pensioen hadden gekregen. Velen behoorden tot de hogere statusgroepen, met min ofmeer duidelijke opvattingen omtrent het Indonesische probleem.'Deze lang nawerkende frustratie op het gebied van de in het kamp ontwikkelde toekomstverwachtingenis een verschijnsel, dat de gehele eerste golf kenmerkt. De oorzakenhiervan zijn o.i. deze, dat deze golf relatief veel van de topfiguren uit de Indischesame<strong>nl</strong>eving telde, die dus meer dan andere categorieën in deze same<strong>nl</strong>eving zich betrokkenbij en verantwoordelijk voor de «goede gang van zaken in Indië» gevoeldheeft, en die anderzijds van de na-oorlogse ontwikkelingen in Indonesië maar zeerkort iets in concreto heeft meegemaakt; zij zijn verwikkeld geraakt in de polemischestrijd over Indonesië, waarbij zij voornamelijk slechts aan hun vóór-oorlogse ervaringkonden refereren en geen gelegenheid hadden hun argumenten te toetsen aan de snelveranderende Indonesische realiteit'. 73De tweede golf - 1949-1951 - bestond uit circa 102.000 personen, en was vooral gevolgvan de soevereiniteitsoverdracht. Het waren in hoofdzaak ambtenaren en militairen,alsmede een deel verlofgangers. Dat de repatriëring definitief zou zijn werddoorgaans beseft, in tegenstelling tot de eerste migratiegolf.De derde golf arriveerde ongeveer vanaf 1952 en heeft tot omstreeks begin 1955 geduurd.Het gaat hier om personen die de gezagswisseling in Indonesië hebben afgewacht,voornamelijk mensen ' ... uit de lagere niveaus van de oude Indische same<strong>nl</strong>eving,die nÎnU11er in Nederland waren geweest... '71, dus Indo-Europeanen, voor wiede repatriëring definitief was.De vierde golf - van december 1957 tot september 1958 - bedroeg ongeveer 40.000personen. Zij werden, door de nationalisaties in Indonesië, eind 1957, genoodzaakthet land te verlaten. Verder kwamen de zg. spijtoptanten, personen die in eerste instantievoor de Indonesische Republiek gekozen hadden, doch door economische moeilijkheden,de weigering veelal van Indonesiërs om hen als volwaardige Indonesische staatsburgerste beschouwen, alsnog naar Nederland wilden.Het probleem van de spijtoptanten bleef ook na 1958 bestaan. Een belangrijke vraagis, hoeveel echt gerepatrieerden er in de loop van de tijd naar Nederland zijn gekomen.Niemand weet het precies. Er zjjn veel getallen genoemd, maar welk daarvan ookmaar bij benadering het juiste is weten we niet. Administratief is er namelijk van degerepatrieerden weinig bekend. Zo ontbreekt een goede, algemeen aanvaarde definitievan gerepatrieerden, terwijl de gerepatrieerde in de Nederlandse bevolkingsstatistiekniet wordt onderscheiden. Het Repatriërings<strong>rapport</strong> definieert de massale repatriëringvan de Nederlanders in Indonesië ' ... als het zich door middel van emigratie onttrekkenaan de situatie, waarin het voortbestaan van deze Nederlandse groep principieelaangetast werd'. 75De onder het Ministerie van Binne<strong>nl</strong>andse Zaken ressorterende Dienst voor MaatschappelijkeZorg (D.M.Z.), belast met de hulpverlening aan de repatrianten, hanteerdede volgende, neutrale definitie van gerepatrieerden: zij, die na de soevereiniteitsoverdrachtvanuit Indonesië naar Nederland gekomen zijn of alsnog komen, alsmede (zij),72
die, met het oog op de destijds reeds op handen zijnde wijziging in de staatkundigeverhoudingen tussen Nederland en Indonesië bereids vóór 27 december 1949 naarNederland zijn gekomen, respectievelijk in verband daarmede niet meer van verlofhier te lande naar Indonesië zijn teruggekeerd.Over de motivatie der repatriëring - belangrijk voor de opvang en de hulpverlening -spreekt deze definitie niet. Duidelijk is dat de gerepatrieerde, door de D.M.Z., in directverband werd gebracht met de soevereiniteitsoverdracht. Bij de hulpverlening bleektevens dat men veelal handelde vanuit de vooronderstelling dat 'de' gerepatrieerdesamenviel met de Indische Nederlanders, of in ieder geval met in Indonesië geborenen getogen personen. In de praktijk kwam men in het algemeen ook het meest met dezecategorie in aanraking.Het C.C.K.P. (Centraal Comité van Kerkelijk en Particulier Initiatief voor sociale zorgaan gerepatrieerden) ging uit van de volgende omschrijving:'Een gerepatrieerde is een uit Indonesië overgekomen Nederlander, wiens bestaansmogelijkhedenin Indonesië tengevolge van de na-oorlogse verwikkelingen, opgehoudenhebben te bestaan en die daarom door Overheid en volk van Nederland in de gelegenheidbehoort te worden gesteld zich een nieuw eigen bestaan in de Nederlandsesame<strong>nl</strong>eving te verwerven'. 