28.09.2013 Views

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

Commentaar op Genesis door Calvijn – genummerd - Ds. W. Pieters

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Genesis</strong> 2 Het huwelijk<br />

niets aan te matigen als eigen bezit, <strong>op</strong>dat hij helemaal afhankelijk zou zijn van de Zoon van God 1, en<br />

nergens dan alleen in Hem het leven zou zoeken. Laten wij dus bedenken, dat, als wij ons van Christus<br />

afscheiden, voor ons niets dan de dood overblijft.<br />

10 En een rivier was voortgaande uit Eden om dezen hof te bewateren, en werd vandaar verdeeld<br />

en werd tot vier hoofden.<br />

11 De naam der eerste rivier is Pison; deze is het die het ganse land van Havíla omlo<strong>op</strong>t, waar<br />

het goud is.<br />

12 En het goud van dit land is goed; daar is ook bedólah en de steen sardonyx.<br />

13 En de naam der tweede rivier is Gihon; deze is het die het ganse land Cusch omlo<strong>op</strong>t.<br />

14 En de naam der derde rivier is Hiddékel; deze is gaande naar het oosten van Assur. En de<br />

vierde rivier is Frath.<br />

15 Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden om dien te bouwen<br />

en dien te bewaren.<br />

(19) De mensen zijn geschapen om iets te doen, <strong>op</strong>dat zij niet traag en lui zouden neerliggen.<br />

Daarom is er niets méér in strijd met de orde van de natuur, dan ons leven <strong>door</strong> te brengen met eten,<br />

drinken en slapen, en ons intussen voor te nemen niets te doen. (20) Wie een akker bezit [wij kunnen<br />

dit toepassen <strong>op</strong> de situatie waarin wij verantwoordelijkheid dragen] moet toezien dat hij de grond<br />

<strong>door</strong> zorgeloosheid niet uitgeput laat worden, maar hij moet er zich <strong>op</strong> toeleggen om hem zó aan de<br />

nakomelingen over te leveren als hij hem heeft ontvangen, of nog béter verzorgd. (21) Zullen we<br />

spaarzaam en vlijtig zijn ten <strong>op</strong>zichte van de goederen die God ons te genieten geeft, dan dienen we te<br />

bedenken dat we over alles wat wij bezitten, Gods rentmeester zijn. Dan zullen we ons niet lichtzinnig<br />

gedragen of <strong>door</strong> misbruik bederven wat God wil, dat bewaard wordt.<br />

16 En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk<br />

eten;<br />

17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten<br />

dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.<br />

(22) Als teken van onderwerping wordt aan de mens een wet gegeven. Het verbod van één<br />

boom was een proef van gehoorzaamheid. Zo wilde God van het begin af het hele menselijke geslacht<br />

doen wennen aan de eerbiediging van Zijn Majesteit. (23) Pas dan is ons leven juist ingericht, wanneer<br />

wij God gehoorzamen en wanneer Zijn wil al onze hartstochten beheerst. (24) Zodra Adam afvallig<br />

werd van God, de Bron van het leven, werd hij uitgeworpen uit zijn vorige staat, <strong>op</strong>dat hij zou beseffen<br />

dat zijn leven zonder God ongelukkig en h<strong>op</strong>eloos is, en niets verschilt van de dood. (25) De staat<br />

van de mens na de zonde wordt niet ten onrechte dood genoemd. De gebreken en kwalen, zowel van<br />

de ziel als van het lichaam, waarmee de mens <strong>–</strong> zolang hij <strong>op</strong> aarde is <strong>–</strong> bezet is, zijn als een soort<br />

voorportaal van de dood, totdat de dood zelf hem helemaal <strong>op</strong>slokt.<br />

Het huwelijk<br />

18 Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed dat de mens alleen zij; Ik zal hem een<br />

hulpe maken, die als tegen hem over zij.<br />

(26) Dit is een algemene regel van de roeping van de mens en elk moet het aannemen als tot<br />

hem gesproken: dat de eenzaamheid niet goed is, tenzij God iemand <strong>door</strong> een bijzonder voorrecht van<br />

deze regel uitzondert. (27) Nu God de vrouw bestemt tot hulp voor de man, schrijft Hij niet alleen aan<br />

vrouwen de regel van hun roeping voor, maar spreekt Hij ook uit dat het huwelijk voor mannen werkelijk<br />

de beste steun in het leven is. (28) In de vele ongemakken van het huwelijk <strong>–</strong> die de vruchten<br />

zijn van onze ontaarde natuur <strong>–</strong> blijft toch nog iets over van het goede dat God daarin heeft gelegd, en<br />

<strong>–</strong> als in een uitgedoofd vuur, flikkeren toch tot hiertoe nog de vonken.<br />

1 Ook Augustinus ziet in de boom des levens een voorbeeld van Gods Zoon als het Leven van de mensen<br />

4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!