De toch nog optredende moeilijkheden berusten voornamelijk op: niet-kunnen, nietweten,niet-willen.Het niet-kunnen is meestal een financieel probleem. Men kan het beoogde doel nietmet de gekozen middelen bereiken, doordat men over onvoldoende geldmiddelen beschikt.Met de financiële moeilijkheden gaat statusverlies gepaard. Vele spanningenzijn daarvan het gevolg.Het niet-weten is in feite een communicatieprobleem, waarvan bijvoorbeeld de moeilijkhedenin de bureaucratische sfeer getuigen.Het niet-willen betekent het afwijzen van bepaald instrumenteel rolgedrag. Zolang hetevenwel niet in werkelijk belangrijke gevallen voorkomt en zolang de betreffende persooneen aanvaardbaar alternatief heeft, mag men aannemen dat het niet-willen naverloop van tijd zal omslaan.Opmerkelijk is overigens hoeveel gerepatrieerden nog blijven refereren aan overeenkomstigrolgedrag dat in Indonesië gebruikelijk is geweest. In moeilijk te definiërensituaties in Nederland bleken personen uit de migratiecategorie Il en vooral uit m.k.III het gedrag te vertonen dat in Indonesië van de Indo-Europeaan tegenover de totokverwacht kon worden, terwijl lieden uit m.k. I ' ... geheel onbewust, van autoritairegedragspatronen gebruik maakten'. 88Tijdens het onderzoek viel het op, dat de gerepatrieerden van m.k. lIl, in gezelschapvan niet-gerepatrieerde Nederlanders, een gereserveerde en afwachtende houding aannamen.Toekomstplannen van personen van de m.k. III leken voorts afhankelijk teworden gesteld van het aanvaarden of toelaten ervan door de Nederlandse same<strong>nl</strong>eving,in tegenstelling tot personen van m.k. I, die erop rekenden de reactie van deNederlanders in de nieuwe situatie te kunnen manipuleren.Meermalen zag men aanpassing alleen optreden indien dat voor de gerepatrieerdennodig was, om moeilijkheden en conflicten te vermijden. 89Op het niveau van de participatie aan de Nederlandse same<strong>nl</strong>eving is vooral gelet opparticipatie verlopend via1. deelname aan georganiseerde groepen en verbonden,2. informele contacten, en3. conU11Unicatie door middel van andere media.'De algemene indruk is, dat de communicatie der gerepatrieerden met de Nederlandsesame<strong>nl</strong>eving zich (nog?) weinig voltrekt in individuele informele relaties en dat «massmedia»,in het bijzonder pers en radio, een belangrijke plaats innemen'. 90De informele contacten zochten de gerepatrieerden duidelijk met personen met gelijkeachtergrond, voornamelijk mensen die ook waren gerepatrieerd, of in elk geval metIndonesië bekend waren. De ouderen leken zich bijna geheel op familiecontacten terichten.Wat betreft Z.g. Indische verenigingen, als bijvoorbeeld de Nederlands-Indische Bondvan Ex-krijgsgevangenen, -geïnterneerden en Gerepatrieerden (N.LB.E.G.) en de Verenigingvan Indische Nederlanders (V.LN.), zegt het Repatriërings<strong>rapport</strong>:80
'Hoewel ongeveer 30% der geënquêteerde mannen en 20% der vrouwen met zeerweinig verschil tussen de migratiecategorieën, lid blijkt te zijn van een «Indische»organisatie, kan samenvattend worden gesteld dat de deelname aan de «Indische» verenigingengering is en dat de belangstelling, die men voor de bestaande verenigingenheeft voornamelijk gebaseerd is op de verwachting dat door dit intermediair een aantal'oude kwesties', zoals de schadeloosstelling voor geleden verliezen, tot een oplossingkunnen worden gebracht'.91Bezien we de participatie voor wat betreft de vrijetijdsbesteding, dan blijkt die plaatste hebben praktisch zonder dat er aan de Nederlandse same<strong>nl</strong>eving geparticipeerdwordt. Men besteedt zijn vrije tijd in de kring van familie en vrienden - meestal ookgerepatrieerden. Ontspanning houdt meestal in : bezoek, lezen, naar de radio luisteren,knutselen. In grotere steden is men soms lid van een tennis- of bridgeclub. In de sfeervan 'feestjes' of 'bonte avonden', een georganiseerde vorm van informeel verkeer, valtmen graag terug op Indische gedragspatronen. Men is dan 'onder ons', dat wil zeggen :vrij van controle door de Nederlandse same<strong>nl</strong>eving, waar men zichzelf op deze wijzevan