5.5.5 Recirculatiepomp (Fig. 8)De condensatie van waterdamp in de rookgassenvan de verwarmingsketel (condens) treedtop wanneer de temperatuur van het retourwaterlager is dan 55°C en is vooral relevant tijdens deinschakeling ‘s morgens, nadat de verwarmingsketelde hele nacht uit is geweest. Deze condensis zuur en corrosief en tast, in de loop dertijd, het plaatwerk van de ketel aan. Daarom ishet gebruik van een recirculatiepomp wenselijk,die de functie heeft de condensvorming tegen tegaan, en die tussen de aanvoer- en retouraansluitingengemonteerd moet worden, stroomopwaartsten opzichte van de eventuelemengklep. De pomp moet tijdens de werkingsperiodesvan de installatie zorgen voor een debietdat tussen 20 en 30% van het totaal ligt; en moetbovendien voor een minimumtemperatuur vanhet retourwater van 55°C zorgen, terwijl devereiste drukhoogte vrij laag is, omdat alleen deweerstand van de ketel en de kleppen overwonnenhoeft te worden. Om de effectieve retourtemperatuurvan de installatie te meten met hetdoel de anti-condenspomp te sturen of de functiesvoor stabiele temperatuurregeling te beheren,moet een houder voor de sensor gemonteerdworden op een afstand die gelijk is aan 3-5maal de diameter van de retourbuis stroomopwaartsten opzichte van de waterkoppeling.5.6 Opening en afstelling voorste deurBij de <strong>PREXTHERM</strong> <strong>RSW</strong> modellen 92÷1060wordt de deur scharnierend bevestigd enomgekeerd volgens de aanwijzingen in Fig. 9.Hiertoe moten de volgende handelingen wordenuitgevoerd:- De deur wordt gemonteerd met vier gelijkescharnieren, de pennen (pos. 3) wordenzowel rechts als links in de steun aangebracht(pos. 1). Voor de openingsrichting, derechter of linker pennen verwijderen, en vervolgensde deur met de schroeven bevestigen(pos. 6).- De axiale afstelling is mogelijk door de bevestigingsmoerenvaster of losser te draaien.Legenda (Fig. 9)1 Steunbeugel scharnier2 Scharnier3 Scharnierpen4 Bevestigingsschroef en moer5 Bus6 Bout en sluitringBij <strong>PREXTHERM</strong> <strong>RSW</strong> modellen 1250÷3600wordt de deur scharnierend bevestigd enomgekeerd volgens de aanwijzingen in Fig.10. Hiertoe moeten de volgende handelingenworden uitgevoerd:- Draai de moeren (pos. 8) aan de sluitzijdelos, en open de deur.- Zet de moeren (pos. 8) weer aan de sluitzijdevast, en sluit de deur.- Draai de reservemoeren (bij de ketelaccessoires geleverd) aan op pos. 8, en zet zegoed vast.- Draai de moeren (pos.7) met betrekking tothet scharnierende gedeelte los.- Open de deur en draai de moeren (pos. 6) los.- Sluit de deur en gebruik een stel moeren(pos. 7).Legenda (Fig. 10)1 Bevestigingsstift2 Steunmoer scharnierpen3 Steunoren scharnieren4 Scharnierpen5 Aan pen gelaste bout6 Bevestigingsmoer bout-deur7 Bevestigingsmoer bout-deur8 Bevestigingsmoer bout-deur5.7 Montage van de brander (Fig. 11)De montage van de brander aan de deur van deketel moet een perfecte afdichting van de verbrandingsproductengaranderen. Nadat de brander opde ketel geïnstalleerd is, moet de ruimte tussen debranderpijp en het vuurbestendige materiaal vande deur worden opgevuld met de bijgeleverdelaag keramische vezel (A). Dit voorkomt dat dedeur oververhit raakt, waardoor hij onherstelbaarvervormd zou worden. De brandstofaansluitingenop de brander moeten zo worden geplaatst dat dedeur van de ketel volledig kan worden geopendmet de brander gemonteerd.<strong>RSW</strong> L min. (mm) L max. (mm) S92-152 230 300 172190-350 250 320 192469-600 290 360 218720-1060 320 390 2391250-1480 320 390 2481890 340 410 2622360 340 470 2623000-3600 350 480 2725.8 Aansluiting van het kijkglas voor vlamcontrole(Fig. 12)Het kijkglas voor vlamcontrole is voorzien vaneen drukaansluiting (1) die via een siliconenofkoperbuis met de aansluiting op de brander(2) moet worden verbonden. Hierdoor kan deblaaslucht van de ventilator het kijkglas koelenen voorkomen dat het zwart wordt. Als de buisniet op het kijkglas wordt aangesloten, kan hetcontroleglaasje breken.5.9 Montage van de panelen mod. 92÷300Sequentie (Fig. 13)a) Bevestig de 2 steunen (pos. 17) aan de ketelplatenmet behulp van de betreffende schroevenen moeren.b) Plaats