Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie
Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie
Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zogenoemde realiteitsoriëntatietraining, zou ongebruikte hersencellen en zenuwbanen<br />
activeren (Van der Kooij 2002).<br />
Begin jaren tachtig van de vorige eeuw kwam er kritiek op deze benadering. Men raakte<br />
geïnteresseerd in achtergronden van het gedrag van mensen <strong>met</strong> <strong>dementie</strong> en in de beleving<br />
van de mensen. Er werd benadrukt dat mensen <strong>met</strong> <strong>dementie</strong> heel gevoelig waren voor<br />
invloeden uit hun omgeving. Mensen <strong>met</strong> <strong>dementie</strong> hadden behoefte aan een warme,<br />
liefdevolle leefsituatie, aan communicatie, nabijheid en contact, en aan een op hun<br />
persoonlijkheid toegesneden omgang. Aansluitend hieraan ontstonden nieuwe vormen van<br />
<strong>zorg</strong>, die samen te vatten zijn onder de noemer ‘belevingsgerichte <strong>zorg</strong>’ (Van der Kooij 2002,<br />
De Lange 2004).<br />
Tussen 1985 en 1995 is een stroom van belevingsgerichte benaderingswijzen op gang<br />
gekomen: sociotherapeutische realiteitsoriëntatie, warme <strong>zorg</strong>, validation, passiviteiten van<br />
het dagelijks leven, psychomotorische therapie, snoezelen, aromatherapie, therapeutic touch<br />
en reminiscentie. Allerlei <strong>met</strong>hoden en modellen die allen één ding gemeen hebben: de<br />
intentie om positieve invloed uit te oefenen op het welbevinden van mensen <strong>met</strong> <strong>dementie</strong>.<br />
Kenmerkend voor een belevingsgerichte benadering is de bereidheid aansluiting te zoeken bij<br />
de beleving van de individuele dementerende (Kruyver & Kerkstra 1996, Van der Kooij 2002,<br />
De Lange 2004).<br />
De benaderingen werden aanvankelijk strikt gescheiden toegepast in de Nederlandse<br />
verpleeghuispraktijk (Kruyver & Kerkstra, 1996). Men specialiseerde zich in snoezelen of in<br />
warme <strong>zorg</strong>, in reminiscentie of in de validationbenadering. Niet elke aanpak bleek echter<br />
geschikt voor iedereen. De behoefte ontstond om elementen uit de ene benadering te<br />
combineren <strong>met</strong> elementen uit de andere. In Nederland ontwikkelde Van der Kooij daarom<br />
geïntegreerde belevingsgerichte <strong>zorg</strong>: “het op de individuele dementerende<br />
verpleeghuisbewoner afgestemde geïntegreerde gebruik van belevingsgerichte<br />
benaderingswijzen en communicatieve vaardigheden, rekening houdend <strong>met</strong> zijn gevoelens,<br />
behoeften en lichamelijke en psychische beperkingen, <strong>met</strong> het doel dat de bewoner zo veel<br />
ondersteuning ervaart bij de aanpassing aan de gevolgen van zijn ziekte en de<br />
verpleeghuisopname dat hij zich daadwerkelijk geborgen voelt en in staat is zijn gevoel van<br />
eigenwaarde te behouden.” (Van der Kooij 2002:24). Toepassing van geïntegreerde<br />
belevingsgerichte <strong>zorg</strong> lijkt een belangrijke stap vooruit in het verlenen van kwaliteits<strong>zorg</strong>:<br />
<strong>zorg</strong> die niet alleen voldoet aan wettelijke eisen en professionele kaders, maar bovendien<br />
aansluit bij de mogelijkheden en de behoeften van mensen <strong>met</strong> <strong>dementie</strong> (Dröes et al 2002).<br />
2.2.2 Huidige verpleeghuis<strong>zorg</strong> voor mensen <strong>met</strong> <strong>dementie</strong><br />
Ondanks alle ontwikkelingen naar belevingsberichte benaderingen, is de basis voor het<br />
handelen van de huidige verpleeghuis<strong>zorg</strong> in Nederland nog steeds CSLM; de <strong>zorg</strong> is<br />
Continu, Systematisch, Langdurig en Multidisciplinair. Het gaat hier om een sterk taak- en<br />
aanbodgericht model, waarbij gehecht wordt aan het werken <strong>met</strong> standaarden, protocollen en<br />
<strong>met</strong>hodieken. De <strong>zorg</strong> staat centraal. De overige taken zijn verdeeld over <strong>verschillen</strong>de<br />
functies. Het dagritme ligt vast en wordt vooral bepaald door de keuken van de instelling en<br />
de activiteiten verlopen volgens een vast programma (Den Hollander 2001, Ettema 2001).<br />
19