Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lok 8 <strong>les</strong> 8<br />
Materiaal<br />
− Werkboek bladzijde 91 (oefenen)<br />
− Lesboek bladzijde 94 en 95<br />
Extra materiaal<br />
− Een pittenzakje<br />
− Per kind een kladblaadje<br />
Doelen<br />
− Nieuw doel (opgave 1 en 2)<br />
Kinderen kunnen vermenigvuldigingen van het type 4 × 23<br />
uitrekenen.<br />
− Toetsdoel (opgave 3, 4 en 5)<br />
Kinderen kunnen in verdeelsituaties bepalen hoeveel ieder<br />
krijgt en wat de rest is.<br />
> Start<br />
Zelf oefenen<br />
De kinderen werken zelfstandig aan de opgaven op bladzijde 91<br />
van het werkboek (automatiseren en flexibiliseren). Ze maken<br />
in vlot tempo aftreksommen en keersommen. Bij de derde<br />
opgave bepalen ze welk getal erbij moet om samen 100 of 1000<br />
te krijgen.<br />
Interactie<br />
Nieuw doel (opgave 1 en 2)<br />
■ Vertel de kinderen dat ze bij deze opgave tafelsommen als<br />
4 × 38 leren uitrekenen. Deel aan ieder kind een<br />
kladblaadje uit. U noemt een uitkomst van een tientaltafel.<br />
De kinderen schrijven op hun blaadje de bijbehorende<br />
tientaltafelsom met het antwoord. Er zijn soms meerdere<br />
sommen mogelijk. Bij 320 hoort bijvoorbeeld 4 × 80 en 8 ×<br />
40, bij 490 hoort alleen 7 × 70.<br />
Noem de uitkomsten 120, 160, 180, 200, 240, 320, 420 en<br />
490. Haal de blaadjes op en doe vervolgens de activiteit<br />
‘Vang de tafel’. Noem een som die de kinderen opgeschreven<br />
hebben, bijvoorbeeld 6 × 30. Daarna gooit u het pittenzakje<br />
naar een kind. Degene die het pittenzakje vangt, noemt het<br />
antwoord (180) en gooit het pittenzakje naar u terug. Bij<br />
een fout antwoord geeft u zelf het goede antwoord. U geeft<br />
het kind later nog een kans.<br />
■ Laat de afbeelding bij opgave 1 bekijken. Vertel dat je bij<br />
de supermarkt bloemen kunt kopen. Welke bloemen?<br />
(zonnebloemen, tulpen en rozen). Er zitten tien<br />
zonnebloemen in een bos. Hoeveel zonnebloemen zitten in<br />
vijf bossen? (50, 5 × 10). Teken hierbij een tafelplein met<br />
verdeling van 10 op het bord (zie hierna). Vraag vervolgens<br />
hoeveel bloemen in drie bossen tulpen (60, 3 × 20) en in<br />
vier bossen rozen zitten. (120, 4 × 30). Teken ook deze<br />
tafelpleinen op het bord, maar dan zonder verdeling.<br />
■ Wijs op de aanbiedingen en zeg dat ze nu gaan uitrekenen<br />
hoeveel bloemen ze krijgen. Hoeveel zonnebloemen krijg<br />
je als je één bos van tien bloemen koopt? (14, 10 + 4 = 14).<br />
<strong>blok</strong> 8 <strong>les</strong> 8<br />
1<br />
2<br />
94<br />
5<br />
3<br />
4<br />
Reken uit.<br />
Reken uit. Doe zoals bij opgave 1.<br />
2 x 25 =<br />
3 x 21 =<br />
3 x 18 =<br />
5<br />
halen,<br />
gratis20<br />
10 halen,<br />
4 extra<br />
14<br />
10 4<br />
5 x 14 =<br />
10 4<br />
10<br />
10<br />
10 20<br />
10<br />
10<br />
23<br />
20 3<br />
60<br />
14<br />
38<br />
30 8<br />
120<br />
9<br />
32<br />
5 x 18 =<br />
6 x 12 =<br />
7 x 44 =<br />
3 extra gratis<br />
3<br />
23<br />
20 3<br />
3 x 23 =<br />
8 x 28 =<br />
7 x 43 =<br />
9 x 38 =<br />
30 halen,<br />
8 extra gratis<br />
4<br />
38<br />
30 8<br />
4 x 38 =<br />
Hoeveel zonnebloemen krijg je als je vijf bossen van tien<br />
wilt kopen? Welke keersom hoort hierbij? (5 × 14). Schrijf<br />
5 × 14 bij het eerste tafelplein en breid het eerste tafelplein<br />
uit door er een stukje van 4 aan te tekenen. Zeg dat je 14<br />
verdeelt in 10 en 4. Hoeveel is 5 × 10 (50). En 5 × 4? (20).<br />
Hoeveel is dan 5 × 14? (50 + 20 = 70). Laat op dezelfde<br />
manier uitrekenen hoeveel bloemen je krijgt als je drie<br />
bossen van twintig tulpen koopt (3 × 23) en vier bossen<br />
van dertig rozen (4 × 38). Op het bord komen de volgende<br />
tafelpleinen te staan:<br />
5 × 14 = 5 × 10 + 5 × 4<br />
dus 50 + 20 = 70<br />
3 × 23 = 3 × 20 + 3 × 3<br />
dus 60 + 9 = 69<br />
4 × 38 = 4 × 30 + 4 × 8<br />
dus 120 + 32 = 152<br />
54 Pluspunt, Handleiding groep 5, <strong>blok</strong> 8 © <strong>Malmberg</strong> ‘s-Hertogenbosch<br />
14 = |10| 4|<br />
x 5 |50|20| .....