20.06.2014 Views

Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek ... - Saltro

Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek ... - Saltro

Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek ... - Saltro

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

25 Prostaat- en mictieklachten<br />

25.1 Inleiding<br />

Bemoeilijkte mictie wordt omschreven als een verandering <strong>van</strong> de mictie die leidt tot klachten<br />

als het moeilijk op gang komen <strong>van</strong> de mictie, een zwakkere straal, moeilijk te bedwingen aandrang,<br />

minder goed uitplassen en een toegenomen mictiefrequentie overdag en ‘s nachts.<br />

Voor gegevens over pathofysiologie en epidemiologie wordt verwezen naar de NHG-Standaard<br />

Bemoeilijkte mictie bij oudere mannen. 1<br />

25.2 Ter opsporing <strong>van</strong> een onderliggende urineweginfectie: nitriettest, dipslide<br />

(kweek)<br />

Bij alle patiënten wordt de urine onderzocht op tekenen <strong>van</strong> een urineweginfectie. Begonnen<br />

wordt met de nitriettest. Een negatieve nitriettest moet gevolgd worden door een urinekweek<br />

door middel <strong>van</strong> een dipslide of laboratoriumkweek.<br />

Achtergrondinformatie bij de bepalingen<br />

Bij een urinekweek bij patiënten zonder mictieklachten is de kans op een fout-positieve uitslag<br />

groter. Voor meer achtergrondinformatie zie hoofdstuk 32 Urineweginfecties.<br />

Referentiewaarden<br />

Zie hoofdstuk 32 Urineweginfecties.<br />

25.3 Bij het vermoeden <strong>van</strong> een nierfunctiestoornis: creatinine<br />

Bij algehele malaise, bij recidiverende urineweginfecties in korte tijd of bij aanwijzingen voor<br />

retentie wordt het creatininegehalte bepaald. Met behulp <strong>van</strong> de formule <strong>van</strong> Cockcroft en<br />

Gault kan vervolgens de klaring worden berekend (zie hoofdstuk 23 Nieraandoeningen).<br />

Achtergrondinformatie bij de bepalingen en referentiewaarden<br />

Zie hoofdstuk 23 Nieraandoeningen.<br />

25.4 Diagnostiek prostaatcarcinoom: prostaatspecifiek antigeen<br />

Indien de huisarts bij het rectaal toucher aan de prostaat een asymmetrische vorm, een onregelmatige<br />

consistentie of harde noduli bemerkt, bestaat een vermoeden <strong>van</strong> prostaatcarcinoom.<br />

De bepaling <strong>van</strong> het prostaatspecifiek antigeen (PSA) heeft een zeer beperkte waarde<br />

omdat bij een verhoogde waarde de diagnose niet zeker is en een normale waarde de diagnose<br />

niet uitsluit. Voor een zekere diagnose is verwijzing naar de tweede lijn voor nadere diagnostiek<br />

nodig.<br />

Alleen in de volgende situatie kan een PSA-bepaling in de eerste lijn zinvol zijn. Bij patiënten<br />

met een vermoeden <strong>van</strong> een prostaatcarcinoom, een levensverwachting <strong>van</strong> minder dan tien<br />

jaar en klinische aanwijzingen voor metastasen vergroot een PSA-waarde >50 ng/ml de kans op<br />

76<br />

© 2006, NHG/NVKC/SAN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!