november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta
november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta
november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Voor <strong>vrouwen</strong> die als zelfstandigen in<br />
Nederland in de prostitutie willen werken,<br />
lijkt de situatie iets anders, in het<br />
bijzonder voor degenen die afkomstig<br />
zijn uit landen die per overeenkomst<br />
met de EU zijn geassocieerd. Dat zijn<br />
enkele Oosteuropese landen, zoals Polen,<br />
Tsjechië, Slowakije, Bulgarije,<br />
Roemenië, Hongarije, en de Baltische<br />
staten. In deze associatie-overeenkomsten<br />
is de mogelijkheid tot vrije vestiging<br />
als zelfstandige geopend. Onderdanen<br />
van deze geassocieerde landen<br />
hebben bij vestiging binnen de EU<br />
recht op een behandeling 'die niet minder<br />
gunstig is dan die welke aan de eigen<br />
onderdanen wordt verleend'; onder<br />
'vestiging' wordt daarbij verstaan het<br />
recht op toegang tot en uitoefening van<br />
economische activiteiten anders dan in<br />
loondienst.<br />
Het ministerie van Justitie tracht echter<br />
vrije vestiging van prostituees te voorkomen<br />
door te beschikken dat prostitutie<br />
geen 'economische activiteit' is in<br />
de zin van de overeenkomsten. Prostitutie<br />
is 'geen maatschappelijk geaccepteerde<br />
vorm van beroepsuitoefening'<br />
en kan niet worden beschouwd als 'reguliere<br />
arbeid noch als vrij beroep in<br />
het gangbaar juridisch spraakgebruik'.<br />
Een prostituee die hiertegen in beroep<br />
gaat voert aan dat prostitutie wel degelijk<br />
een economische activiteit in de zin<br />
van het <strong>verdrag</strong> is, en wijst daarbij onder<br />
andere op een beschikking van de<br />
staatssecretaris van Justitie bijna tien<br />
jaar geleden waarin aan een Italiaanse<br />
vrouw, die als zelfstandig werkende<br />
prostituee in haar onderhoud voorzag<br />
een verblijfsvergunning 'voor het verrichten<br />
van arbeid' is verleend (dd. 24<br />
<strong>november</strong> 1988, nr. 8609.02.005 Hz,<br />
MR 1989, 22). Als voor EU-onderdanen<br />
prostitutie arbeid is, is het dat ook<br />
op zijn minst voor onderdanen uit met<br />
de EU geassocieerde landen; in ieder<br />
geval dat vereisen de associatieovereenkomsten.<br />
Gewezen had ook nog kunnen worden<br />
op een andere inconsequentie in het<br />
Nederlandse vreemdelingenbeleid: als<br />
het om tewerkstelling en verblijf in Nederland<br />
gaat is prostitutie arbeid, waarvoor<br />
dan ook volgens de Wav een (zij<br />
het per definitie niet te verkrijgen) tewerkstellingsvergunning<br />
en een voor<br />
arbeid geldige verblijfstitel noodzakelijk<br />
zijn; maar als het vrije vestiging als<br />
zelfstandige betreft zou prostitutie<br />
plotseling geen arbeid meer zijn.<br />
In de gepubliceerde uitspraak, in casu<br />
een Tsjechische vrouw, vernietigt de<br />
rechter deze beschikking op grond van<br />
een motiveringsgebrek. Het ministerie<br />
RECHTSPRAAK<br />
heeft onvoldoende duidelijk gemaakt<br />
waarom prostitutie geen economische<br />
activiteit in de zin van de associatieovereenkomsten<br />
is. Het ministerie<br />
moet zijn motivering herzien. Wordt<br />
dus vervolgd.<br />
In een ding blijkt het Nederlandse prostitutiebeleid<br />
ondertussen wel degelijk<br />
consequent: prostituees van buiten de<br />
EU worden met alle mogelijke en -<br />
naar het zich in deze zaak laat aanzien<br />
- onmogelijke middelen geweerd.<br />
Roelof Haveman<br />
VROUWENHANDEL<br />
Nr817<br />
Rechtbank Almelo<br />
27 februari 1997<br />
NJ 1997, 432<br />
Mr Breitbarth<br />
OM tegen P.A.H.<br />
Vrouwenhandel, mensenhandel<br />
Art. 250ter Sr<br />
Is geweld, misleiding of misbruik<br />
van overwicht een noodzakelijk bestanddeel<br />
voor mensenhandel als het<br />
om minderjarigen gaat? De verdachte<br />
wordt ontslagen van rechtsvervolging<br />
omdat in de tenlastelegging het<br />
