]:3M \éti
E<strong>en</strong> familie van baljuws Interessant ook is het Grafschrift Van mijn Gom Stans B<strong>en</strong>ningh, Baljuw van de Loosdrecht, Mijnd<strong>en</strong>, <strong>en</strong>de Teckop uit decem ber 1(127. Voor e<strong>en</strong> goed begrip: ‘rechtevoort’ betek<strong>en</strong>t ‘zojuist’ <strong>en</strong> ‘nos<strong>en</strong>’ is ‘verdriet d o<strong>en</strong>’. Verrotte be<strong>en</strong><strong>en</strong> van ons schier gedoelde stom, Welch lang e<strong>en</strong> Ha nnings noem gedroeg<strong>en</strong> heeft met eer<strong>en</strong>, Wilt doch uw nae-neef niet uyt uwe grafstee weer<strong>en</strong>; Ontfanght m 7 donckre hol, dat yeder e<strong>en</strong> maeckt lam, Hem wi<strong>en</strong> de str<strong>en</strong>ghe dood het lieve lev<strong>en</strong> neem In 7 midd<strong>en</strong> van sijn tijd, <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> u de zeereu Van oase quael<strong>en</strong> noch e<strong>en</strong> weynigh kunn<strong>en</strong> deer<strong>en</strong>, We<strong>en</strong>t dat ons rechtevoort dit onheyl over-quam. Enghy ooek blanche Dracht, die in de Loosdrechts wij ek<strong>en</strong> De voll<strong>en</strong> over-vloed niet volle vloed<strong>en</strong> loost, 7 Is recht, dat desa dood u op het hooghste noosl Dat ghy de golfjes heet wat loomer he<strong>en</strong> te strijek<strong>en</strong> Voor-bij de kant<strong>en</strong> van uw vette boter-wey. En luystert in het oor der glaasjes droef geschrey. Het geslacht B<strong>en</strong>ning of Banning was e<strong>en</strong> zeer voornaam Amsterdams geslacht, dat daar eeuw<strong>en</strong>lang de schep<strong>en</strong>bank <strong>en</strong> de burgemeesterszetel bezet heeft gehoud<strong>en</strong>. Het had belangrijke bezitting<strong>en</strong> in h et Gooi, met nam e in Blaricum. In Loosdrecht, Mijnd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Teckop (bij Cock<strong>en</strong>g<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> led<strong>en</strong> van familie Banning ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong> hel baljuwschap uitgeoef<strong>en</strong>d. De hier bewe<strong>en</strong>de Stans wordt ook vermeld als Stans Banning Texel. Blijkbaar hechtte de dichter er aan, dat de relatie tuss<strong>en</strong> de Bannings <strong>en</strong> de Bodecheers naar buit<strong>en</strong> toe goed zichtbaar was: ik k<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> andere Bodecheer die zich Bodecheer Banning noem de. Hoe de relatie precies was heb ik niet kunn<strong>en</strong> nagaan. Het ambt zou wel in de familie blijv<strong>en</strong>, waarover later. 1 Van juli 1630 dateert e<strong>en</strong> gedicht in de Leydsche Oorlofdagh<strong>en</strong> dat nog wat m eer informatie geeft over de familieverhouding<strong>en</strong>. H et is in Leid<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft dit opschrift: Voor-spoedighe Reys A<strong>en</strong> mijn Neef de E. Heer Albertus Conradus van der Burch (...) als hy voor Ambassadeur nae Moscovi<strong>en</strong> trock, <strong>en</strong>de mijn broeder Adria<strong>en</strong> Bodecheer in syngeselschap medegingh. In het exemplaar 505 E 24 van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek zit onder deze tekst e<strong>en</strong> strookje geplakt m et de mededeling: voor Secretaris. Van der Burgh verbleef van juli 1030 tot oktober 1631 aan het hof van de tsaar van Moscovië. Hij was bevri<strong>en</strong>d met die andere bek<strong>en</strong>de baljuw, van Gooiland dit keer, P.G. Hooft, m et wie hij via di<strong>en</strong>s eerste vrouw Ghristina van Erp ook verwant was. Hooft hield Van der Burgh gedur<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>s verblijf in Rusland per brief op de hoogte van wat er in de rest van de wereld zoal plaatsvond, waarbij hij <strong>en</strong> passant Rusland (d a t drabbigh water) uitsloot van de besc haafde volk<strong>en</strong>.7Hoe precies de familierelatie met de Bodccheers was moet nog uitgezocht word<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> ander verband spreekt de dichter Bodecheer over Albert Co<strong>en</strong>raedsz Burgh als over zijn ‘bloedverwant', wal de relatie ook niet veel duidelijker maakt. Van Neptunus wordt in liet gedicht beweerd, dat hij Van der Burghs naam verhoest dickw ils heeft hooi<strong>en</strong> dondr<strong>en</strong>, S e lf in B rasili<strong>en</strong> Voor broer Adria<strong>en</strong> had hij nog deze w<strong>en</strong>s: Ghij Broeder, oudste lack van beyd ’ ons ouders telgh<strong>en</strong>, Noch dood, noch holle Zee zal uwe siel verswelgh<strong>en</strong>, In het geselschap is alle<strong>en</strong> uw veyligheyd. De