76Het Repatriërings<strong>rapport</strong> beschouwt niet pas de soevereiniteitsoverdracht als de eige<strong>nl</strong>ijkeoorzaak van de repatriantenstroom. Het neemt als begindatum 17 augustus 1945en beziet vervolgens de periode erna. Resumerend stelt het <strong>rapport</strong>: ' ... alle personendie in deze periode hun domicilie definitief van Indonesië naar Nederland verplaatstenwerden als gerepatrieerden aangeduid'. 77Het Repatriërings<strong>rapport</strong> neemt aldus aan, dat per 1 januari 1956 ruim 200.000 gerepatrieerdenin Nederland aanwezig waren, waarbij niet werden geteld de ná de repatriëringin Nederland geboren kinderen.Na 1 januari 1956 zijn meer personen gerepatrieerd, zodat thans, medio 1969, hettotale aantal op ongeveer 250.000 kan worden gesteld. Meer dan een schatting is ditaantal echter beslist niet.Een laatste punt mag in dit verband niet onaangeroerd blijven. Praktisch alle gerepatrieerde<strong>nl</strong>egden de 'schuld' voor hun min of meer gedwongen emigratie bij Nederland.Nederland had in hun ogen de plicht alle maatregelen te treffen die nodig waren om deterugkeer naar Nederland mogelijk te maken en hen aldaar zo goed mogelijk op tevangen. Nederland had zijn kolonie verspeeld en diende de mensen die het koninkrijktrouw hadden gediend en van de verkeerde politiek de dupe waren geworden, te steunenen tegemoet te komen. Dat de Indo-Europeanen naar Nederland kwamen, wasniet omdat zij zo op Nederland gesteld waren. Hun ressentimenten wegens vermoedeof reële achterstelling, rasdiscriminatie en onrechtvaardige behandeling waren nooitverdwenen en hadden voortdurend nieuw voedsel gekregen. Dat de Nederlandse regeringduidelijk liet merken dat zij van de Indo's verwachtte de nieuwe constellatie inIndonesië zonder meer te zullen aanvaarden, werd als grievend ervaren en werd te73
- Page 2 and 3:
Deze publikatie werd mogelijk gemaa
- Page 4 and 5:
Ministerie van Cultuur, Recreatie e
- Page 6 and 7:
Dit boek werd geschreven in opdrach
- Page 11 and 12:
het eerste verstaan wij het verkrij
- Page 13 and 14:
door ons beschreven groepen van all
- Page 15:
2 De ontvangende samenlevingAuteur:
- Page 18:
selijking van de bureaucratische in
- Page 21 and 22:
3 Het Overheidsbeleid inzake alloch
- Page 23 and 24: plichtingen en de Nederlandse grenz
- Page 25 and 26: 3. Absorptiebeleid, doeleinden3.1.
- Page 27 and 28: nauwelijks verbijzondering ondergaa
- Page 29 and 30: zijn te weinig in aantal, te gediff
- Page 31 and 32: die hiervoor in aanmerking wensten
- Page 33 and 34: geraken, werd in de vijftiger jaren
- Page 35 and 36: door de beheerders van de woonoorde
- Page 37 and 38: delijk overkoepelende organisatie v
- Page 39 and 40: plaatselijk niveau. Deze instelling
- Page 42 and 43: er, zoals vermeld, op gericht, de o
- Page 44 and 45: catie met de instanties, een iets,
- Page 46 and 47: 12. Rijksbegroting voor het dienstj
- Page 48 and 49: heeft. Het is geenszins de bedoelin
- Page 50 and 51: 'Als Christelijke Mogendheid is Ned
- Page 52 and 53: echte en dus zo'n uitzonderingsposi
- Page 54 and 55: tisch kunnen worden omschreven - al
- Page 56 and 57: gehuwde Europeanen geen recht op re
- Page 58 and 59: wat hoger geweest kan zijn. In 1940
- Page 60 and 61: De frustraties in de Indogroep ware
- Page 62 and 63: De kwestie van het landbezit is alt
- Page 64 and 65: Maar was de kolonisatie-idee dan ni
- Page 66 and 67: veranderingen op til waren. In het
- Page 68 and 69: woonde wat kleiner en moest het doe
- Page 70 and 71: van de goedwillendheid, de gunsten
- Page 72 and 73: De waarden en tradities van deze ma
- Page 76 and 77: meer als een bewijs gevoeld dat hun
- Page 78 and 79: Regelmatig ontvingen de gerepatriee
- Page 80 and 81: De meerderheidspartij, de ontvangen
- Page 82 and 83: De toch nog optredende moeilijkhede
- Page 84 and 85: dat men de politieke partijen beoor
- Page 86 and 87: onbevredigden). Zij zijn daar de ex
- Page 88 and 89: omstandigheden heeft verkeerd weet
- Page 90: Thema 1: 'People here always appear