03.09.2013 Views

blok 8 les 2 - Malmberg

blok 8 les 2 - Malmberg

blok 8 les 2 - Malmberg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

lok 8 <strong>les</strong> 14 en 15<br />

Materiaal<br />

− Puntbladen: opdrachtenboek bladzijde 108, 110, 112 en 114<br />

− Plusbladen: opdrachtenboek bladzijde 109, 111, 113 en 115<br />

Extra materiaal<br />

− Puntblad 1, opgave 3: per tweetal één dobbelsteen<br />

− Puntblad 2, opgave 2: kopieerblad Staafgrafieken<br />

(kopieerbladen Algemeen)<br />

− Plusblad 2, opgave 1: kopieerblad Staafgrafieken<br />

(kopieerbladen Algemeen)<br />

− Puntblad 3, opgave 2: kopieerbladen Verhoudingstabellen<br />

(kopieerbladen Algemeen)<br />

Doelen<br />

− Kinderen kunnen rekenen tussen streepjes bij het optellen en<br />

aftrekken tot 1000. (punt- en plusblad 1)<br />

− Kinderen interpreteren staafgrafieken en tabellen, en tekenen<br />

eenvoudige staafgrafieken. (punt- en plusblad 2)<br />

− Kinderen kunnen rekenen in verhoudingstabellen, in het<br />

bijzonder terugrekenen naar 1 en van daaruit verder<br />

vermenigvuldigen. (punt- en plusblad 3)<br />

−Kinderen kunnen in verdeelsituaties bepalen hoeveel ieder<br />

krijgt en wat de rest is. (punt- en plusblad 4)<br />

Werkinstructie<br />

De kinderen beginnen aan hun afgesproken taak. Begeleid de<br />

kinderen die startproblemen hebben.<br />

Remediëring<br />

In <strong>les</strong> 13 heeft u afgesproken met welke kinderen u bepaalde<br />

toetsdoelen gaat remediëren. Met deze kinderen werkt u aan de<br />

instructietafel aan het betreffende remediëringsblad.<br />

Zelfstandig werken<br />

■ Terwijl u een groepje kinderen remediëring geeft, werken de<br />

andere kinderen zelfstandig aan de punt- en plusbladen.<br />

■ Aandachtspunten:<br />

– Geef vooraf duidelijk aan bij welke opgaven ze<br />

kopieerbladen mogen gebruiken.<br />

– Puntblad 1, opgave 2: Bij het tweede rijtje staat er zowel bij<br />

de tientallen als bij de eenheden een tekort. Laat zien hoe<br />

die tekorten verrekend worden:<br />

|200|− 30|−3| |170|−3| 167.<br />

Maak de eerste som van dit rijtje samen. (424 − 257).<br />

■ De volgende opgave is geschikt voor samenwerken: Puntblad<br />

1, opgave 3.<br />

puntblad 1<br />

108<br />

bij <strong>les</strong> 1 en 2<br />

1 Reken uit tussen streepjes.<br />

274 + 583 = |700|150|7| 857<br />

567 + 291=<br />

444 + 192=<br />

157 + 727=<br />

315 + 476=<br />

2 Wat staat onder de vlek?<br />

Schrijf dat getal op.<br />

<strong>blok</strong> 8<br />

297 + = |400|120|14| 534<br />

187 + = |400|120|14| 534<br />

346 + = |400|120|14| 534<br />

157 + = |400|120|14| 534<br />

269 + = |400|120|14| 534<br />

3 Gooi en reken.<br />

Je hebt nodig: een dobbelsteen.<br />

– =<br />

Teken allebei de lege vakjes en de – en de = na.<br />

Gooi om de beurt met de dobbelsteen.<br />

Vul in wat je gooit. Je mag zelf een vakje kiezen.<br />

Maar let op: als het tweede getal groter wordt<br />

dan het eerste getal, ben je af!<br />

Als alle vakjes vol zijn, reken je je som uit.<br />

Wie heeft het laagste getal als antwoord? Die wint.<br />

Speel het spel 5 keer.<br />

puntblad 2<br />

110<br />

<strong>blok</strong> 8<br />

bij <strong>les</strong> 3 en 4<br />

1 Kijk in de grafiek en schrijf het antwoord op.<br />

a Op welke dag zijn er de meeste klanten?<br />

b Op welke dag zijn er ’s ochtends de meeste klanten?<br />

c Op welke dag zijn er ’s middags de meeste klanten?<br />

d Op welke 2 dagen zijn er ’s ochtends evenveel<br />

klanten als ’s middags?<br />

e Maak de tabel af.<br />

dagen van de week ma di wo do vr za zo<br />

aantal klanten in week 11 40 0<br />

2 In de tabel zie je hoeveel klanten in week 10<br />

in de supermarkt zijn geweest.<br />

Maak de grafiek af. Gebruik het kopieerblad.<br />

dagen van de week ma di wo do vr za zo<br />

aantal klanten in week 10 30 40 25 95 120 115 0<br />

Presentatie<br />

934 – 681= |300| – 50|3| 253<br />

643 – 352=<br />

548 – 474=<br />

863 – 547=<br />

492 – 187=<br />

424 – = |200|– 30|– 3| 167<br />

356 – = |200|– 30|– 3| 167<br />

846 – = |200|– 30|– 3| 167<br />

446 – = |200|– 30|– 3| 167<br />

943 – = |200|– 30|– 3| 167<br />

2 1 5 – 1 3 6 =<br />

5 3 4 – 1 6 5 =<br />

aantal klanten in week 11<br />

aantal klanten<br />

ochtend<br />

middag<br />

130<br />

120<br />

110<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0 dagen<br />

ma di wo do vr za zo<br />

aantal klanten<br />

aantal klanten in week 10<br />

130<br />

120<br />

110<br />

100<br />

90<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0 ma di wo do vr za zo<br />