Hemel slijp uw breyn <strong>en</strong> wil uw jonghe jaer<strong>en</strong> Voor uw geboort<strong>en</strong>s plaats in rijper tijd bewaer<strong>en</strong>! Die plicht is yeder in 7 besonder op-geleyt. En zeker om hem gerust te stell<strong>en</strong> volgt dan weer de eerder g<strong>en</strong>oem de lijfspreuk Quotidie morimur. Nederduytsche Gedicht<strong>en</strong>Xmdde de overbodig lijk<strong>en</strong>de ondertitel van de bundel Leidsche Oorlofdagh<strong>en</strong> van 1630. De lijfspreuk maakt echter al duidelijk, dat voor deze dichter het Latijn e<strong>en</strong> net zo voor de hand ligg<strong>en</strong>d medium was als zijn moedertaal. In zijn milieu schreef m <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in het Nederlands gedur<strong>en</strong>de zijn ‘oorlofdag<strong>en</strong>’. De bundel Poëmata die Janus Bodecherus Banningius in 1637 in Leid<strong>en</strong> liet verschijn<strong>en</strong> di<strong>en</strong>de waarschijnlijk vooral e<strong>en</strong> public-relationsdoel. Bijna driehonderd bladzijd<strong>en</strong> Latijnse gedicht<strong>en</strong>, opgedrag<strong>en</strong> aan zo ongeveer alle grote schrijvers <strong>en</strong> geleerd<strong>en</strong> van die tijd: Daniël Heinsius <strong>en</strong> Jacob Gats (aan wie ook de Oorlofdag<strong>en</strong> opgedrag<strong>en</strong> war<strong>en</strong> geweest), Vossius, Barlaeus, Schriverius, Huyg<strong>en</strong>s, Hugo de Groot <strong>en</strong> Anna Maria van Schuurman, om alle<strong>en</strong> m aar <strong>en</strong>kele van de bek<strong>en</strong>dste te noem <strong>en</strong>, die op hun beurt weer lofdicht<strong>en</strong> voor Bodechecrs bundel produceerd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kleine dertig jaar later zou de Amsterdamse dokter-dichter Willem Godschalk van Focqu<strong>en</strong>broch zijn bundel Thalia opdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> aap. Behalve de intellectuele <strong>en</strong> artistieke elite van zijn tijd kom<strong>en</strong> in de Poëmata ook de familieled<strong>en</strong> van de dichter aan bod. Zo is er e<strong>en</strong> T V E 15e jrg. <strong>1997</strong> 123
- Page 1 and 2:
TVE 15e jrg. nr. 2, mei 1997 Tussen
- Page 3 and 4:
TVE 15e jrg. nr. 2. mei 1997 Tussen
- Page 5 and 6:
Voorwoord A lgem een w ordt aangeno
- Page 7 and 8:
Weesp LEGENDA RONDE VENEN Vecht Bre
- Page 9 and 10:
laatm iddeleeuw se ontginning, of d
- Page 11 and 12:
Weesp LEGENDA RONDE VENEN mm Veenko
- Page 13 and 14:
Literatuur D.E.H. de Boer, Graaf en
- Page 15 and 16:
De Heren Van Amstel en Van Amstel v
- Page 17 and 18:
De verkiezing van de proost van St.
- Page 19 and 20:
overtollige water in de Vecht. De n
- Page 21 and 22:
A melis lil Afb. 3. Zegel van Woute
- Page 23 and 24:
1572 en de vader was troosteloos. I
- Page 25 and 26: De Ruïne van Mijnden Een aardige p
- Page 27 and 28: n e e r op 2,5 cent p er dag! Een b
- Page 29 and 30: Afb. 6. Watermolen te Mijnden. W Ï
- Page 31 and 32: 3E t # 4; « i b f ;.d w .'4 .' m m
- Page 33 and 34: iSÉiaBS ■ n g ■ : « s m safsp
- Page 35 and 36: x; (huie tes®»* ........... mr.r,
- Page 37 and 38: eleggen.' Die vond op 1 decem ber 1
- Page 39 and 40: ook te hulp, eerst m et directe fin
- Page 41 and 42: aanm erking genom en h et verlies v
- Page 43 and 44: De m inister van W aterstaat besloo
- Page 45 and 46: nv energieproduktiebedrijf una *»p
- Page 47 and 48: Vliegreizen: Naar Parijs f 30.- Rom
- Page 49 and 50: *» «,»* * t* r r i j i | «ter O
- Page 51 and 52: Hat U Amsterdam D iem ea Maiden >*r
- Page 53 and 54: zondheidscom m issie ech te r had u
- Page 55 and 56: zou ondervinden van de onttrekking
- Page 57 and 58: De buitenplaats E ikenrode ( ‘het
- Page 59 and 60: De eerste steen van het landhuis we
- Page 61 and 62: a l P ? * - . a , ; *.*■ - .
- Page 63 and 64: J o n k h e e r H e n ri van Sypest
- Page 65 and 66: .... jonkheer Henri van Sypesteyn i
- Page 67 and 68: s s a t /
- Page 69 and 70: ■.. V \ - . f > ■ ■ ■ ' #9$
- Page 71 and 72: Jonkheer Catharinus Henri Cornells
- Page 73 and 74: ning dc au th en ticiteit van het k
- Page 75: Jo h a n n e s B o d e c h e e rB e
- Page 79 and 80: En wat voor een Bataaf waarli jk pa
- Page 81 and 82: AJb. 2. De aanleg van het Vliegveld
- Page 83 and 84: Ajb. 4. Op 9 mei 1940, één dag vo
- Page 85 and 86: A/b. 6. Hangar en havenkantoor, 199
- Page 87 and 88: ■ • -? wam i t • * a t ‘M
- Page 89 and 90: Activiteiten van de Stichting Tusse
- Page 91 and 92: De Historische Kring Loosdrecht J.
- Page 93 and 94: Varia C. van Aggelen (geb. 1954). G
- Page 95 and 96: J& L Geen b edrijf in Nederland kan
- Page 97 and 98: S T A A LK O N S T R U K T IE Teven
- Page 99 and 100: Uitgeverij Verloren: MAAKT GESCHIED