06.05.2013 Views

november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta

november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta

november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

het aan Y. toegebrachte leed uitzonderlijk<br />

groot is, zonder daarbij afbreuk te<br />

doen aan de ernst en het verwerpelijk<br />

karakter van het handelen van Z. Anderzijds<br />

weegt mee dat Z. aanvankelijk<br />

heeft ontkend Y. onzedelijk te hebben<br />

betast, welk feit hij later heeft bekend,<br />

toen nog een aangifte van ontuchtig<br />

handelen was gevolgd van een andere<br />

pupil van 'De B.'. Aangenomen kan<br />

worden dat deze aanvankelijke ontkenning<br />

door Z. mede tot gevolg heeft gehad<br />

dat Y. door de leiding van 'De B.'<br />

eerst niet werd geloofd en Y. (en X.) na<br />

de gebeurtenis op 'De B.' van die zijde<br />

geen opvang en steun heeft verkregen.<br />

Aannemelijk is dat een en ander de verwerking<br />

door Y. van het gebeuren zal<br />

hebben bemoeilijkt.<br />

Alle omstandigheden in onderlinge samenhang<br />

bezien acht de president een<br />

voorschot van ƒ 5.000,- op vergoeding<br />

van door Y. geleden immateriële schade<br />

redelijk en billijk. Nu het hier een<br />

naar billijkheid vastgesteld bedrag betreft,<br />

is in zoverre geen plaats meer<br />

voor matiging van schadevergoeding.<br />

Dit geldt in dit kort geding nog te meer,<br />

nu slechts sprake is van een voorschot<br />

op de schadevergoeding. Aannemelijk<br />

is dat genoemd bedrag van ƒ 5.000,ook<br />

in een eventuele bodemprocedure<br />

toewijsbaar zal zijn. Gelet hierop legt<br />

het restitutierisico niet een zodanig<br />

zwaar gewicht in de schaal, dat dit aan<br />

toewijzing van genoemd bedrag (zonder<br />

nadere voorwaarden) in de weg<br />

staat.<br />

2.6. Nu X., voor wat betreft het door<br />

haar gevorderde voorschot, slechts<br />

deels in het gelijk wordt gesteld, bestaat<br />

aanleiding de kosten van het geding<br />

als na te melden te compenseren.<br />

(...)<br />

Sextoerisme<br />

Nr 810<br />

Hof 's-Gravenhage<br />

26 februari 1997<br />

Mrs De Savornin Lohman, Harms,<br />

Gerritzen<br />

OM tegen van de,r S, advocaat mr D.<br />

van der Landen<br />

Ontucht, sexuele kindermishandeling<br />

in buitenland, verkrachting<br />

Art. 6 EVRM, art. 261 Sy, art. 27, 36b,<br />

36c, 36d, 47, 57, 240b, 242, 243, 245,<br />

247 WvSr.<br />

Van der S wordt ervan beschuldigd<br />

dat hij: kinderporno in voorraad<br />

heeft gehad en hiervan een gewoonte<br />

RECHTSPRAAK<br />

heeft gemaakt, (meermalen) ontucht<br />

heeft gepleegd met een vrouw van<br />

wie hij weet dat zij in staat van lichamelijke<br />

onmacht verkeert, samen<br />

met iemand anders een vrouw<br />

verkracht heeft en in de Filipijnen<br />

sexueel binnengedrongen is bij een<br />

meisje jonger dan twaalf jaar dan<br />

wel ontuchtige handelingen heeft gepleegd,<br />

mede bestaand uit het sexueel<br />

binnendringen van het lichaam,<br />

met een meisje tussen de twaalf en<br />

zestien jaar. In hoger beroep eiste de<br />

Procureur-Generaal een straf van<br />

zes jaar en veroordeelde het hof de<br />

verdachte tot vijf jaar.<br />

(...)<br />

Het vonnis waarvan beroep<br />

De arrondissementsrechtbank te 's-<br />

Gravenhage heeft de verdachte bij<br />

voormeld vonnis op tegenspraak wegens<br />

misdrijven veroordeeld tot vijf<br />

jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.<br />

De officier had 8 jaar onvoorwaardelijke<br />

gevangenisstraf gevorderd.<br />

De beslissing op het hoger beroep<br />

Het hof komt na opnieuw gehouden<br />

onderzoek tot een andere bewezenverklaring<br />

dan de eerste rechter in het vonnis,<br />

waarvan beroep. Daarom wordt het<br />

vonnis vernietigd en wordt opnieuw<br />

recht gedaan.<br />

