Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie
Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie
Kleinschalige zorg, grote verschillen. - Wonen met dementie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Nadat de groepsbegeleider bewoner M heeft ver<strong>zorg</strong>d, wordt zij naar de huiskamer geholpen, waar ze<br />
plaats neemt in de zwart leren fauteuil tussen de keuken en de achterdeur.<br />
Inmiddels is ook bewoner B wakker, zij loopt een aantal keer heen en weer tussen haar slaapkamer<br />
en de badkamer, die recht tegenover haar slaapkamer is. De groepsbegeleider vraagt of de bewoner<br />
geholpen wil worden <strong>met</strong> wassen. Bewoner B stemt toe. Samen lopen ze naar de badkamer. De<br />
groepsbegeleider helpt bewoner B <strong>met</strong> douchen.<br />
8.30 De groepsbegeleider zet thee en dekt de tafel voor het ontbijt. Ze vraagt bewoner B of ze wil<br />
helpen de tafel te dekken. Bewoner B pakt messen en vorken, legt bij ieder bord een mes en daarna<br />
verdeelt ze de vorken, ze blijft hierbij vorken neerleggen en terug pakken. De groepsbegeleider helpt<br />
haar: “als u hier nog een vork legt en hier nog één, zijn we compleet”. Hierna loopt bewoner B terug<br />
naar de keuken, kijkt even rond, trekt wat kastjes open en dicht en pakt vervolgens opnieuw bestek uit<br />
de la. Groepsbegeleider: “er ligt al bestek, wilt u overal een kopje neerzetten, ik heb thee gezet”.<br />
Bewoner M en B eten hun ontbijt, terwijl de groepsbegeleider een derde bewoner helpt <strong>met</strong> de<br />
ver<strong>zorg</strong>ing.<br />
9.30 Een <strong>zorg</strong>assistent komt de woning binnen via de achterdeur. Ze komt binnen zonder te kloppen.<br />
Ze groet de bewoners die in de huiskamer zijn ieder apart. De groepsbegeleider vraagt of de<br />
<strong>zorg</strong>assistent bewoner J wil helpen <strong>met</strong> de ver<strong>zorg</strong>ing. De <strong>zorg</strong>assistent loopt de kamer van bewoner<br />
J in en zegt: “goedemorgen vriendin, heeft u lekker geslapen? Bent u naar de kapper geweest?”<br />
Bewoner J: “ja” Zorgassistent: “ik zag het al, wat mooi. Ik wil u graag even helpen <strong>met</strong> wassen en<br />
aankleden als u het goed vindt” Bewoner J: “ja hoor” Zorgassistent: “kom maar overeind” De<br />
<strong>zorg</strong>assistent helpt bewoner J naar de badkamer. Nadat bewoner J is ver<strong>zorg</strong>d, helpt de <strong>zorg</strong>assistent<br />
haar naar de huiskamer en smeert een boterham voor haar. Vervolgens verlaat de <strong>zorg</strong>assistent de<br />
woning om elders te helpen.<br />
10.30 De groepsbegeleider helpt bewoner D naar de huiskamer en maakt haar ontbijt klaar. Bewoners<br />
D en J zitten aan tafel en eten hun ontbijt. Bewoner M is klaar <strong>met</strong> eten en zit in de fauteuil bij de<br />
achterdeur. Ook bewoner B is klaar <strong>met</strong> eten, zij is terug gegaan naar haar kamer. Bewoner G loopt<br />
continu rond tussen de huiskamer en de slaapkamers, ze heeft gegeten. Bewoner E ligt nog op bed.<br />
Ze is wakker en heeft al een aantal keer drinken gehad van de groepsbegeleider. Het is rustig in de<br />
woonkamer. De bewoners praten niet of nauwelijks. De achterdeur is dicht. De groepsbegeleider<br />
vraagt of er liefhebbers zijn voor koffie. Bewoner M kijkt op en zegt: “koffie? Lekker”. De<br />
groepsbegeleider ruimt de tafel af, legt een gehaakt wit kleedje op tafel en zet daarop een vaas <strong>met</strong><br />
verse bloemen. Ze zet koffie en gaat vervolgens naar bewoner E om haar te helpen <strong>met</strong> de<br />
ver<strong>zorg</strong>ing. Twee huishoudelijk medewerkers komen de woning via de achterdeur binnen, kloppen<br />
eerst aan. Ze vegen en dweilen de vloer. Praten hierbij <strong>met</strong> de bewoners.<br />
11.00 De <strong>zorg</strong>coördinator klopt op de achterdeur en komt binnen. De groepsbegeleider staat in de<br />
keuken en drinkt een glaasje fris. De <strong>zorg</strong>coördinator blijft in de deuropening staan en vraagt of alles<br />
oké is. De groepsbegeleider zegt dat alles goed gaat, dat iedereen ver<strong>zorg</strong>d is en nu aan de koffie<br />
gaat. De <strong>zorg</strong>coördinator vertrekt weer en doet de deur dicht. De koffie is klaar. De groepsbegeleider<br />
loopt naar de kamer van bewoner B en vraagt of zij de koffie op haar kamer wil, of in de woonkamer.<br />
Bewoner B komt naar de woonkamer en gaat aan tafel zitten. Alle bewoners zitten nu aan tafel.<br />
Bewoner M neuriet. Bewoner B begint dezelfde deun mee te zingen, zachtjes. De groepsbegeleider<br />
zingt de tekst van het lied, waarop bewoners M en B ook hardop beginnen te zingen. Bewoner D<br />
begint nu ook te zingen, ondanks dat zij de juiste woorden niet weet. De groepsbegeleider loopt naar<br />
de cd-speler en zet muziek op; een cd <strong>met</strong> hetzelfde lied.<br />
De groepsbegeleider geeft elke bewoner een kop en schotel en schenkt vervolgens de koffie in. Ze<br />
geeft Bewoner G het melkkannetje en vraagt of de bewoner zelf melk in de koffie wil doen. Dit herhaalt<br />
zich bij bewoners D en B. De groepsbegeleider doet de melk in de koffie van bewoners J en E, die dit<br />
niet zelf kunnen. Bewoner E plukt aan het tafellaken. De groepsbegeleider geeft haar een katoenen<br />
servet en ze laat het tafellaken nu <strong>met</strong> rust. De groepsbegeleider zucht. Bewoner B: “zo, …”<br />
Groepsbegeleider: “ze zeggen wel eens, een zucht geeft lucht, aan …” Groepsbegeleider en bewoner<br />
67