november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta
november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta
november/december 1 9 9 7 vn-vrouwen verdrag roniek ... - Aletta
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
RECHT UIT 'T HART<br />
VERBAZINGWEKKENDE WETENSCHAP<br />
Een hoogleraar burgerlijk recht, in het bijzonder het per- - nergens wordt ook maar gerefereerd aan het bestaan<br />
sonen- en familierecht, die een oratie schrijft over gelijke van een levendige discussie in de juridische literatuur over<br />
behandeling van man en vrouw in het personen- en fami- gelijke behandeling in het familierecht, en dan met name<br />
lierecht: wat goed, denk je dan als wetenschapster op het over de vraag wat gelijke behandeling inhoudt. Wie de<br />
gebied van juridische <strong>vrouwen</strong>studies, iemand uit een laatste jaargangen van Nemesis doorbladert, kan die dis-<br />
'regulier' wetenschapsgebied die zich met een onderwerp cussie niet missen. Maar ook wie de moeite neemt het NJB<br />
wil profileren waarover ook binnen juridische <strong>vrouwen</strong>- ter hand te nemen of de adviezen van de Emancipatieraad<br />
studies de afgelopen jaren het nodige is geschreven. (Zie met betrekking tot het terrein van het familierecht, kan er<br />
A.J.M. Nuytinck, Gelijke behandeling van man en vrouw in het toch nauwelijks omheen. En wat te denken van het proef-<br />
personen- en familierecht, oratie, Deventer 1996.) schrift van Holtrust uit 1993 over de juridische afstam-<br />
En dan de verbazing.<br />
mingsrelatie tussen moeder en kind en de daarin vermelde<br />
literatuur? Uiteraard mag Nuytinck het met de<br />
strekking van die discussies hartgrondig oneens zijn, hij<br />
mag ze kritiseren en ook, mits beargumenteerd, de grond<br />
in boren, maar volledig negeren van relevante literatuur<br />
waarmee men bekend kan zijn behoort nog steeds tot de<br />
wetenschappelijke doodzonden.<br />
Nuytinck geeft in zijn oratie aan te onderzoeken op welke<br />
gebieden van het personen- en familierecht de ongelijkheden<br />
tussen man en vrouw zijn verdwenen en op welke<br />
gebieden nog niet. Daartoe neemt hij ons mee langs<br />
onder andere het huwelijksvermogensrecht, het recht<br />
omtrent gezag, het naamrecht en het afstammingsrecht.<br />
Keurig geeft hij telkens aan waar man en vrouw hetzelfde<br />
behandeld worden en waar niet. Maar daar blijft het verder<br />
ook bij. Je mond valt er om verschillende redenen van<br />
open:<br />
- behalve in één passage wordt nergens onderzocht of<br />
formeel gelijke behandeling ook betekent dat er sprake is<br />
van materieel gelijke behandeling. Die uitzondering betreft<br />
de bestuursregeling van artikel 1:97 BW: elk der echtgenoten<br />
bestuurt in beginsel de goederen die van diens zijde<br />
in de gemeenschap zijn gevallen. De auteur onderkent<br />
dat er in dit geval formeel weliswaar sprake is van gelijke<br />
behandeling, maar materieel niet doordat in Nederland<br />
nog steeds de man over het algemeen het grootste deel<br />
van het inkomen binnenbrengt (p. 4). Het onderscheid<br />
tussen formeel en materieel gelijke behandeling is dus<br />
bekend, maar wordt verrassend genoeg bij de andere<br />
onderwerpen niet meer geproblematiseerd of zelfs maar<br />
genoemd.<br />
Wat een gemiste kans dus, deze oratie. Wat knaagt is het<br />
waarom. Waaróm problematiseert Nuytinck het onderscheid<br />
tussen formeel en materieel gelijke behandeling<br />
niet, ook al is hij bekend met het onderscheid en is hij blijkens<br />
het gegeven voorbeeld zelfs bereid aan materieel<br />
gelijke behandeling een grotere betekenis toe te kennen<br />
dan aan een formeel gelijke behandeling? Waaróm gaat hij<br />
niet in op de literatuur waarin de gelijke behandeling van<br />
man en vrouw in het familierecht wèl wordt geproblematiseerd?<br />
Is het onwil? Ongeïnteresseerdheid? Onwetendheid<br />
door tijdgebrek? (Nuytinck geeft in zijn slotwoorden<br />
aan deze oratie in enkele weken tijd te hebben afgerond.)<br />
Wat het ook is, de verbazing blijft.<br />
prof. mr. Titia Loenen<br />
bijzonder hoogleraar juridische Vrouwenstudies, UU<br />
204 NEMESIS