03.09.2013 Views

blok 8 les 2 - Malmberg

blok 8 les 2 - Malmberg

blok 8 les 2 - Malmberg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

lok 8 <strong>les</strong> 10<br />

Materiaal<br />

Werkboek bladzijde 49<br />

Opdrachtenboek bladzijde 107<br />

Extra materiaal<br />

Per kind een kladblaadje en een schaar (of gebruik de kaartjes<br />

uit Samen oefenen <strong>blok</strong> 7, <strong>les</strong> 9)<br />

Voorbereiding<br />

Teken onderstaande tabel op het bord:<br />

1 2 3 4<br />

5 6 7 8<br />

9 10 Ja Nee<br />

Doelen<br />

− Toetsdoel (werkboek opgave 1, 2, 3 en opdrachtenboek<br />

opgave 3)<br />

Kinderen kunnen rekenen in verhoudingstabellen, in het<br />

bijzonder terugrekenen naar 1 en van daaruit verder vermenigvuldigen.<br />

Kinderen kunnen in verdeelsituaties bepalen hoeveel ieder<br />

krijgt en wat de rest is.<br />

− Nieuw doel (opdrachtenboek opgave 1, 2)<br />

Kinderen kunnen vermenigvuldigingen van het type 3 × 20<br />

en 20 × 4 uitrekenen.<br />

Kinderen kunnen vermenigvuldigingen van het type 4 × 23<br />

uitrekenen.<br />

Samen oefenen<br />

In de tafel van... ?<br />

■ Deze activiteit is een herhaling van Samen oefenen <strong>blok</strong> 7, <strong>les</strong><br />

9. Vraag ieder kind een blaadje in twaalf vakjes te vouwen en<br />

in te vullen zoals de tabel op het bord. Vervolgens knippen ze<br />

de vakjes langs de vouwlijnen uit. Noem getallen tot en met<br />

100. Zit het genoemde getal in een of meerdere tafels dan<br />

leggen ze het kaartje met ‘ja’ bovenaan de tafel en vervolgens<br />

de kaartjes met getallen van de tafel(s) die erbij hoort/horen<br />

eronder. Zit het getal in geen enkele tafel, dan leggen ze het<br />

kaartje met ‘nee’ bovenaan de tafel. Daarna pakken ze de<br />

kaartjes weer terug en noemt u het volgende getal. Noem de<br />

volgende getallen:<br />

24 47 49 25 32 48<br />

81 54 63 28 72 58<br />

4 56 43 42 38 36<br />

■ Loop rond terwijl u de getallen noemt. Vraag geregeld<br />

waarom een kaartje bij het genoemde getal hoort.<br />

Bij 21 horen bijvoorbeeld de kaartjes met 3 en 7, want<br />

1<br />

2<br />

3<br />

Vul in.<br />

a Je hebt 6 zegels nodig voor een bal.<br />

ballen 1 2 4 5 10 12<br />

zegels 6<br />

b Je hebt 8 zegels nodig voor een popje.<br />

popjes 1 2 4 5 10 11<br />

zegels 8<br />

Reken uit.<br />

a Nina maakt steeds rijen van 8 zegels.<br />

Hoeveel rijen maakt zij en hoeveel zegels houdt zij over?<br />

27 : 8 = ................. rest .................<br />

33 : 8 = ................. rest .................<br />

23 : 8 = ................. rest .................<br />

16 : 8 = ................. rest .................<br />

Reken uit.<br />

Kijk bij opgave 1.<br />

80 : 8 = ................. rest .................<br />

56 : 8 = ................. rest .................<br />

7 : 8 = ................. rest .................<br />

14 : 8 = ................. rest .................<br />

b Jip maakt steeds rijen van 6.<br />

Hoeveel rijen maakt hij en hoeveel zegels houdt hij over?<br />

37 : 6 = ................. rest .................<br />

23 : 6 = ................. rest .................<br />

18 : 6 = ................. rest .................<br />

16 : 6 = ................. rest .................<br />

a Jip heeft 67 zegels.<br />

Daarvoor kan hij ................. ballen krijgen.<br />

Hij houdt ................. zegels over.<br />

De som is ................. : ............... = ................. rest ...............<br />

c Kees wil graag 10 ballen.<br />

Hij heeft al 48 zegels.<br />

Hij heeft nog ................. zegels nodig.<br />

49 : 6 = ................. rest .................<br />

46 : 6 = ................. rest .................<br />

31 : 6 = ................. rest .................<br />

55 : 6 = ................. rest .................<br />

b Nina heeft 45 zegels.<br />

<strong>les</strong> 10 <strong>blok</strong> 8<br />

57 : 8 = ................. rest .................<br />

20 : 8 = ................. rest .................<br />

28 : 8 = ................. rest .................<br />

41 : 8 = ................. rest .................<br />

27 : 6 = ................. rest .................<br />

30 : 6 = ................. rest .................<br />

66 : 6 = ................. rest .................<br />

4 : 6 = ................. rest .................<br />

Daarvoor kan zij ................. popjes krijgen.<br />

Zij houdt ................. zegels over.<br />

De som is ................. : ............... = ................. rest ...............<br />

d Marcia wil graag 5 popjes.<br />

Zij heeft al 13 zegels.<br />

spaaractie!<br />

6 zegels =<br />

een bal<br />

8 zegels =<br />

een popje<br />

Zij heeft nog ................. zegels nodig.<br />

Ga verder op bladzijde 107 van het opdrachtenboek. 49<br />

3 × 7 = 21, 7 × 3 = 21. Moedig ze ookaan om met<br />

deelsommen te verklaren waarom een kaartje erbij hoort.<br />

Bijvoorbeeld: 21 kun je precies delen door 3 en ook door 7.<br />

■ Vraag ook de kinderen een getal tot en met 100 te bedenken.<br />

Een kind noemt een getal en de rest legt de kaartjes.<br />

■ Laat ieder kind een getal in gedachte nemen en daar de<br />

kaartjes bij leggen. De buur moet nu raden welk getal in<br />

gedachte werd genomen. In het geval het kaartje ‘nee’ wordt<br />

gelegd, mag het getal met aanwijzingen als meer, minder<br />

worden geraden.<br />

■ Let wel, het gaat hierbij om de tafels van 1 tot en met 10 die<br />

lopen van 1 keer tot en met 10 keer. Het getal 72 zit volgens<br />

deze spelregels dus niet in de tafels van 1, 2, 3, 4, 6 en 12,<br />

maar alleen in die van 8 en 9.<br />

Zelfstandig werken<br />

In <strong>les</strong> 10 worden de doelen van <strong>les</strong> 6 tot en met 9 gecombineerd.<br />

Leg uit dat de sommen daarom net iets anders zijn dan in de<br />

<strong>les</strong>sen ervoor.<br />

De kinderen maken van het werkboek opgave 1 tot en met 3 en<br />

van het opdrachtenboek opgave 1 en 2.<br />

Differentiatie:<br />

■ De rekenzwakke kinderen kunnen een deel van de opgaven<br />

maken:<br />

− Werkboek, opgave 1: helemaal.<br />

− Werkboek, opgave 2: van 2a en 2b alleen het eerste rijtje.<br />

58 Pluspunt, Handleiding groep 5, <strong>blok</strong> 8 © <strong>Malmberg</strong> ‘s-Hertogenbosch

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!