Kleine kinderen grote kansen
Kleine kinderen grote kansen
Kleine kinderen grote kansen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.1<br />
een omslag in de visie<br />
3.1.1 De maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid van de<br />
lerarenopleiding<br />
Willen lerarenopleidingen kleuterleraren afleveren<br />
die in staat zijn om met krachtige leeromgevingen<br />
te creëren waarin kleuters gelijke leeren<br />
ontwikkelings<strong>kansen</strong> krijgen, dan dienen ze<br />
dit in de eerste plaats te beschouwen als hun<br />
maatschappelijke verantwoordelijkheid.<br />
Om deze verantwoordelijkheid te kunnen realiseren<br />
moet ze onderschreven en uitgedragen<br />
worden door àlle betrokkenen binnen de lerarenopleiding<br />
en een plaats krijgen binnen àlle<br />
opleidingsonderdelen. Er is met andere woorden<br />
nood aan een gewijzigde curriculumvisie, die<br />
omgaan met diversiteit een plaats geeft in de<br />
kern (Van Avermaet & Sierens, 2010, 2012; Van<br />
Avermaet, 2013).<br />
3.1.2 Omgaan met diversiteit in de<br />
kern van het curriculum<br />
Nog al te vaak wordt aan de competenties voor<br />
omgaan met diversiteit, en omgaan met kinderarmoede<br />
in het bijzonder, een plaats gegeven<br />
in de periferie van het curriculum (Van Avermaet<br />
& Sierens, 2010, 2012; Van Avermaet,<br />
2013). Denk maar aan initiatieven zoals een<br />
lessenreeks over kansarmoede, de week van<br />
de armoede, een optionele stage rond huiswerkbegeleiding<br />
bij kansarme <strong>kinderen</strong>. Deze –<br />
eerder geïsoleerde – activiteiten trekken vooral<br />
studenten aan die al diversiteitscompetenter<br />
zijn. Dergelijke initiatieven kunnen zinvol zijn<br />
in het aanreiken van kennis over kansarmoede<br />
en de leefwereld van kansarme gezinnen. Dit is<br />
een goede en zelfs een noodzakelijke opstap.<br />
Maar indien de ontwikkelde inzichten en vaardigheden<br />
geen impact hebben op de mentale<br />
structuren en het dagelijkse handelen van alle<br />
toekomstige leraren blijven deze een maat voor<br />
niets. In sommige gevallen worden stereotypen<br />
en vooroordelen zelfs versterkt (Van Avermaet<br />
& Sierens, 2012; Van Avermaet, 2013). Omgaan<br />
met kinderarmoede en omgaan met diversiteit<br />
in het algemeen wordt dan gereduceerd tot een<br />
verzameling van randfenomenen, inhouden die<br />
worden toegevoegd aan het curriculum, een<br />
afzonderlijk stel aan te leren houdingen, een<br />
projectweek of een extra bundel materialen die<br />
vaak onder de verantwoordelijkheid vallen van<br />
een selecte groep ‘diversiteits-positivo’s’.<br />
De algemene tendens van het curriculum en het<br />
ingrijpen op de basishouding, die de fundering<br />
vormt voor omgaan met kwetsbare <strong>kinderen</strong> en<br />
waaraan binnen elk domein van de opleidingspraktijk<br />
kan gewerkt worden, blijft helemaal<br />
buiten schot (Van Avermaet & Sierens, 2012; Van<br />
Avermaet, 2013). Een dergelijke perifere benadering<br />
beschouwt diversiteit dan ook eerder als<br />
een abnormaliteit terwijl diversiteit en sociaalculturele<br />
ongelijkheid – zeker in (groot)stedelijke<br />
contexten – kenmerken van elke ‘normale’ klas<br />
zijn. Alle leraren hebben dan competenties nodig<br />
om armoede te (h)erkennen en om <strong>kinderen</strong><br />
die in armoede leven optimale ontwikkelings<strong>kansen</strong><br />
te bieden (VLOR, 2013).<br />
98