distantieert. Zulke spontane feestjes kwamen voor onder leden van de m.k. II e<strong>nl</strong>Il, maar ook onder totoks.'In een nieuwe wijk woonden verspreid enkele gerepatrieerde gezinnen, op een enkeleuitzondering na van migratiecategorie I. Eén van hen had een andere uitgenodigd omsaté te komen maken en eten. Toen men daarmee bezig was geraakte men in een vrolijkestemming, men ging met een Indisch accent praten en men bootste de roep vande Indonesische saté-verkoper na. Men haalde herinneringen op en ging een duidelijkedistantie van «die Hollanders hier» vertonen. Op dit punt kreeg men behoefte aan eengrotere in-group en men begon andere gerepatrieerde buurtgenoten, ook hen met wiemen zeer oppervlakkige contacten had, en een andere kennis die als kind in Indonesiëwas geweest, uit te nodigen. Toen dit gezelschap bijeen was en één van de aanwezigenonder grote hilariteit zich met een Indonesische hoofddoek uitgedost had, trok men inhet late avonduur luid saté-satééé roepend met ketelmuziek door de omliggende stratenen ging daarna voldaan naar huis'. 92Wat betreft de politieke participatie valt op, dat de meeste gerepatrieerden zich, vóórzij naar Nederland kwamen, gedwongen hadden gezien politiek geïnteresseerd te zijn,aangezien hun existentie erdoor bepaald werd. In Nederland bleken zij zich ten aanzienvan Indonesië bij uitstek deskundig te achten. Een deskundigheid waar zijzelfnoch anderen baat bij hadden, want ze kon meestal alleen in informele kring geuitworden, terwijl alles 'toch verkeerd liep'. Naast het verwijt van ondeskundigheid aande Nederlanders in het algemeen en de regering in het bijzonder, koesterde men verdenkingenvan kwade trouw, en had men kritiek op de Nederlandse politieke instituties.Aldus blijkt dat de politieke interesse der gerepatrieerden in hoofdzaak gericht wasop de eigen situatie, waarbij de vroegere, Indische situatie als referentiekader diende,81
- Page 2 and 3:
Deze publikatie werd mogelijk gemaa
- Page 4 and 5:
Ministerie van Cultuur, Recreatie e
- Page 6 and 7:
Dit boek werd geschreven in opdrach
- Page 11 and 12:
het eerste verstaan wij het verkrij
- Page 13 and 14:
door ons beschreven groepen van all
- Page 15:
2 De ontvangende samenlevingAuteur:
- Page 18:
selijking van de bureaucratische in
- Page 21 and 22:
3 Het Overheidsbeleid inzake alloch
- Page 23 and 24:
plichtingen en de Nederlandse grenz
- Page 25 and 26:
3. Absorptiebeleid, doeleinden3.1.
- Page 27 and 28:
nauwelijks verbijzondering ondergaa
- Page 29 and 30:
zijn te weinig in aantal, te gediff
- Page 31 and 32: die hiervoor in aanmerking wensten
- Page 33 and 34: geraken, werd in de vijftiger jaren
- Page 35 and 36: door de beheerders van de woonoorde
- Page 37 and 38: delijk overkoepelende organisatie v
- Page 39 and 40: plaatselijk niveau. Deze instelling
- Page 42 and 43: er, zoals vermeld, op gericht, de o
- Page 44 and 45: catie met de instanties, een iets,
- Page 46 and 47: 12. Rijksbegroting voor het dienstj
- Page 48 and 49: heeft. Het is geenszins de bedoelin
- Page 50 and 51: 'Als Christelijke Mogendheid is Ned
- Page 52 and 53: echte en dus zo'n uitzonderingsposi
- Page 54 and 55: tisch kunnen worden omschreven - al
- Page 56 and 57: gehuwde Europeanen geen recht op re
- Page 58 and 59: wat hoger geweest kan zijn. In 1940
- Page 60 and 61: De frustraties in de Indogroep ware
- Page 62 and 63: De kwestie van het landbezit is alt
- Page 64 and 65: Maar was de kolonisatie-idee dan ni
- Page 66 and 67: veranderingen op til waren. In het
- Page 68 and 69: woonde wat kleiner en moest het doe
- Page 70 and 71: van de goedwillendheid, de gunsten
- Page 72 and 73: De waarden en tradities van deze ma
- Page 74 and 75: pensioen hadden gekregen. Velen beh
- Page 76 and 77: meer als een bewijs gevoeld dat hun
- Page 78 and 79: Regelmatig ontvingen de gerepatriee
- Page 80 and 81: De meerderheidspartij, de ontvangen
- Page 84 and 85: dat men de politieke partijen beoor
- Page 86 and 87: onbevredigden). Zij zijn daar de ex
- Page 88 and 89: omstandigheden heeft verkeerd weet
- Page 90: Thema 1: 'People here always appear