bestanddeel geweld, misleiding of<br />
misbruik van overwicht niet is opgenomen<br />
en derhalve hetgeen is tenlastegelegd<br />
niet valt onder artikel<br />
250ter Wetboek van Strafrecht.<br />
De politierechter is door de inhoud van<br />
vorenstaande bewijsmiddelen, waarop<br />
na te melden beslissing steunt, tot de<br />
overtuiging gekomen en acht wettig<br />
bewezen dat verdachte (P.A.H.; red.)<br />
het tenlastegelegde heeft begaan, met<br />
dien verstande dat: hij, in de periode<br />
van 15 juli 1995 tot 9 augustus 1995, te<br />
Hengelo (O) en/öf elders in Nederland,<br />
tezamen en in vereniging met een ander,<br />
ten aanzien van een persoon, genaamd<br />
V.C.M, (geboren op 16 maart<br />
1981), die de leeftijd van 16 jaren nog<br />
niet had bereikt, enige handeling heeft<br />
ondernomen waarvan hij en zijn mededader<br />
wisten of redelijkerwijs moesten<br />
vermoeden dat die V.C.M, daardoor in<br />
de prostitutie zou belanden, immers<br />
hebben verdachte en zijn mededader<br />
een advertentie geplaatst waarin hij/zij<br />
<strong>vrouwen</strong> uitnodigden zich beschikbaar<br />
te stellen tot het tegen betaling verrichten<br />
van sexuele handelingen met derden<br />
en hebben verdachte en zijn mededader<br />
die V.C.M, op een lijst geplaatst<br />
met daarop de namen van <strong>vrouwen</strong> die<br />
beschikbaar waren tot het tegen betaling<br />
verrichten van sexuele handelingen<br />
met derden.<br />
Tot deze beslissing geven reden de in<br />
die bewijsmiddelen voorkomende feiten<br />
en omstandigheden.<br />
De politierechter acht niet bewezen<br />
hetgeen verdachte meer of anders is<br />
tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort<br />
te worden vrijgesproken.<br />
Het bewezene levert naar het oordeel<br />
van de politierechter geen strafbaar gesteld<br />
feit op.<br />
Dit behoeft de volgende toelichting:<br />
De politierechter acht weliswaar wettig<br />
en overtuigend bewezen dat het 'feitencomplex'<br />
dat aan verdachte tenlaste<br />
is gelegd door verdachte is begaan.<br />
Hij is echter tevens van oordeel dat dit<br />
'feitencomplex' niet valt onder het bereik<br />
van een der leden van artikel<br />
250ter Sr, maar - met de verdediging -<br />
dat dit valt onder het bereik van artikel<br />
247 Sr en dat is niet tenlastegelegd. In<br />
de huidige redactie van artikel 250ter,<br />
eerste lid, Sr vormt het gebruikmaken<br />
van enigerlei vorm van dwang of een<br />
ander ongeoorloofd middel - waaronder<br />
begrepen het misbruik maken van<br />
uit feitelijke omstandigheden voortvloeiende<br />
beperkingen van de mogelijkheid<br />
van de ander om in vrijwilligheid<br />
een keus te maken of hij/zij zich al<br />
dan niet wenst te prostitueren - immers<br />
een (blijkens de MvT daarin te lezen)<br />
bestanddeel van het misdrijf.<br />
Tot die omstandigheden behoort ook<br />
het gebrek aan rijpheid van die ander<br />
om in staat te zijn de gevolgen van<br />
zijn/haar handelen te overzien en vervolgens<br />
zelfstandig een beslissing te<br />
nemen.<br />
In het onderhavige geval staat vast dat<br />
de ander een meisje dat de leeftijd van<br />
zestien jaar nog niet bereikt had was.<br />
De politierechter gaat er derhalve van<br />
uit dat zij de vorenbedoelde rijpheid<br />
nog niet had.<br />
Tevens staat in het onderhavige geval<br />
vast dat dit meisje zich eigener beweging<br />
telefonisch bij verdachte heeft gemeld<br />
naar aanleiding van een advertentie<br />
waarin <strong>vrouwen</strong>/meisjes werden<br />
gevraagd voor activiteiten die onder<br />
het hoofdstuk prostitutie gerangschikt<br />
moeten worden en dat zij desgevraagd<br />
heeft medegedeeld ouder dan achttien<br />
jaar te zijn, waarna zij door verdachte<br />
op een lijst is geplaatst waarop de namen<br />
van <strong>vrouwen</strong> die beschikbaar waren<br />
voor het tegen betaling verrichten<br />
van seksuele handelingen met derden<br />
zijn geplaatst.<br />
1997 nr 6 29