de onderste zijpanelen (pos. 2 en 4),door ze aan de steun vast te haken (pos. 17).Om te weten welke van de twee zijkanten derechter of de linker is, kijkt u naar het gat voorhet plaatje van de kabeldoorvoer (pos. 9), datnaar de voorzijde van de ketel gericht moet zijn.c) Plaats de bovenste zijpanelen (pos.1 en 3),door ze aan de steunen van de ketel vast tehaken.d) Bevestig het bedieningspaneel aan hetbovenpaneel (pos. 5).e) Leg het bovenpaneel (pos. 5), compleet methet bedieningspaneel, op het zijpaneel(pos. 1), compleet met veren, sluitpennen enmoeren (pos. 14-15-16).f) Breng de voelers van de instrumenten in de hulzenaan, zoals getoond in fig. 13-20, en maakdeelektrische verbinding tussen het bedieningspaneelen de voedingsleiding, de brander eneventuele pompen enz. De sensoren moetenvolledig in de betreffende houders worden aangebracht,voor een beter contact. Zet vervolgensde capillairs met de veren vast. Sluit het dekselvan de schakelkast, voer de stekker van debrander door het zijplaatje (pos. 9) en zet de kabelmet de meegeleverde kabelklem vast. Bevestighet plaatje (pos. 9) met de schroeven (pos. 10).g) Monteer het bovenpaneel (pos. 6) aan hetzijpaneel (pos. 3) compleet met veren, sluitpennenen moeren (pos. 14-15-16).h) Monteer het achterpaneel (pos. 8) aan deketel door middel van de schroeven (pos. 13)en de moeren (pos. 14).i) Monteer het voorpaneel (pos. 7) aan de voorstedeur door middel van de schroeven(pos. 11) en de moeren (pos. 12). Het paneelmoet vóór de installatie van de brandergemonteerd worden.j) Breng het typeplaatje op de verwarmingsketelaan, zie hoofdstuk 1.4, door het betreffendegedeelte te reinigen en te ontvetten met eengeschikt oplosmiddel, en het label goed op teplakken. Verwijder het typeplaatje niet, omdathet zijn kleefkracht daardoor verliest.Het typeplaatje bevindt zich in de documentenmap.5.10 Montage van de panelen mod. 350÷1060Sequentie (Fig. 14)a) Bevestig de 2 steunen (pos. 24) aan de ketelplatenmet behulp van de betreffende schroevenen moeren.b) Plaat de onderste zijpanelen (pos. 3 en 4 - 7en 8) voorzichtig, door ze aan de steun vastte haken (pos. 24). Om te weten welke vande twee zijkanten de rechter of de linker is,kijkt u naar het gat voor het plaatje van dekabeldoorvoer (pos. 15), dat naar de voorzijdevan de ketel gericht moet zijn.c) Plaats de bovenste zijpanelen (pos. 1 - 2 en5 - 6), door ze aan de steunen van de ketelvast te haken.d) Bevestig het bedieningspaneel aan hetvoorste bovenpaneel (pos. 9).e) Leg het bovenpaneel (pos. 9), compleet methet bedieningspaneel, op het zijpaneel(pos. 1) compleet met veren, sluitpennen enmoeren (pos. 20-21-22) .f) Breng de voelers van de instrumenten in de hulzenaan, zoals getoond in fig. 14-21, en maak deelektrische verbinding tussen het bedieningspaneelen de voedingsleiding, de brander en eventuelepompen enz. De sensoren moeten volledigin de betreffende houders worden aangebracht,voor een beter contact. Zet vervolgens de capillairsmet de veren vast. Sluit het deksel van deschakelkast, voer de stekker van de branderdoor het zijplaatje (pos. 15) en zet de kabel metde meegeleverde kabelklem vast. Bevestig hetplaatje (pos. 15) met de schroeven (pos. 16).g) Monteer de steun (pos. 23)h) Monteer de bovenpanelen (pos. 11-12-10),door ze vast te haken aan de zijpanelen (pos.2-5-6) compleet met veren, sluitpennen enmoeren (pos. 20-21-22).i) Monteer het achterpaneel (pos. 14) aan deketel door middel van de schroeven (pos. 19)en de moeren (pos. 25).j) Monteer het voorpaneel (pos. 13) aan de voorstedeur door middel van de schroeven (pos. 17) ende moeren (pos. 18). Het paneel moet vóór deinstallatie van de brander gemonteerd worden.k) Breng het typeplaatje op de verwarmingsketelaan, zie hoofdstuk 1.4, door het betreffendegedeelte te reinigen en te ontvetten met een- 68 -
