Kleine kinderen grote kansen

Recommendations

Info

4.1 om dit te ondervangen. Bovendien lijkt het niet mogelijk alle basiscompetenties te verwerven of te versterken in de stages. Contact met ouders wordt hier als een voorbeeldprobleem aangehaald. Daarom pleit de EVALO-commissie met urgentie voor het invoeren van een formele periode van structurele aanvangsbegeleiding die een continuüm vormt van de opleiding en onder de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid valt van lerarenopleidingen en werkgevers. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen basiscompetenties en startcompetenties (Departement voor Onderwijs en Vorming, 2013). Met het oog op de professionalisering van kleuterleraren die kwetsbare kinderen gelijke leer- en ontwikkelkansen bieden, vragen we dat: • Startcompetenties geen gereduceerde lijst worden van basiscompetenties waardoor uitdagingen slechts worden opgeschoven naar de periode van aanvangsbegeleiding. • Niet het geheel aan competenties, maar élke afzonderlijke competentie en deelcompetentie opgevat wordt als een continuüm waarvoor (ten minste) de fundering wordt gelegd tijdens de lerarenopleiding. • De lerarenopleiding een blijvende verantwoordelijkheid opneemt tijdens de aanvangsbegeleiding om de integratie van theorie en praktijk te ondersteunen. ‘Coaching on the job’ of duale leerroutes waarbij beginnende leraren bijvoorbeeld gedurende een jaar hun startcompetenties kunnen bijspijkeren en 1 dag per week doorbrengen in de context van de lerarenopleiding, zijn mogelijke pistes. • De pedagogische begeleidingsdiensten actief worden betrokken bij de aanvangsbegeleiding. • De ondersteuning van het continuüm van professionalsering ook na de periode van formele aanvangsbegeleiding structurele inbedding krijgt. Zowel pedagogische begeleidingsdiensten als lerarenopleidingen kunnen hier een rol in opnemen. 4.1.5 De lerarenopleiders Uit het EVALO-onderzoek blijkt dat opleidingsverantwoordelijken en lerarenopleidingen over het algemeen aangeven dat de professionalisering van lerarenopleiders en mentoren laag is. Gebrek aan tijd, ruimte en aanbod lijken daartoe bij te dragen (Valcke e.a., 2012). De EVALO- Commissie (Departement voor Onderwijs en Vorming, 2013) pleit daarom voor het uitwerken van een kader “waarbinnen aandacht is voor de opleiding van lerarenopleiders (initiële opleiding, aanvangsbegeleiding en professionalisering), het kwalificatieniveau (waarbij de vraag aan de orde moet komen in welke mate het zelf gevolgd hebben van een lerarenopleiding een vereiste zou moeten zijn) en noodzakelijke specifieke competenties.” 135
4.1 Voornamelijk met betrekking tot de noodzakelijk competenties pleiten we voor de aandacht aan het integreren van diversiteitscompetenties op zowel opleider – als instellingsniveau. Congruent opleiden is hier noodzakelijk om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen. Enkel lerarenopleidingen die zelf de pedagogisch-didactische methoden, reflectieve houding en praktijkonderzoek voorleven zijn immers authentiek en gelegitimeerd om dit te verwachten van hun studenten. Dit is bovendien een vakoverstijgende verantwoordelijkheid van de gehele lerarenopleiding. Enkel zo kan omgaan met diversiteit en sociaal-culturele ongelijkheid een plaats krijgen in de kern van het curriculum. Met het oog op de professionalisering van kleuterleraren die kwetsbare kinderen gelijke leer- en ontwikkelkansen bieden, raden we aan dat: • Competenties inzake omgaan met diversiteit en sociaal-culturele ongelijkheid een expliciete plaats krijgen op zowel het niveau van de individuele opleiders als de lerarenopleidingen. • Congruent opleiden als kwaliteitskenmerk wordt opgenomen bij de evaluatie van lerarenopleidingen. 136
Page 2 and 3:
HOE KLEUTERLERAARS LEREN OMGAAN MET
Page 4 and 5:
©Emmanuel Crooÿ
Page 6:
en kinderarmoede, en aanbevelingen
