28.09.2013 Views

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Genesis</strong> 25 Ezau en Jakob<br />

23 En de HEERE zeide tot haar: Twee volken zijn in uw buik, en twee natiën zullen zich uit<br />

uw ingewand vaneenscheiden; en het ene volk zal sterker zijn dan het andere volk, en de meerdere<br />

zal den mindere dienen.<br />

(658) Waarom anders keert Hij de <strong>door</strong> Hem gestelde orde met <strong>op</strong>zet zó om, dan <strong>op</strong>dat wij<br />

zouden weten, dat met voorbijzien van alle waardigheid, Jakob uit genade is verkoren, om erfgenaam<br />

te zijn van de beloofde zegen? (659) God verkiest het hele zaad van Jakob zonder uitzondering, zoals<br />

de Schrift <strong>op</strong> onderscheidene plaatsen getuigt, omdat Hij allen <strong>op</strong> gelijke wijze met dezelfde bewijzen<br />

van Zijn genade heeft verwaardigd, namelijk met het Woord en de sacramenten. (660) Maar steeds was<br />

een andere, bijzondere uitverkiezing van kracht, die in een zeker en beperkt getal mensen wordt samengevat,<br />

zodat God, in de algemene ondergang, bewaarde die Hij wilde. (661) Ezau en Jakob zijn<br />

gelijkelijk deelgenoten geweest van de uitwendige roeping. Hieruit blijkt dat zij <strong>door</strong> Gods verborgen<br />

besluit worden gescheiden, voor wie er een gemeenschappelijke roeping was. (662) Laat dit leerstuk<br />

vast blijven, dat sommigen van de mensen verloren gaan en anderen de zaligheid verkrijgen, en dat de<br />

oorzaak afhangt van Gods verborgen welbehagen. (663) Als Gods uitverkiezing de eerste oorsprong<br />

van heiligheid is, zoekt men te vergeefs in de mensen de grond van de onderscheiding. Zij berust alleen<br />

in Gods wil.<br />

24 Als nu haar dagen vervuld waren om te baren, zie, zo waren tweelingen in haar buik.<br />

25 En de eerste kwam uit, ros; hij was geheel als een haren kleed; daarom noemden zij zijn<br />

naam Ezau.<br />

26 En daarna kwam zijn broeder uit, wiens hand Ezaus verzenen hield; daarom noemde men<br />

zijn naam Jakob. En Izak was zestig jaar oud, als hij hen gewon.<br />

27 Als nu deze jongens groot werden, werd Ezau een man, verstandig <strong>op</strong> de jacht, een veldman;<br />

maar Jakob werd een <strong>op</strong>recht man, wonende in tenten.<br />

28 En Izak had Ezau lief, want het wildbraad was naar zijn mond; maar Rebekka had Jakob<br />

lief.<br />

(664) Er is geen heiliger band van onderlinge overeenstemming dan het huwelijk.<br />

29 En Jakob had een kooksel gekookt; en Ezau kwam uit het veld en was moede.<br />

(665) Jacob had uit eigen beweging zijn uitgehongerde broer te hulp moeten komen. (666)<br />

Omdat het menselijke geslacht, van zijn oorsprong af, verloren en aan het verderf is overgegeven,<br />

worden zij die behouden worden, alleen <strong>door</strong> vrije genade Gods van de ondergang bevrijd. (667)<br />

Daarom worden niet sommigen boven anderen gesteld <strong>door</strong> eigen verdienste, maar omdat allen gelijkelijk<br />

de genade onwaardig zijn, worden zij behouden die God naar Zijn wil heeft uitverkoren. (668)<br />

Dit (woord) van Paulus moet steeds vastgehouden worden, dat niemand boven een ander uitmunt<br />

<strong>door</strong> zijn vlijt of deugd, maar alleen <strong>door</strong> Gods genade. (669) Laten wij hieruit leren, dat allen die God<br />

niet verwaardigt met de genade van Zijn Geest, dierlijk en redeloos zijn, en zo gehecht aan het bouwvallige<br />

leven, dat zij aan het geestelijk koninkrijk van God niet denken. (670) Alle verworpenen blijven<br />

ondergedompeld in de bederfselen van het vlees, maar de uitverkorenen worden <strong>door</strong> de Heilige<br />

Geest vernieuwd, om een maaksel Gods te zijn, geschapen tot goede werken. (671) Er blijft niets anders<br />

over, dan dat alle vlees zwijgt voor het aangezicht des Heeren, en de hele wereld zich met deemoedige<br />

schuldbelijdenis vernedert voor Zijn oordeel.<br />

30 En Ezau zeide tot Jakob: Laat mij toch slorpen van dat rode, dat rode daar, want ik ben<br />

moede; daarom heeft men zijn naam genoemd Edom.<br />

(672) Een aardsgezinde geest hebben wij allen, en als wij onze natuur als leider volgen, zullen<br />

wij gemakkelijk afstand doen van de hemelse erfenis. Laat dus onmiddellijk de aansporing van de<br />

apostel ons voor de geest komen: „Laten wij geen onheiligen zijn, zoals Ezau.‖<br />

31 Toen zeide Jakob: Verko<strong>op</strong> mij <strong>op</strong> dezen dag uw eerstgeboorte.<br />

32 En Ezau zeide: Zie, ik ga sterven; en waartoe mij dan de eerstgeboorte?<br />

33 Toen zeide Jakob: Zweer mij <strong>op</strong> dezen dag, en hij zwoer hem; en hij verkocht Jakob zijn<br />

eerstgeboorte.<br />

60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!