13.09.2013 Views

Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie

Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie

Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De groepsbegeleider komt terug de huiskamer in. Ze schept een bord eten vol en gaat daarmee naar<br />

bewoner K. Groepsbegeleider: “mevrouw K, ik heb hier wat eten voor u, het is aardappelpuree <strong>met</strong><br />

worteltjes en gebakken vis, vindt u dat lekker?” Bewoner K glimlacht. Groepsbegeleider: “ik zal u even<br />

naar de tafel helpen” Ze rijdt bewoner K aan de tafel bij de rest van de bewoners en gaat naast haar<br />

op een kruk zitten. De groepsbegeleider helpt bewoner K <strong>met</strong> het eten. Als de bewoners allemaal<br />

klaar zijn <strong>met</strong> eten ruimt de groepsbegeleider de tafel af, ruimt de vaatwasser in en zet de koffie aan.<br />

19.00 De tafel is afgeruimd. De deur van de woning staat open. De televisie en de muziek zijn uit. De<br />

<strong>zorg</strong>assistent geeft de bewoners koffie. De <strong>zorg</strong>assistent en de groepsbegeleider drinken ook koffie.<br />

Ze zitten aan tafel bij de bewoners en praten voornamelijk <strong>met</strong> elkaar. Ze bespreken hoe ze de<br />

ver<strong>zorg</strong>ing vanavond zullen aanpakken. Groepsbegeleider: “ik wil eerst bewoner O maar doen en dan<br />

bewoner K en bewoner I … eerst de zware mensen, de rest lukt me wel alleen” [de <strong>zorg</strong>assistent<br />

werkt tot 21.00 uur]<br />

Bewoner L vraagt de krant van bewoner N. Groepsbegeleider: “lees maar wat voor voor de rest,<br />

mevrouw L” Bewoner L: “nou, ik kan niet tegen die inkt hoor, ik wilde alleen de voorkant even<br />

bekijken” Groepsbegeleider: “zal ik het voorlezen dan?” De groepsbegeleider leest de bewoners voor<br />

uit de krant. Ze leest korte stukjes, praat rustig en duidelijk en gaat in op de reacties van de bewoners.<br />

20.10 De groepsbegeleider en de <strong>zorg</strong>assistent lopen samen naar de kamer van bewoner O. Bewoner<br />

N: “en als ik nou naar bedje wil?” Niemand reageert. Bewoners K, F, A, H, N en C zitten aan tafel. Er<br />

wordt nauwelijks gesproken door de bewoners. Het is stil. Er is geen muziek aan en geen televisie.<br />

Bewoners N en H hebben de ogen dicht.<br />

20.25 De groepsbegeleider en de <strong>zorg</strong>assistent komen vanuit de bewonersgang de huiskamer<br />

ingelopen. De <strong>zorg</strong>assistent loopt in de richting van bewoner K, die in de rolstoel zit <strong>met</strong> de rug naar<br />

haar toe. Terwijl ze tegen de groepsbegeleider praat, rijdt ze de rolstoel van bewoner K achteruit en<br />

de gang in, richting de badkamer. Dit alles doet ze zonder iets tegen de bewoner zelf te zeggen.<br />

Om 21.10 gaat de <strong>zorg</strong>assistent naar huis. De groepsbegeleider schenkt voor de bewoners in de<br />

huiskamer glaasjes advocaat <strong>met</strong> slagroom in en geeft dit aan hen. Ze helpt bewoner H <strong>met</strong> het eten<br />

van haar advocaatje en maakt een praatje <strong>met</strong> de bewoners. De groepsbegeleider vraagt daarna of er<br />

mensen zijn die naar bed willen en helpt de bewoners die dit willen naar bed.<br />

22.30 Bewoners F en L zitten samen aan tafel in de kamer. Ze kletsen <strong>met</strong> elkaar. Bewoner L geeuwt<br />

en zegt: “ik ben versleten, ik denk dat ik naar bedje ga”. Ook bewoner L staat op en loopt naar haar<br />

kamer. Alle bewoners zijn nu op hun kamer. De groepsbegeleider ruimt op en dweilt de vloer van de<br />

woning.<br />

Om 23.00 uur begint de nachtdienst. Er is 1 nachtdienstmedewerker voor twee verdiepingen. De<br />

nachtdienst komt alleen de woning in wanneer dat nodig is, bijvoorbeeld als er een bewegingsalarm af<br />

gaat.<br />

Een dag uit het leven in de Naber<br />

Het is 7.45, de groepsbegeleider loopt vanuit het kantoor door de omloop richting de woning. Ze ziet<br />

bewoner M in de gang op haar rollator zitten en loopt naar haar toe. Bewoner M: “niemand wil me<br />

helpen, ik sta er nog verbaasd van dat ik zover ben gekomen en niemand helpt me”<br />

Groepsbegeleider: “goedemorgen mevrouw M, ik kom je helpen, wat scheelt eraan?” Bewoner M: “kijk<br />

ik heb hier een hele prop, een nat gedoe” bewoner M wijst naar een <strong>grote</strong> bobbel onder haar<br />

ochtendjas ter hoogte van haar kruis. Groepsbegeleider: “ik zie het ja, ik zal u er wel mee helpen”<br />

Bewoner M: “maar het lopen lukt niet meer” Groepsbegeleider: “hoe komt dat, willen de benen niet<br />

meer, of zit die prop in de weg?” Bewoner M: “ik denk dat het de prop is” Groepsbegeleider: “dat denk<br />

ik ook ja, uw benen doen het over het algemeen nog best aardig” Bewoner M: “ja”. De<br />

groepsbegeleider begeleidt bewoner M naar de woning, de badkamer in. Bewoner M zit op haar<br />

rollator en de groepsbegeleider rijdt haar voort.<br />

66

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!