Innovatie-inspanningen van Vlaamse ondernemingen : een ... - IWT
Innovatie-inspanningen van Vlaamse ondernemingen : een ... - IWT
Innovatie-inspanningen van Vlaamse ondernemingen : een ... - IWT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 5 > Conclusies<br />
ten, hoofdzakelijk in België en de EU of EVA.<br />
Veel <strong>van</strong> die partners vormen tevens belangrijke<br />
informatiebronnen voor de onderneming.<br />
Zo leveren naast de eigen onderneming<br />
vooral leveranciers en klanten heel wat<br />
informatie aan. Deze worden gevolgd door<br />
beurzen, concurrenten en conferenties.<br />
Een belangrijk signaal is dat heel wat bedrijven<br />
moeilijkheden signaleren wat innovatie<br />
betreft. Bij 4% <strong>van</strong> de bedrijven kunnen<br />
geplande innovatie-activiteiten niet <strong>van</strong><br />
start gaan, en bij niet minder dan 21% <strong>van</strong><br />
de bedrijven worden de innovatie-activiteiten<br />
hetzij ernstig vertraagd of gaan ze<br />
gebukt onder ernstige moeilijkheden.<br />
De belangrijkste gevolgen en resultaten <strong>van</strong><br />
het invoeren <strong>van</strong> nieuwe of sterk verbeterde<br />
producten of processen zijn: het bekomen<br />
<strong>een</strong> betere kwaliteit <strong>van</strong> goederen of diensten,<br />
het bereiken <strong>van</strong> <strong>een</strong> grotere markt of<br />
<strong>een</strong> groter marktaandeel, en het realiseren<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> groter aanbod <strong>van</strong> goederen of<br />
diensten.<br />
Zogenaamde niet-innovatieve bedrijven<br />
voelen g<strong>een</strong> behoefte aan innovatie-activiteiten<br />
hetzij <strong>van</strong>wege vroegere innovatie,<br />
hetzij <strong>van</strong>wege marktomstandigheden.<br />
Deze niet innovatieve bedrijven concurreren<br />
vooral op prijs, minder op kwaliteit, flexibiliteit<br />
en marketing. Nochtans zijn deze bedrijven<br />
zich bewust <strong>van</strong> het belang <strong>van</strong> innovatie<br />
en plant <strong>een</strong> groot aantal <strong>van</strong> hen wel<br />
activiteiten in deze zin in de toekomst.<br />
De belangrijkste innovatiebelemmerende<br />
factoren, zowel bij innovatieve als bij nietinnovatieve<br />
<strong>ondernemingen</strong>, zijn <strong>een</strong><br />
gebrek aan personeel en financiële middelen<br />
(zoals blijkt uit het veelvuldig aanhalen<br />
<strong>van</strong> ‘te hoge innovatiekosten’, ‘gebrek aan<br />
geschikte financieringsbronnen’ en ‘buitensporig<br />
geachte economische risico’s’).<br />
In het algem<strong>een</strong> is er weinig interesse in<br />
bescherming <strong>van</strong> innovatie, zeker door<br />
octrooien. Slechts 6,3% <strong>van</strong> de bedrijven<br />
verklaart tussen begin 1998 en eind 2000<br />
minstens 1 octrooiaanvraag ingediend te<br />
hebben. Er zijn wel zeer grote verschillen te<br />
noteren naar grootte-klasse en sector.<br />
83<br />
<strong>IWT</strong>-STUDIES > >> 45<br />
Hetzelfde geldt voor het eigenlijke aantal<br />
octrooiaanvragen. Anderzijds verklaart<br />
9,1% <strong>van</strong> de bedrijven eind 2000 minstens 1<br />
octrooi te bezitten. Opnieuw zijn er grote<br />
verschillen naar sector en grootte-klasse,<br />
ook wat het eigenlijke aantal toegekende<br />
octrooiaanvragen betreft.<br />
Vergelijken we de resultaten <strong>van</strong> de respons<br />
mailing (RM) met die <strong>van</strong> de respons CAPI<br />
(RC), dan blijkt de totale algemene innovatiegraad<br />
duidelijk hoger te zijn bij RC dan bij<br />
RM (70,9% vs. 61,2%). Bekijken we die algemene<br />
innovatiegraad per grootte-klasse dan<br />
valt op dat die zowel bij RM als bij RC lager<br />
ligt bij kleine bedrijven dan bij middelgrote<br />
en grote bedrijven. Maar waar de percentages<br />
voor middelgrote bedrijven min of meer<br />
hetzelfde zijn in RM en RC (83,7% vs. 82,5%<br />
respectievelijk), liggen de percentages voor<br />
kleine en grote bedrijven gemiddeld 10%<br />
hoger in RC dan in RM (kleine bedrijven:<br />
67,4% vs. 55,4%; grote bedrijven: 95,0% vs.<br />
83,1%). Bekijken we de algemene innovatiegraad<br />
per laag- of hoog-technologisch dan<br />
zijn zowel in RM als RC hoogtechnologische<br />
bedrijven duidelijk innovatiever dan laagtechnologische,<br />
maar verschillen opnieuw<br />
de concrete percentages (laag-technologisch<br />
58,0% (RM) vs. 68,0% (RC) en hoog-technologisch<br />
73,9% (RM) vs. 82,5% (RC)).<br />
Splitsen we de algemene innovatiegraad op<br />
dan zien we dat er iets minder productinnovatie<br />
voorkomt in RC dan in RM (42,9% vs<br />
47,0%) maar dat er meer procesinnovatie<br />
voorkomt (58,2% vs. 55,8%), alsook nog niet<br />
afgewerkte (37,4% vs. 33,6%) of stopgezette<br />
(13,3% vs. 7,0%) innovatieactiviteiten.<br />
Kijken we naar productinnovatie en het<br />
belang <strong>van</strong> nieuwe of duidelijk verbeterde<br />
producten bij kleine, middelgrote en grote<br />
bedrijven dan vertalen de resultaten in RM<br />
zich in <strong>een</strong> omgekeerd U-patroon terwijl de<br />
resultaten in RC eerder lineair oplopen. Wel<br />
zijn in beide scenario’s kleine bedrijven duidelijk<br />
minder innovatief. Opnieuw vindt<br />
men in beide scenario’s dat hoogtechnologische<br />
bedrijven veel innovatiever zijn dan<br />
laagtechnologische maar verschillen de concrete<br />
percentages weer (RM: 64,6% vs.<br />
42,6% en RC; 57,4% vs. 39,2%). Het is vooral<br />
wat betreft het nieuwigheidskarakter <strong>van</strong>