HOOFDSTUK 4 > Analyse <strong>van</strong> de resultaten TABEL 74 > <strong>Innovatie</strong>belemmerende factoren (gering+middelmatig+groot belang), gewogen naar de populatie, innovatieve en niet-innovatieve bedrijven Respons mailing - N 407 Gebrek aan gekwalificeerd personeel 52,8% Te hoge innovatiekosten 46,6% Gebrek aan geschikte financieringsbronnen 45,9% Buitensporig geachte economische risico's 40,4% Gebrek aan marktinformatie 39,9% Gebrek aan vraag naar nieuwe goederen of diensten 39,9% Gebrek aan technologie-informatie 39,6% Organisatorische starheid binnen de onderneming 39,2% Onvoldoende flexibele reglementering of normen 36,9% Respons CAPI - N 803 Gebrek aan gekwalificeerd personeel 28,7% Te hoge innovatiekosten 17,7% Onvoldoende flexibele reglementering of normen 17,0% Gebrek aan geschikte financieringsbronnen 13,6% Organisatorische starheid binnen de onderneming 13,4% Buitensporig geachte economische risico's 13,0% Gebrek aan technologie-informatie 12,1% Gebrek aan marktinformatie 11,8% Gebrek aan vraag naar nieuwe goederen of diensten 10,5% delde. Hoogtechnologische bedrijven zijn gretiger wat octrooiaanvragen betreft dan laagtechnologische bedrijven. En bedrijven uit de industrie zijn gretiger dan bedrijven uit de dienstensector. Bij schriftelijke respondenten bedraagt het gemiddeld totaal aantal octrooiaanvragen 28 (Mediaan 2; N 56) en bij CAPI-respondenten 8 (Mediaan 2; N 81). Grote bedrijven laten de kleine en middelgrote bedrijven ver achter zich. Volgens de data zouden laagtechnologische bedrijven meer octrooiaanvragen indienen dan hoogtechnologische bedrijven, en bedrijven uit de dienstensector meer dan bedrijven uit de industrie. De meest actieve sectoren zijn materiële diensten, chemie, overige industrie en IT. Een en ander moet dus nog nader onderzocht worden. Bij schriftelijke respondenten verklaart 9,1% <strong>van</strong> de innovatieve en niet-innovatieve bedrijven samen eind 2000 minstens één toegekend octrooi te bezitten om door de onderneming gedane uitvindingen of innova- 76 ties te beschermen. Bij CAPI-respondenten is het cijfer 6,4%. Grote bedrijven steken opnieuw ver uit boven dat gemiddelde. En opnieuw laten ze middelgrote en kleine bedrijven ver achter zich. (Bij de CAPI-respondenten ligt het cijfer voor middelgrote bedrijven hoger dan dat voor grote bedrijven) Meer hoogtechnologische bedrijven hebben octrooien dan laagtechnologische bedrijven. Meer bedrijven uit de industrie hebben octrooien dan bedrijven uit de dienstensector. Bij schriftelijke respondenten bedraagt het gemiddeld totaal aantal toegekende octrooien 14 (Mediaan 2; N 68), en bij CAPIrespondenten 28 (Mediaan 2; N 63). Grote bedrijven laten kleine en middelgrote bedrijven ver achter zich. Hoogtechnologische bedrijven hebben meer octrooien dan laagtechnologische bedrijven, en bedrijven uit de industrie hebben meer octrooien dan bedrijven uit de dienstensector. Uit tabel 77 blijkt dat octrooien zeker niet de belangrijkste beschermingsmethode vormen. De belangrijkste manieren om
HOOFDSTUK 4 > Analyse <strong>van</strong> de resultaten 77 <strong>IWT</strong>-STUDIES > >> 45 TABEL 75 > Heeft uw onderneming of uw groep tussen 1998 en 2000 op zijn minst één octrooiaanvraag ingediend om door uw onderneming gedane uitvindingen of innovaties te beschermen, gewogen naar de populatie, innovatieve en niet-innovatieve bedrijven Grootte-klasse Respons mailing - N 629 χ 2 235,639; p