LUTHER, ZIJN WEG EN WERK - De Evangelist
LUTHER, ZIJN WEG EN WERK - De Evangelist
LUTHER, ZIJN WEG EN WERK - De Evangelist
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
120<br />
dagen later beëindigde hij zijn colleges over Genesis: “Dit is nu die lieve Genesis.<br />
Onze Heere God geve, dat men het na mij beter doet. Ik ben zwak ik kan niet meer.”<br />
Dat was november 1545.<br />
In januari van het volgend jaar reisde hij naar Eisleben, zijn geboortestad, om te<br />
helpen een oude twist tussen de graven van Mansfeld bij te leggen, daar heel het<br />
graafschap zwaar onder die onenigheid te lijden had. Met een ziek lichaam sleepte hij<br />
zich er heen. Zijn vrouw had alle reden om ongerust te zijn, maar in zijn kostelijke,<br />
laatste, brieven tracht hij haar angst weg te wuiven. Onderweg werden ze opgehouden<br />
door de rivier de Saale, die buiten de oevers was getreden. “Wij kwamen een grote<br />
Wederdoper tegen”, schrijft hij, “met geweldige golven en ijsschotsen, hij probeerde<br />
ons te herdopen. We hebben maar een paar dagen gewacht.”<br />
Te midden van de moeilijke discussies in Eisleben, die dagenlang duurden en hem<br />
afmatten, vindt hij telkens een ogenblik voor een brief naar huis. “Aan mijn lieve<br />
vrouw, Doctores, Directrice van de Wittenberger varkensmarkt (waar Käthe de<br />
biggetjes kocht voor haar boerderij). Lieve Käthe, lees het evangelie van Johannes en<br />
die kleine Catechismus, waarvan je eens zei: “hoe komt het toch, dat daar alles over<br />
mij in staat? Het lijkt wel, of je Gods eigen zorgen op je genomen hebt, alsof God<br />
geen tien Doctor Maartens zou kunnen scheppen, als die ene ouwe in de rivier de<br />
Saale verdronk.... Ik heb een betere Beschermer. Dat is Hij, die in een kribbe lag en<br />
gevoed werd aan de borst van een maagd en zit aan de rechterhand van God, de<br />
almachtige Vader - wees dus maar gerust.”<br />
En ten slotte schrijft hij haar een blijde, rustige brief: het moeilijke werk is volbracht,<br />
de graven zijn met elkaar verzoend, ze gaven elkaar bij een maaltijd aan Luther's tafel<br />
de hand. En de laatste woorden van deze laatste brief zijn als de echo van het refrein<br />
van zijn leven: “Nu zullen we afwachten en zien wat God doet.” Wat dat was,<br />
vermoedde hij wel. “Ik ben hier in Eisleben geboren en gedoopt, misschien moet ik<br />
hier ook sterven”, zei hij tot zijn vrienden.<br />
Slechts een paar uur later stond hij voor een rivier, donkerder en dieper dan de<br />
overstroomde Saale. Eenmaal had hij het woord geschreven: “Als we geloven, zullen<br />
de wateren onder ons wijken en ons niet schaden, maar van ons vlieden. En de golven<br />
boven ons, hoog, alsof ze ons overstelpen zullen, dat zijn de verschrikkingen en<br />
verschijningen van de andere wereld, die in het uur van de dood ons doen vrezen - als<br />
we er geen aandacht aan schenken, maar met sterk geloof doorstappen, zullen we<br />
droogvoets en ongedeerd in het eeuwige leven binnenkomen.”<br />
<strong>De</strong> dag na zijn dood vond men op tafel in de sterfkamer een briefje, waarop hij in het<br />
Latijn een programmatische samenvatting van zijn levenswerk had gekrabbeld:<br />
“Vergilius in zijn herdersgedichten kan niemand verstaan, als hij geen 5 jaar herder is<br />
geweest. Cicero in zijn brieven kan niemand begrijpen, als hij niet 25 jaar in de<br />
politiek heeft gezeten. <strong>De</strong> Heilige Schrift mene niemand voldoende te hebben<br />
geproefd, als hij geen 100 jaar lang met profeten als Elia, Elisa, Johannes de Doper,<br />
Christus en de Apostelen de gemeente heeft geregeerd. Probeer niet, dit goddelijk<br />
heldendicht te begrijpen, maar buig u diep aanbiddend voor Zijn sporen.”<br />
En dan in zijn moedertaal: “Wij zijn bedelaars. Hoc est verum, dat is waar.”<br />
Maar niet daarop komt het aan dat wij bedelaars zijn, maar daarop, dat wij met Luther<br />
geloven in de Vader van Christus, Die de hoop van de zwakken, de troost van de