17.09.2013 Views

LUTHER, ZIJN WEG EN WERK - De Evangelist

LUTHER, ZIJN WEG EN WERK - De Evangelist

LUTHER, ZIJN WEG EN WERK - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Luther het beginsel toegepast, dat hij in zijn “Vrijheid van de Christenmens” beleed:<br />

Een gelovige is een vrij heer over alle dingen en niemands onderdaan, en tegelijk is hij<br />

een gewillige dienstknecht en ieders onderdaan. Vrij in het geloof om te doen en laten<br />

wat hij wil, weet hij zich gebonden in de liefde tot de naaste. <strong>De</strong>ze liefde houdt voor<br />

Luther in: eerbied voor de overgeleverde vormen. Onze verbondenheid met de Kerk<br />

van alle eeuwen vraagt dat wij, waar dat mogelijk is, de Heere prijzen samen met de<br />

vaderen, niet alleen met één hart, maar ook met één mond. Juist immers in de liturgie<br />

zoeken we de gemeenschap der heiligen.<br />

Daarom hield Luther vast aan de gang van de mis, zoals deze zich in de loop van de<br />

eeuwen ontwikkeld had, niet alleen in zijn Latijnse mis van 1523, maar ook in de<br />

Duitse van 1525. Hier en daar vereenvoudigde hij iets, maar in wezen bleef de gang<br />

van de dienst gelijk aan die van de eeuwen. In 1536 schreef een Zwitserse theoloog,<br />

thuis aan de sobere preekdienst van Zwingli gewend, naar huis: Als je hier in de kerk<br />

komt, lijkt het wel of ze nog Rooms zijn.<br />

Maar dat was niet waar. Op één punt zette Luther het mes in de overlevering, zoals we<br />

zagen: in de gebeden, waarin het misoffer aan God wordt opgedragen. Wij leven<br />

alleen uit het volbrachte werk van Christus en behoeven de vergeving, eenmaal aan<br />

het kruis geschonken, niet opnieuw te verwerven, integendeel, we mogen deze gave<br />

van het heil steeds weer uitdelen in Woord en sacrament. Want we hebben niet te doen<br />

met een God Die opnieuw verzoend moet worden, maar met de genadige Vader van<br />

Christus onze Heere. Daarom wil hij de inzettingswoorden van het Avondmaal ook<br />

niet langer fluisteren, ze moeten hardop worden gezongen, want het Evangelie - en dit<br />

“testament van Christus” is het hart van het Evangelie - moet weerklinken met luide<br />

stem, die men buiten hoort: laat de wereld maar vernemen dat het Woord van God tot<br />

danken en zingen stemt. Ook juist tot zingen, ja, en tot musiceren. Zelf schrijft hij<br />

voor deze inzettingswoorden van het H. Avondmaal de muziek, zoals ook voor de<br />

lectio van de Epistels en Evangeliën; straks componeert hij bij een goed deel van zijn<br />

Duitse kerkliederen zelf de melodieën om de gemeente haar deel te geven in de<br />

openbare verkondiging; en wordt daarmede de grondlegger van het gezangboek en<br />

van de protestantse kerkmuziek. Het ging hem daarbij, hoezeer hij de kunst als<br />

zodanig hoogschatte, niet om esthetische motieven. Vrouwe Musica is juist in de<br />

liturgie een dienstmaagd van God, want de muziek is eigenlijk geen mensenwerk,<br />

maar in de volle zin gave van God, een reële levensmacht, die in zeer bijzondere zin<br />

een helpster van de Heilige Geest kan heten, doordat ze de tekst levend maakt en het<br />

levende kleed weeft voor het Woord in verkondiging en loflied. Zo komt God tot ons<br />

in Woord en sacrament, de scheppende God, die nu en hier werkt door zijn Geest.<br />

In zekere zin, zagen we, heeft Luther tegen de liturgische opvattingen van Zwingli en<br />

de spiritualisten dezelfde bezwaren als tegen de Roomse gedachtengang. Ook hier<br />

speelt het eigen werk een rol, en wel in de vorm van de psychologische prestatie, in de<br />

gedachtenisoefening, de herinnering, waarmee de mens zich tracht terug te verplaatsen<br />

in de tijd van Christus' lijden. Ook hier gaat de actualiteit van Gods vrijmachtig<br />

handelen verloren. Wij behoeven niet op de één of andere manier te proberen om van<br />

ons uit tot God te komen, God komt in de activiteit van zijn scheppend Woord tot ons.<br />

Wie het zoekt bij het misoffer of bij het inwendige Woord in eigen hart of in de<br />

menselijke gedachtenisoefening, weigert volledig vertrouwen te schenken aan Gods<br />

wonderdaad hier en nu - de ergste belediging die we God aan kunnen doen.<br />

<strong>De</strong> verkondiging en het Avondmaal schenken aan de mensheid, voor welke Christus<br />

leed, stierf en opstond, niet alleen maar de vrucht van dat verlossingswerk, nee<br />

sterker: zij delen dat verlossingswerk zelf uit, zij doen de gelovigen delen in Christus'<br />

kruis en verrijzenis. In verkondiging en sacrament handelt de opgestane Heere Zelf<br />

97

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!