoek naar 'de sociale integratie' van degerepatrieerden instellen. De onderzoekers constateerden later in hun <strong>rapport</strong> de bijhet beleid levende vrees voor de gerepatrieerden als een groep, die problemen zoukunnen opleveren, zoals een vergroting van het woningtekort, financiële lasten, overbevolking,werkloosheid, een vergroting van het aantal zwak-socialen, een last veroorzakendeminderheid. De bevordering van de aanpassing, die steeds weer als doel vanhet beleid genoemd wordt, betekende voor de overheid een serie maatregelen, gerichtop de vermijding van deze effecten 3 • Snelle opname in het arbeidsproces en huisvestingwaren hierbij van primair belang. Daarnaast werd de aanpassing in haar minder tastbareaspecten bevorderd door steun aan op assimilatie gericht maatschappelijk werk. 4In 1961 constateert de betrokken overheid, dat de problemen van huisvesting en opnamein het arbeidsproces goeddeels zijn opgelost, maar dat van de verdere aanpassing,in het bijzonder de geestelijke aanpassing, minder bekend is. Onderzoek hiernaar23
- Page 2 and 3: Deze publikatie werd mogelijk gemaa
- Page 4 and 5: Ministerie van Cultuur, Recreatie e
- Page 6 and 7: Dit boek werd geschreven in opdrach
- Page 11 and 12: het eerste verstaan wij het verkrij
- Page 13 and 14: door ons beschreven groepen van all
- Page 15: 2 De ontvangende samenlevingAuteur:
- Page 18: selijking van de bureaucratische in
- Page 21 and 22: 3 Het Overheidsbeleid inzake alloch
- Page 23: plichtingen en de Nederlandse grenz
- Page 27 and 28: nauwelijks verbijzondering ondergaa
- Page 29 and 30: zijn te weinig in aantal, te gediff
- Page 31 and 32: die hiervoor in aanmerking wensten
- Page 33 and 34: geraken, werd in de vijftiger jaren
- Page 35 and 36: door de beheerders van de woonoorde
- Page 37 and 38: delijk overkoepelende organisatie v
- Page 39 and 40: plaatselijk niveau. Deze instelling
- Page 42 and 43: er, zoals vermeld, op gericht, de o
- Page 44 and 45: catie met de instanties, een iets,
- Page 46 and 47: 12. Rijksbegroting voor het dienstj
- Page 48 and 49: heeft. Het is geenszins de bedoelin
- Page 50 and 51: 'Als Christelijke Mogendheid is Ned
- Page 52 and 53: echte en dus zo'n uitzonderingsposi
- Page 54 and 55: tisch kunnen worden omschreven - al
- Page 56 and 57: gehuwde Europeanen geen recht op re
- Page 58 and 59: wat hoger geweest kan zijn. In 1940
- Page 60 and 61: De frustraties in de Indogroep ware
- Page 62 and 63: De kwestie van het landbezit is alt
- Page 64 and 65: Maar was de kolonisatie-idee dan ni
- Page 66 and 67: veranderingen op til waren. In het
- Page 68 and 69: woonde wat kleiner en moest het doe
- Page 70 and 71: van de goedwillendheid, de gunsten
- Page 72 and 73: De waarden en tradities van deze ma
- Page 74 and 75:
pensioen hadden gekregen. Velen beh
- Page 76 and 77:
meer als een bewijs gevoeld dat hun
- Page 78 and 79:
Regelmatig ontvingen de gerepatriee
- Page 80 and 81:
De meerderheidspartij, de ontvangen
- Page 82 and 83:
De toch nog optredende moeilijkhede
- Page 84 and 85:
dat men de politieke partijen beoor
- Page 86 and 87:
onbevredigden). Zij zijn daar de ex
- Page 88 and 89:
omstandigheden heeft verkeerd weet
- Page 90:
Thema 1: 'People here always appear