Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Untitled - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Van uitspatting naar uitspanning?<br />
vuurwerk, muziek, kinderspelen als blokjesrapen en sprietlopen en 'moderne' sportactivitei<br />
ten, waaronder gymnastiekuitvoeringen en wieier- en voetbalwedstrijden.<br />
De Oranjefeesten waren daarmee de meest serieuze poging om de kermis te doen verge<br />
ten. Maar er werd meer mee beoogd. Flardinga wilde 'trachten de geheele bevolking der stad<br />
tot een persoonlijke feestvreugde op te wekken, en één te doen zijn, daar zij maar al te goed<br />
weet, hoe vaak er omstandigheden zich voordoen, die afbreuk kunnen brengen aan het ge<br />
voel van saamhorigheid.' 34<br />
Met andere woorden: de Oranjefeesten als bestrijdingsmiddel van<br />
de voortschrijdende verzuiling.<br />
Er was voor Flardinga nog een derde reden voor een grootse opzet van de Oranjefeesten.<br />
Het verdwijnen van de kermis in combinatie met de ligging van Vlaardingen onder de rook<br />
van Rotterdam met haar bioscopen, theaters en danspaleizen, dreigde te leiden tot een ware<br />
exodus van vermaakzoekers naar de grote stad. Deze dreiging bracht Flardinga bij haar eerste<br />
koninginnedagviering tot de oproep 'medewerking te willen verleenen, dat dit feest op waar<br />
dige wijze wordt gevierd, geen enkele wanklank wordt vernomen en het bewijs zal geleverd<br />
worden, dat zoo vaak in twijfel is getrokken, dat de ingezetenen van Vlaardingen ook in eigen plaats<br />
feest willen en kunnen vieren.' 7<br />
' 3<br />
De stedelijke trots was in het geding en Flardinga begreep haar missie. Zo zag de vereni<br />
ging zichzelf graag: als vertegenwoordiger van het algemenebelang van de stad. Die oude door-<br />
en-door liberale droom was echter een valse voorstelling van zaken. Flardinga stond niet bo<br />
ven de partijen, was niet neutraal, zo was al genoegzaam gebleken tijdens de discussie rond<br />
het afschaffen van de kermis. Zij verdedigde de belangen van een politieke stroming, de vrij<br />
zinnigen, en zo mogelijk nog sectarischer, van een belangengroep, de Vlaardingse nering<br />
doenden. Maar deze flirt zou Flardinga niets meer dan een kater opleveren.<br />
De vereniging meende de belangen van de plaatselijke economie het beste te dienen door<br />
het organiseren van de meest uiteenlopende tentoonstellingen. Aanvankelijk ging de aan<br />
dacht nog uit naar de eigenlijke doelgroep, de arbeiders, in de vorm van Floralia-, huisvlijt- of<br />
nijverheidstentoonstellingen. 36<br />
eeuw op het programma. 37<br />
Deze stonden bij de oudere zusterverenigingen al in de 19e<br />
Maar de geringe belangstelling voor de Floralia's 38<br />
en de tegenval<br />
lende kwaliteit van de inzendingen bij de huisvlijttentoonstellingen, door het bestuur be<br />
schouwd als 'geknutsel', 39<br />
deden de vereniging uitzien naar andere tentoonstellingsvormen.<br />
Hier week Flardinga af van haar voorgangers, met een compleet nieuw scala: winkeletalage-,<br />
reclame-, verbruiks- en genotmiddelententoonstellingen. Het belang voor de commercie lag<br />
er duimendik bovenop. Met de vak- en reclametentoonstellingen van 1905 en 1909 moest het<br />
publiek worden getoond 'tot welke hoogen trap de industrie in Vlaardingen gestegen is'. Het<br />
Flardingabestuur voelde aan dat het zich op een hellend vlak begaf. De veredeling van volks<br />
vermaken was met de reclamewedstrijd 'zoo ruim mogelijk opgevat', realiseerde men zich<br />
maar al te goed. 40<br />
34 GAV, 8 E 72, Feestgids voor de verbruiks-, genotmiddelen- en huisvlijttentoonstelling, 24-28 juni 1924.<br />
35 GAV, 8 E 87, Programma der feestviering van Flardinga op 31 Augustus 1904 [cursivering is vet in originele tekst].<br />
36 Dit logenstraft de bewering van Eliêns dat nijverheidstentoonstellingen na 1888 in Nederland niet meer voorkwamen.<br />
Vgl. Titus M. Eliëns, Kunst, nijverheid, kunstnijverheid. De nationale nijverheidstentoonstellingen ah spiegel van de Nederlandse<br />
kunstnijverheid in de negentiende eeuw (Zutphen 1990) 128.<br />
37 Helsloot, 'Verbürgerlichung', 75-83; Helsloot, Vermaak, 82-83; Dekker, 'De Vereeniging', 195-196; A.E. d'Ailly, Zestig<br />
jaren volksvermaak 1871-1931 (Amsterdam 1931) 14-15; Leenders, 'Vereeniging voor Volksvermaken', 262-264.<br />
38 Vgl. GAV, Arch. Flardinga, inv.nr. 2, Notulen 5-10-1923 en inv.nr. 3, Notulen 14-9-1928.<br />
39 Nieuwe Vlaardingsilw Courunt 26-4-1905.<br />
40 GAV, Arch. Flardinga, inv.nr. 12, Jaarverslag 1909.<br />
27