28.09.2013 Views

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Genesis</strong> 2 De schepping van den mens<br />

<strong>Genesis</strong> 2<br />

De zevende dag geheiligd<br />

1 ALZO zijn volbracht de hemel en de aarde en al hun heir.<br />

2 Als nu God <strong>op</strong> den zevenden dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij<br />

gerust <strong>op</strong> den zevenden dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had.<br />

3 En God heeft den zevenden dag gezegend en dien geheiligd; omdat Hij <strong>op</strong> denzelven gerust<br />

heeft van al Zijn werk, hetwelk God geschapen had om te volmaken.<br />

(10) Het zegenen van de zevende dag is niets anders dan de plechtige wijding waarmee God de<br />

genegenheden en bezigheden van de mensen <strong>op</strong> de zevende dag Zich toeeigent. Dit is een heilige roeping<br />

die de mensen aan de beslommeringen der wereld ontrukt en hen geheel aan God toewijdt. (11)<br />

Wel past ons de overdenking van Gods werken gedurende ons hele leven, en hebben wij ons er dágelijks<br />

in te oefenen om de grote goedheid van God, Zijn rechtvaardigheid, kracht en wijsheid, in deze<br />

grote schouwplaats van hemel en aarde <strong>op</strong> te merken, maar omdat mensen minder ijverig zijn dan terecht<br />

is, is elke zevende dag bijzonder uitgekozen om aan te vullen wat aan de voortdurende overdenking<br />

ontbreekt.<br />

De schepping van den mens<br />

4 Dit zijn de geboorten des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten dage als de<br />

HEERE God de aarde en den hemel maakte,<br />

5 En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot;<br />

want de HEERE God had niet doen regenen <strong>op</strong> de aarde, en er was geen mens geweest om<br />

den aardbodem te bouwen.<br />

6 Maar een damp was <strong>op</strong>gegaan uit de aarde en bevochtigde den gansen aardbodem.<br />

7 En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde en in zijn neusgaten<br />

geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.<br />

(12) Mozes vertelt dat de mens oorspronkelijk stof geweest is. Hij had gezegd dat de mens naar<br />

het beeld van God was geschapen. Dit is de hoogste en onvergelijkelijke adel. Opdat nu de mensen<br />

zich daar<strong>op</strong> niet zouden gaan verheffen, stelt hij hun oorspronkelijke afkomst hun voor ogen. (13)<br />

Adam is van Godswege tot bewoner van de aarde gesteld, <strong>op</strong>dat hij <strong>–</strong> terwijl hij zijn tijdelijk leven<br />

daar<strong>op</strong> <strong>door</strong>bracht <strong>–</strong> de hemelse heerlijkheid zou bedenken. Hij is <strong>door</strong> de Heere met ontelbare weldaden<br />

rijkelijk begiftigd, <strong>op</strong>dat hij <strong>door</strong> het genot daarvan Zijn Vaderlijke goedheid zou leren kennen.<br />

8 Ook had de HEERE God een hof geplant in Eden, tegen het oosten; en Hij stelde aldaar den<br />

mens, dien Hij geformeerd had.<br />

9 En de HEERE God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht<br />

en goed tot spijze; en den boom des levens in het midden van den hof, en den boom der<br />

kennis des goeds en des kwaads.<br />

(14) Mozes verhaalt dat de hof van Eden bijzonder verrijkt is geweest met allerlei vruchtdragend<br />

geboomte. En dit is met <strong>op</strong>zet <strong>door</strong> de Heere gedaan, <strong>op</strong>dat de begeerlijkheid van de mens des te<br />

minder verontschuldiging zou hebben, als ze <strong>–</strong> ontevreden met zo‘n bijzondere overvloed van vruchten<br />

en zo‘n genot en verscheidenheid, als hun ten deel viel <strong>–</strong> tegen het bevel van God zich in het verderf<br />

stortten. (15) Met <strong>op</strong>zet verhaalt de Heilige Geest <strong>door</strong> Mozes hoe groot de gelukstaat van Adam<br />

was, <strong>op</strong>dat het boosaardige van zijn onmatigheid des te duidelijker zou uitkomen, omdat zo‘n overvloed<br />

hem niet voldoende kon verzadigen en weerhouden, om aan de verboden vrucht de hand te<br />

slaan. (16) Ongetwijfeld was het een schandelijke ondankbaarheid, dat de mens in zo‘n gelukkige en<br />

gewenste staat niet kon rusten. Ook was zijn lust meer dan dierlijk, dat zo‘n grote overvloed hem niet<br />

kon verzadigen. (17) God wilde dat de mens, zo dikwijls als hij de vrucht van die boom proefde, zich<br />

zou herinneren van Wie hij het leven had ontvangen; dat hij zou erkennen dat hij niet <strong>door</strong> eigen<br />

kracht, maar alleen <strong>door</strong> Gods genade leefde. (18) Door dit teken werd Adam <strong>op</strong>geroepen om zich<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!