Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek ... - Saltro
Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek ... - Saltro
Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek ... - Saltro
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
27 Reumatoïde artritis<br />
27.1 Inleiding<br />
De diagnose reumatoïde artritis wordt vooral op klinische gronden gesteld. Laboratoriumonderzoek<br />
heeft voor het stellen <strong>van</strong> de diagnose weinig betekenis. Terwijl de huisarts vaak<br />
patiënten ziet met gewrichtsklachten, is er maar zelden spraken <strong>van</strong> reumatoïde artritis.<br />
Voor epidemiologie en pathofysiologie <strong>van</strong> reumatoïde artritis zie de NHG-Standaard Reumatoïde<br />
artritis. 1<br />
27.2 Diagnostiek reumatoïde artritis: reumafactor<br />
Een verhoogde concentratie IgM-reumafactor (IgM-RF) is volgens de richtlijnen <strong>van</strong> de American<br />
College of Rheumatology één <strong>van</strong> de zeven criteria voor het stellen <strong>van</strong> de diagnose reumatoïde<br />
artritis. 2 Alleen als er op grond <strong>van</strong> anamnese en lichamelijk onderzoek serieuze reden is<br />
om aan reumatoïde artritis te denken, kan de aanwezigheid <strong>van</strong> reumafactoren de diagnose<br />
verder ondersteunen.<br />
Bepaling <strong>van</strong> de antiperinucleaire factor of de Waaler-Rose-test heeft geen toegevoegde waarde.<br />
Bepaling <strong>van</strong> de antistreptolysinetiter (AST) heeft geen zin in het kader <strong>van</strong> de diagnostiek <strong>van</strong><br />
reumatoïde artritis. Ook bepaling <strong>van</strong> de C-reactieve proteïne (CRP) heeft geen voordelen (zie<br />
hoofdstuk 2 Algemeen onderzoek). Gezien de lage voorafkans en de lage specificiteit heeft bepaling<br />
<strong>van</strong> de BSE slechts een geringe toegevoegde waarde voor de diagnostiek <strong>van</strong> reumatoïde<br />
artritis. Bepaling <strong>van</strong> de BSE kan soms wél bijdragen aan de differentiatie tussen reumatoïde<br />
artritis en artrose.<br />
De bepaling <strong>van</strong> antistoffen tegen cyclisch citrullinepeptide (anti-CCP) is veelbelovend. In verschillende<br />
laboratoria wordt deze test al in de eerste lijn gebruikt.<br />
Achtergrondinformatie bij de bepalingen<br />
Reumafactoren komen ook in de normale populatie voor. Bij juveniele reumatoïde artritis is<br />
slechts 10% <strong>van</strong> de patiënten positief, bij volwassenen stijgt dit tot 70%. Op individueel niveau<br />
is de voorspellende waarde gering: een positieve bevinding bewijst reumatoïde artritis niet, en<br />
een negatieve bevinding sluit de aandoening niet uit. Bij een voorafkans <strong>van</strong> 1% op reumatoïde<br />
artritis is de voorspellende waarde <strong>van</strong> een positieve test op reumatoïde artritis (uitslag >20<br />
kIU/l) 14%, hetgeen betekent dat zes <strong>van</strong> de zeven testuitslagen fout-positief zijn. Bij een voorafkans<br />
<strong>van</strong> 50% is de voorspellende waarde <strong>van</strong> een positieve uitslag 94%. Bij een nog hogere<br />
voorafkans is de voorspellende waarde <strong>van</strong> een negatieve testuitslag onvoldoende om reumatoïde<br />
artritis met voldoende zekerheid uit te sluiten. 1<br />
De sensitiviteit <strong>van</strong> de anti-CCP-bepaling ligt in verschillende onderzoeken tussen 50 en 70%;<br />
de specificiteit ligt tussen 95 en 97%. 3-6 Er zijn relatief weinig fout-positieve uitslagen.<br />
Referentiewaarden<br />
IgM-RF (latexfixatietest of immunochemisch) positief >25 IU/ml.<br />
82<br />
© 2006, NHG/NVKC/SAN