dagen<br />

1 Reken uit tussen streepjes.<br />

Kies steeds uit elk vak 1 zak en maak daarmee een som.<br />

Doe het zo: 587 + 357 = |800|130|14| 944<br />

a Maak 3 optelsommen waar meer dan 700 gram uitkomt.<br />

b Maak 3 aftreksommen waar minder dan 350 gram uitkomt.<br />

587<br />

gram<br />

824<br />

gram<br />

275<br />

gram<br />

373<br />

gram<br />

468<br />

gram<br />

239<br />

gram<br />

357<br />

gram<br />

173<br />

gram<br />

bij <strong>les</strong> 1 en 2<br />

2 Maak 3 optelsommen en 3 aftreksommen met de volgende cijfers: 3, 4, 6, 7, 8, 9.<br />

Doe het steeds anders. Je mag de cijfers vaker gebruiken.<br />

a b<br />

+ = – =<br />

3 Maak 3 sommen bij alle antwoorden.<br />

Gebruik alleen de volgende cijfers: 3, 4, 6, 7, 8, 9.<br />

– = |100|– 10|– 1| 89<br />

– = |100|– 30|– 5| 65<br />

– = |100|– 30|– 1| 69<br />

2 Kijk in de grafiek en schrijf het antwoord op.<br />

a Op welke dag zijn er de meeste klanten?<br />

b Op welke dag zijn er de minste klanten?<br />

c Op welke 2 dagen zijn er ’s ochtends meer<br />

klanten dan ’s middags?<br />

d Op welke 3 dagen zijn er ’s middags meer<br />

klanten dan ‘s ochtends?<br />

e Op welke dag zijn er ’s middags evenveel<br />

klanten als ’s ochtends?<br />

<strong>blok</strong> 8<br />

<strong>blok</strong> 8<br />

bij <strong>les</strong> 3 en 4<br />

1 Hoeveel klanten zijn er geweest?<br />

Maak een staafgrafiek met de<br />

dag ma di wo do vr za zo<br />

getallen in de tabel.<br />

aantal klanten ‘s ochtends 35 60 55 65 40 50 0<br />

Gebruik het kopieerblad.<br />

aantal klanten ‘s middags 40 70 25 35 45 75 0<br />

aantal klanten in week 15<br />

plusblad 1<br />

plusblad 2<br />

aantal klanten<br />

middag<br />

550<br />

500<br />

450<br />

400<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

dagen<br />

ma di wo do vr za zo<br />

3 Maak tabel af.<br />

Kijk in de grafiek.<br />

aantal klanten in week 16<br />

aantal klanten<br />

550<br />

500<br />

ochtend<br />

middag<br />

dag ma di wo do vr za zo 450<br />

400<br />

aantal klanten<br />

‘s ochtends<br />

25 0 350<br />

300<br />

aantal klanten<br />

325<br />

‘s middags<br />

0 250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

dagen<br />

ma di wo do vr za zo<br />

U bespreekt het zelfstandig werken. De volgende opgaven zijn<br />

geschikt voor presentatie:<br />

■ Puntblad 2, opgave 2: Vraag de kinderen te kijken naar hun<br />

staafgrafiek. Staat er een titel boven? Zijn de stapjes langs<br />

de verticale as overal tien groot? Zijn de staven even breed<br />

getekend? Kunnen ze elkaar vragen stellen bij de staafgrafiek?<br />

■ Plusblad 3, opgave 1: Laat de kinderen vertellen welke<br />

stappen ze hebben genomen om de tabel verder in te<br />

vullen. Was het overal nodig om eerst terug te rekenen<br />

naar 1? Gebruiken ze ook verdubbelen en halveren. Zien ze<br />

optelrelaties in de tabel?<br />

■ Plusblad 4, opgave 3: Noteer het tweede rijtje antwoorden<br />

op het bord. Laat kinderen hun deelsommen noemen en<br />

noteer bij ieder antwoord twee sommen door elkaar op het<br />

bord. Laat de groep deze deelsommen uitrekenen en met de<br />

juiste antwoord verbinden. Laat vertellen hoe ze deelsommen<br />

hebben gevonden bij een antwoord. Lukt het andere kinderen<br />

nu ook om bij een antwoord meerdere deelsommen te<br />

maken?<br />

66 Pluspunt, Handleiding groep 5, <strong>blok</strong> 8 © <strong>Malmberg</strong> ‘s-Hertogenbosch<br />

109<br />

111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!