16.09.2013 Views

Untitled - Holland Historisch Tijdschrift

Untitled - Holland Historisch Tijdschrift

Untitled - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Van uitspatting naar uitspanning?<br />

het derde verenigingsjaar wees al vroeg op een onvrede, die werd verwoord door een brief­<br />

schrijver in de Nieuwe Vlaardingsche Courant. Hij deed zijn beklag over de 'leegte' die de kermis<br />

had achtergelaten en over het uitblijven van de 'volmaking der menschheid' die ermee was<br />

beoogd. De zondigheid was simpelweg verplaatst naar andere feesten. 85<br />

Flardinga werd niet<br />

bij name genoemd, maar de strekking van het protest was duidelijk.<br />

In 1909, het oprichtingsjaar van Ons Genoegen, kreeg Flardinga voor 't eerst rechtstreeks<br />

een openbare aanklacht van niet-orthodoxe zijde te verduren, opnieuw via de krant. De brief­<br />

schrijver, die zich nota bene voordeed als een lid van Flardinga, stelde: 'Het volk als men het<br />

zoo noemen wil, is nog precies hetzelfde als voorheen. [...] Van af het eerste Flardingafeest,<br />

heeft men kunnen zien, dat tot slot "Amor" en "Eros" hoogtij vierden.' Er volgde een pole­<br />

miek waarin Flardinga in bescherming werd genomen tegen 'de verdorvenheid van de men-<br />

schelijke natuur, die van elke uitspanning een uitspatting maakt.' Weer een ander meende<br />

dat er wel degelijk sprake was van zedelijke verbetering. Hij prefereerde de 'luidruchtige<br />

nachtelijke zangers' na afloop van Flardingafeesten boven de 'schandelijke zwijnerijen' van<br />

de kermis. De aanstichter bleef'zijn standpunt na lezing van de reacties onverminderd trouw.<br />

Hij merkte op dat het drankmisbruik gewoon doorging, omdat 'dit vocht in flesschen en krui­<br />

ken wordt meêgebracht door de bezoekers'. Dit werd niet ontkend, maar ter vergoelijking<br />

stelde een van de Flardinga-verdedigers 'dat men slechts met moeite zich op het feestterrein<br />

bedrinken kan, daar er de gelegenheid niet toe geboden wordt.' 86<br />

De discussie toont aan dat het vertrouwen in Flardinga onder de achterban niet onverdeeld<br />

groot was. Een deel had blijkbaar alle hoop op zedelijke verbetering van de feestlustigen laten<br />

varen, een ander deel paste de verwachtingen aan de realiteit aan. Frijhoffs typering van cul­<br />

tuuroverdracht als een 'fijnmazig spel van geven en nemen' is hier feilloos van toepassing. 87<br />

De polemiek in de krant stond getuige het gestaag afkalvende ledental niet op zichzelf. Een<br />

breekpunt in de geschiedenis van Flardinga vormt 1909, het jaar waarin de discussie zich vol­<br />

trok. Het vertrouwen in de veredelingspretenties nam zienderogen af, het aantal leden zakte<br />

met ruim honderdvijftig tot onder de symbolische grens van vijfhonderd en bovenal: de con­<br />

currentie diende zich aan. Ons Genoegen, verzamelplaats van ontevredenen, toonde meer re­<br />

aliteitszin door zich - althans in het begin - te richten op fatsoenlijk vermaak in beperkte kring.<br />

Helaas valt niet meer precies na te gaan in hoeverre Ons Genoegen haar leden onttrok aan<br />

Flardinga, omdat de ledenlijst van laatstgenoemde club niet bewaard is. Maar gezien de op­<br />

positierol die Ons Genoegen zichzelf toedichtte en de toenemende ontevredenheid over het<br />

functioneren van de grote zuster, mag gevoeglijk worden aangenomen dat Ons Genoegen<br />

(deels) in dezelfde vijver viste. En dat werd gevoeld door Flardinga. Niet toevallig amper een<br />

jaar na het aantreden van Ons Genoegen klaagde secretaris Geelen over een 'geknakt' ver­<br />

enigingsleven, veroorzaakt door toenemend geldgebrek, 'dat zoo verlammend op den onder­<br />

nemingsgeest werkt'. 88<br />

Flardinga werd blijkbaar niet alleen van buiten bedreigd, zoals cle vereniging de zaken<br />

graag voorstelde, maar ook door interne spanningen. Het zijn dezelfde spanningen die de ou­<br />

dere zustervereniging in Goes (1867-1896) reeds fataal waren geworden. Splijtzwam daar was<br />

de mate waarin men een publieke taak te vervullen had, dan wel zich moest beperken tot ac-<br />

85 Nieuwe Vlaardingsche Courant 23-6, 27-6 en 29-6-1906.<br />

86 Ibidem, 8-9, 11-9, 18-9 en 22-9-1909.<br />

87 W.Th.M. FrijhofT, Cultuur, mentaliteit: illusies van elites? (Nijmegen 1984) 27.<br />

88 GAV, Arch. Flardinga, inv.nr. 12, Jaarverslag 1910.<br />

38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!