Page 9 and 10:
2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 2.5
Page 11 and 12:
Samenvatting Kinderarmoede en socia
Page 13 and 14:
©Emmanuel Crooÿ
Page 15 and 16:
Beschrijving van het onderzoek De u
Page 17 and 18:
©Emmanuel Crooÿ
Page 19 and 20:
1.1 Kinderarmoede & onderwijs in Vl
Page 21 and 22:
1.1 Average position in distributio
Page 23 and 24:
1.1 van kansarme kinderen te verhog
Page 25 and 26:
1.2 ruimte binnen het Vlaamse overh
Page 27 and 28:
1.2 een Nationaal Kinderarmoedebest
Page 29 and 30:
1.2 een schooleigen visie inzake ge
Page 31 and 32:
1.3 Investeren in jonge kinderen vi
Page 33 and 34:
1.3 Hierbij leggen de onderzoekers
Page 35 and 36:
1.3 bijhorende kant-en-klare oploss
Page 37 and 38:
©Emmanuel Crooÿ
Page 39 and 40:
2 Op basis van Vlaamse en internati
Page 41 and 42:
2 Verfijning in criteria Elk van de
Page 43 and 44:
2.1 Armoede zien en diversiteit pos
Page 45 and 46:
2.1 minderheidsgroepen. Dit is ook
Page 47 and 48:
2.1 46
Page 49 and 50:
2.1 Hoe? Met MijnPortret maakt de b
Page 51 and 52:
2.2 Werken aan kwaliteitsvolle inte
Page 53 and 54:
2.2 vraag kunnen stellen. Samenwerk
Page 55 and 56:
2.2 De bouwstenen voor samenwerking
Page 57 and 58:
2.2 ©Emmanuel Crooÿ 56
Page 59 and 60:
2.2 1. Hoe krijg je een beeld van d
Page 61 and 62:
2.2 ouders en de buurt nodig. Een r
Page 63 and 64:
2.2 “Op een morgen bracht ik mijn
Page 65 and 66:
2.2 “Ik vind het ook noodzakelijk
Page 67 and 68:
2.2 Interacties met kinderen: een w
Page 69 and 70:
2.3 DISCO - screeningsinstrument
Page 71 and 72:
2.3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. De c
Page 73 and 74:
2.4 Tools of the mind Metropolitan
Page 75 and 76:
2.4 2.4.2 Diversiteit optimaal benu
Page 77 and 78:
2.4 De talentenarchipel Een tool va
Page 79 and 80:
2.4 De Boomgaard? Puur natuur! Aanl
Page 81 and 82:
2.4 2.4.3 Omgaan met meertaligheid
Page 83 and 84:
2.4 Zweden experimenteert met een p
Page 85 and 86: 2.4 www.meertaligheid.be Samenwerki
Page 87 and 88: 2.4 De competentie ‘Diversiteit i
Page 89 and 90: 2.5 concrete en duurzame acties opz
Page 91 and 92: 2.5 ©Emmanuel Crooÿ “De ouders
Page 93 and 94: ©Emmanuel Crooÿ
Page 95 and 96: 3 Op basis van de visie en daaruit
Page 97 and 98: 3 DIVA - Diversiteit In Actie Een o
Page 99 and 100: 3.1 een omslag in de visie 3.1.1 De
Page 101 and 102: 3.2 Een opleidingsdidactiek die de
Page 103 and 104: 3.2 komstige leraren: wie ze kunnen
Page 105 and 106: 3.2 het overbruggen van de theorie-
Page 107 and 108: 3.2 we hierboven aangaven kan refle
Page 109 and 110: 3.2 weinig tot geen ervaring opdoen
Page 111 and 112: 3.2 Dit is ook nodig voor initiatie
Page 113 and 114: 3.3 matig door te trekken in de eva
Page 115 and 116: 3.5 Competenties van lerarenopleide
Page 117 and 118: 3.5 het instrument vanuit de compet
Page 119 and 120: 3.6 Werkwijze Via de werkwijze wil
Page 121 and 122: 3.6 dellijk te reflecteren over mog
Page 123 and 124: 3.6 gerelateerd zijn zorgt er voor
Page 125 and 126: 3.6 2. Pedagogisch-didactische voor
Page 127 and 128: 3.6 3. De plaats van competenties v
Page 129 and 130: ©Emmanuel Crooÿ
Page 131 and 132: 4.1 Implicaties voor het onderwijsb
Page 133 and 134: 4.1 • De aanvangsdiagnostiek gepa
Page 135: 4.1 De professionele rol van mentor
Page 139 and 140: 4.2 samenwerking en afstemming tuss
Page 141: 4.2 4.2.4 De verschoolsing van de k
Page 144 and 145: De Mets, J. (2013). Van eiland naar
Page 146 and 147: Nicaise, I. (2011). Het Gelijke Ond
Page 148 and 149: van Keulen, A., Malleval, D., Mony,
Page 150 and 151: Armoede zien en diversiteit positie
Page 152 and 153: ‘Werken aan kwaliteitsvolle inter
Page 154 and 155: Diversiteit integreren in het total
Page 156 and 157: Omgaan met meertaligheid 9. 10. De
Page 158: Maatschappelijke verantwoordelijkhe
show all

Kleine kinderen grote kansen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?