De toepasselijkheid van de Nederlandse<br />

strafwet<br />

Op de onder 4, 5 en 6 tenlastegelegde<br />

feiten, die in Manilla op de Filippijnen<br />

zijn begaan, is door de Filippijnse wet<br />

straf gesteld, terwijl die feiten in Nederland<br />

als misdrijven worden beschouwd.<br />

Ten aanzien van genoemde<br />

feiten is derhalve de Nederlandse strafwet<br />

van toepassing.<br />

Geldigheid van de dagvaarding ten<br />

aanzien van de dagvaarding<br />

De verdediging heeft aangevoerd dat<br />

de inleidende dagvaarding op een aantal<br />

onderdelen nietig moet worden verklaard.<br />

Ten eerste had er geen foto- en<br />

videomateriaal in de tenlastelegging<br />

opgenomen mogen worden, omdat<br />

door deze opname in de tenlastelegging<br />

de foto's en video's ook bewezen moeten<br />

worden verklaard, hetgeen onmogelijk<br />

is.<br />

Het hof overweegt hierover hieromtrent,<br />

dat opname van foto- en/of videomateriaal<br />

als geïntegreerd, en mitsdien<br />

te bewijzen, onderdeel van de<br />

tenlastelegging niet mogelijk is. Als in<br />

de tenlastelegging slechts wordt ver-<br />

wezen naar dit materiaal en het de individualisering<br />

van de aan de verdachte<br />

verweten gedraging ten goede komt is<br />

het wel mogelijk. En in deze zin moet<br />

de betreffende tenlastelegging begrepen<br />

worden.<br />

Voorts heeft de raadsman aangevoerd<br />

dat de tenlastelegging strijdig is met de<br />

informatiefunctie als bedoeld in artikel<br />

6 lid 3, sub a EVRM. In de tenlastelegging<br />

zijn tellerstanden opgenomen ,<br />

welke verwijzen naar onderdelen van<br />

videobanden. Daar tellerstanden per<br />

videorecorder kunnen verschillen,<br />

weet verdachte niet naar welk onderdeel<br />

van de band de tenlastelegging<br />

verwijst.<br />

Het hof verwerpt dit verweer. Weliswaar<br />

kan de tellerstand per videorecorder<br />

enige geringe afwijking vertonen,<br />

maar zowel bij de behandeling ter terechtzitting<br />

in eerste aanleg als die in<br />

hoger beroep is gebleken dat de in de<br />

tenlastelegging bedoelde passages op<br />

de band snel en zonder enig probleem<br />

te vinden waren en er geen enkele discussie<br />

bestond over de bedoelde lengte<br />

en inhoud. Voor verdachte is derhalve<br />

steeds voldoende duidelijk geweest<br />

waartegen hij zich had te verdedigen.<br />

Geldigheid van de inleidende dagvaarding<br />

ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde<br />

De raadsman heeft aangevoerd dat het<br />

onder 1 tenlastegelegde feit niet voldoet<br />

aan de eisen van art. 261 Sv nu die<br />

tenlastelegging onbegrijpelijk is aangezien<br />

verdachte wordt tenlastegelegd<br />

(ex art. 240b Sr) dat hij ... materiaal<br />

'heeft vervaardigd en/of ingevoerd<br />

en/of in voorraad heeft gehad'... 'immers<br />

is bij verdachte "materiaal aangetroffen".'<br />

Het hof is het hiermee eens en vernietigt<br />

de tenlastelegging partieel en wel<br />

het onderdeel waarin verdachte wordt<br />

verweten: heeft vervaardigd en/of heeft<br />

ingevoerd.<br />

Voorts is verdachte tenlastegelegd dat<br />

hij kinderporno 'in voorraad heeft<br />

gehad' hetgeen zou moeten blijken uit<br />

het feit dat bij verdachte als zodanig<br />

te kwalificeren 'afbeeldingen zijn aangetroffen'.<br />

De raadsman stelt hieromtrent<br />

dat het aantreffen van materiaal<br />

bij de verdachte niets zegt over het bezit<br />

daarvan en "zelfs als dat zo zou zijn,<br />

dan sluit het begrip 'in voorraad hebben'<br />

niet aan bij de in de tenlastelegging<br />

opgenomen feitelijke omschrijving.<br />

Het hof verwerpt dit verweer<br />

aangezien het aantreffen van materiaal<br />

het in voorraad hebben daarvan kan<br />

impliceren, zodat niet valt in te zien dat<br />

1997 nr 6 17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!