Bestemmingsplan ''Bedrijventerrein Antoniapolder+” - Hendrik-Ido ...

42
gerealiseerd, is hooguit van marginaal belang als jachtgebied en de beoogde ontwikkeling doet
hier niet of nauwelijks afbreuk aan. Desondanks wordt aanbevolen de bestaande opgaande
beplanting zoveel mogelijk te handhaven.
Vogels
In het plangebied broeden waarschijnlijk verschillende soorten vogels. Alle vogels zijn strikt
beschermd door de Ffw. De huidige interpretatie van de Ffw verplicht rekening te houden met
het broedseizoen van vogels. Dit betekent dat niet met verstorende werkzaamheden begonnen
mag worden in het broedseizoen, tenzij op dat moment door een deskundige is vastgesteld dat
ter plaatse geen broedvogels aanwezig zijn. Het broedseizoen is soortspecifiek, maar loopt
ongeveer van half maart tot half juli. Ontheffing wordt niet verleend. Buiten het broedseizoen
zijn er geen verplichtingen vanuit de Ffw, tenzij jaarrond beschermde vaste verblijfplaatsen
aanwezig zijn. Enkele vogelsoorten (bijvoorbeeld sommige roofvogel- en uilennesten,
roekenkolonies, ooievaar-, huismus- en gierzwaluwnesten) hebben namelijk vaste rust- en
verblijfplaatsen die het hele jaar door beschermd zijn. Mogelijk zijn vaste verblijfplaatsen van
huismus en/of gierzwaluw aanwezig in bebouwing in het plangebied. Indien bebouwing wordt
verbouwd of gesloopt, dient daarom door een deskundige (vooraf) in het veld onderzocht te
worden of deze aanwezig zijn (in de periode mei-juni). Dit geldt ook wanneer op de locatie van
het kantoor bebouwing verbouwd of gesloopt wordt.
Net buiten het plangebied, in de wilgen ten zuidoosten van de insteekhaven langs de
zuidoostrand van het Citadelterrein is een roestplaats van ransuilen aanwezig (bron:
www.waarneming.nl). Deze roestplaats is geen nestplaats voor de ransuilen, maar een
slaapplaats waar de uilen jaarlijks in ongeveer de periode juli t/m maart aanwezig zijn. Het gaat
hier doorgaans over een klein groepje ransuilen, waarschijnlijk het broedpaar met uitgevlogen
jongen dat verder zuidelijk van de roestplaats in een conifeer in een particuliere tuin langs de
Rietbaan broedt (bron: schrift. med. Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Dordrecht).
Roestplaatsen van ransuilen worden niet zonder meer aangemerkt als vaste rust- en
verblijfplaatsen als bedoeld in artikel 11 van de Ffw. Van een vaste rust- of verblijfplaats als
bedoeld in artikel 11 van de Ffw is sprake wanneer dieren daar met enige frequentie gebruik
van maken of er zich regelmatig ophouden om in een essentiële levensfunctie te voorzien. Dat
betekent dat een soort voor zijn duurzame voortbestaan in belangrijke mate afhankelijk moet
zijn van een dergelijke locatie. Daarbij geldt dat het verwijderen van rustplaatsen alleen
ontheffingsplichtig is, indien deze van groot belang zijn voor de functionaliteit van vaste
verblijfplaatsen van de betreffende soort, doordat er onvoldoende alternatieven voorhanden
zijn. In dergelijke gevallen zijn dus niet de rustlocaties zelf beschermd; van belang is of effecten
optreden ten aanzien van de vaste verblijfplaats. De ransuilen van de roestplaats bij het
plangebied (en ook het broedpaar om te roesten en om te broeden (bron: schrift. med. Natuur-
Wetenschappelijk Centrum, Dordrecht). Een ontheffing is dan ook niet nodig. Desalniettemin
wordt geadviseerd:
de bouwwerkzaamheden op het Citadelterrein uit te voeren in de periode dat de ransuilen
niet op de roestplaats aanwezig zijn (april t/m juni); de dieren hebben fysiek dan geen last
van de werkzaamheden;
de uitvliegzones vrij te laten van bebouwing (dit kan eenvoudig gezien de aanwezigheid van
de insteekhaven tussen de roestplaats en het Citadelterrein).
Bestemmingsplan “Bedrijventerrein Antoniapolder +”
Toelichting
Ontwerp