geschikt oplosmiddel, en het label goed op teplakken. Verwijder het typeplaatje niet, omdathet label zijn kleefkracht verliest.Het typeplaatje bevindt zich in de documentenmap.6. STANDAARD INSTRUMENTENPANEEL6.1 Paneel (Fig. 15)Het bijgeleverde instrumentenpaneel, vervaardigdvan kunstof met beschermingsgraad IP40,biedt plaats aan de regel- en veiligheidsinstrumenten.De elektrische installatie van deverwarmingsketel moet:- ontworpen en aangelegd zijn door gekwalificeerdpersoneel en aangesloten zijn op eenaardinstallatie in overeenstemming met degeldende wettelijke voorschriften.- geschikt zijn voor de maximale vermogensopnamevan de verwarmingsketel met elektrischekabel het een geschikte doorsnede.De aardingsdraad in de voedingkabels en deverbindingskabels naar de brander moet enkelemm langer zijn dan de andere draden in dezelfdekabel. Voor verbindingen tussen de brander,het elektrisch paneel en de voeding wordt hetgebruik van H07 RN-F kabels voor zichtbareinstallatie aanbevolen. Voor andere installatietypenof voor bijzondere omgevingscondities,wordt verwezen naar de geldende voorschriften.De samenstelling en diameter van de dradenmoet worden berekend op basis van het stroomverbruikvan de brander. Om bij de instrumentente komen, het voorpaneel draaien (A). Om bijhet klemmenbord te komen en de capillairs vande thermostaten en de thermometer af te wikkelen,het bovenpaneel verwijderen (B), na de 2zijdelingse schroeven (C) te hebben losgedraaid.De regelthermometers (12-13 - Fig. 16)kunnen door de gebruiker worden afgesteld,door middel van de knop aan de voorkant.De veiligheidsthermostaat heeft een vasteafstelling en manuele reset, zoals voorzien doorhet Italiaanse Min. Besluit 1/12/75, bundel R.Het volgende is verplicht:- het gebruik van een tweepolige overbelastingsschakelaar,netschakelaar, in overeenstemmingmet de CEI-EN normen (minimaleopenen van de contacten 3 mm)- het aanhouden van de polariteit L1 (fase) -N (nulleider)- het gebruik van kabels met een minimaledoorsnede van 1.5 mm 2 , compleet met kabelschoenpennen.- het raadplegen de bedradingsschema’s indeze handleiding voor elke ingreep van elektrischeaard.- het uitvoeren van een efficiënte aardaansluiting.- de waterleidingen mogen niet worden gebruiktvoor het aarden van het apparaat.De fabrikant kan niet aansprakelijk wordengesteld voor eventuele schade als gevolg vanhet ontbreken van een aardaansluiting van hetapparaat en het niet navolgen van de aanwijzingenin de elektrische schema’s. Voor de aardaansluitingvan het ketellichaam is een aansluitpuntvoorzien op het voorste kopstuk.6.2 Vooraanzicht paneel(Fig. 16)Legenda1 Inschakelknop circulatiepomp2 Inschakelknop brander3 Inschakelknop verwarmingsketel4 Testknop5 Resetknop veiligheidsdrukschakelaar6 Watertemperatuur verwarmingsketel7 LED verwarmingsketel aan8 LED 1e vlam brander9 LED 2e vlam brander10 LED blokkering brander11 LED veiligheidsdrukschakelaar12 Thermostaat TR1 regeling 2 e vlam brander13 Thermostaat TR1 regeling 1 e vlam brander14 Vooruitrusting voor temperatuurregelaar6.3 Schema van de elektrische aansluitingenklemmenbord230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding (fase)230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding (nulleider)230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding (aarddraad)AARDSCHROEF230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding brander (aarde)230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding brander (fase)230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding brander (nulleider)Vrijgave naar brander werking 1 e vlamVrijgave naar brander werking 1 e vlamVrijgave naar brander werking 2 e vlamVrijgave naar brander werking 2 e vlamSignaal van brander blokkeringSignaal van brander werking 2 e vlamMaximaal stroomverbruik3 AmpèreNLAARDSCHROEF230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding circulatiepomp (aarde)230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding circulatiepomp (fase)230 Vac 50-60Hz eenfasevoeding circulatiepomp (nulleider)Maximaal stroomverbruik3 AmpèreRemote inschakelvrijgave verwarmingsketelRemote inschakelvrijgave verwarmingsketelExterne veiligheidsvrijgave verwarmingsketelExterne veiligheidsvrijgave verwarmingsketelDoorverbinden indien niet aanwezigDoorverbinden indien niet aanwezigRuimtethermostaat of eventueel remote startsysteem circulatieRuimtethermostaat of eventueel remote startsysteem circulatieDoorverbinden indien niet aanwezig- 69 -