Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.<br />
LandbouwOnderzoek (LO)<br />
5.1 Inleiding<br />
Het LandbouwOnderzoek heeft tot doel de productiviteit,<br />
het concurrentievermogen, de kwaliteit en de<br />
duurzaamheid in de land- en tuinbouw te stimuleren.<br />
De onderzoeksprojecten hebben een collectief karakter<br />
omdat ze gericht zijn op de bevordering van de sector en<br />
niet op het oplossen van problemen van individuele landen<br />
tuinbouwbedrijven. De projecten worden uitgevoerd<br />
door onderzoeksploegen van de Vlaamse universiteiten en<br />
hogescholen, onderzoeksinstellingen en praktijkcentra.<br />
De subsidiëring van het LandbouwOnderzoek werd in<br />
2001 overgeheveld naar de Gewesten. In Vlaanderen<br />
werd het beheer en de opvolging van het programma<br />
LandbouwOnderzoek opgedragen aan het <strong>IWT</strong>. Nadat<br />
enkele jaren met een overgangsregeling is gewerkt, heeft op<br />
18 februari <strong>2005</strong> de Vlaamse Regering haar goedkeuring<br />
gegeven aan een nieuw reglementair kader voor de<br />
projectmatige financiering van het toegepast collectief<br />
onderzoek voor de land- en tuinbouwsector (verschenen in<br />
het Belgisch Staatsblad van 01.07.<strong>2005</strong>). In tegenstelling<br />
met de overgangsfase waarin het LandbouwOnderzoek<br />
zich tot nu toe bevond, zal de steunverlening voortaan<br />
gebaseerd zijn op een meer permanente regeling.<br />
Een belangrijk punt van deze regeling is dat voor elke aanvraag<br />
een gebruikerscommissie moet samengesteld worden die<br />
een representatieve vertegenwoordiging moet zijn van de<br />
land- en tuinbouwsector waartoe het project zich richt. De<br />
Vlaamse overheid betoelaagt 92,5% van de aanvaardbare<br />
projectkosten en de overige 7,5% dient bijeengebracht<br />
te worden door de leden van de gebruikerscommissie.<br />
Ook bedrijven uit de agro-voedingsindustrie moeten mede<br />
instaan voor de cofinanciering. De gebruikerscommissie<br />
komt om de zes maanden samen voor de opvolging en<br />
eventuele bijsturing van het project. Een project kan<br />
goedgekeurd worden voor maximaal 4 jaar, met een<br />
tussentijdse evaluatie na 2 jaar.<br />
De in de Vlaamse land- en tuinbouw erkende praktijkcentra<br />
vormen binnen dit steunprogramma een specifieke groep<br />
van innovatie-actoren. Omwille van het belang van de<br />
praktijkcentra voor de verdere ontwikkeling van de landen<br />
tuinbouwsector werd in het nieuw reglementair kader<br />
een projecttype gedefinieerd dat kan omschreven worden<br />
als praktijkonderzoek. Dit is onderzoek dat op korte<br />
termijn een oplossing wil bieden aan voor de land- en<br />
tuinbouwsector relevante problemen, alsook het bundelen<br />
en vertalen van kennis naar voor de praktijk direct<br />
bruikbare toepassingen. De evaluatiecriteria werden ook<br />
aangepast om met het specifiek karakter rekening te houden.<br />
Zo weegt voor het praktijkonderzoek de doelmatigheid<br />
van de onderzoeksaanpak en/of het probleemoplossend<br />
vermogen van het project sterker door in de beoordeling<br />
dan bijvoorbeeld de originaliteit/creativiteit of het<br />
innovatiepotentieel van het project. Daarenboven heeft de<br />
Vlaamse minister bevoegd voor Wetenschap en Innovatie<br />
besloten om jaarlijks 25% van de budgettaire middelen<br />
voor het <strong>IWT</strong>-programma LandbouwOnderzoek prioritair<br />
te besteden aan het praktijkonderzoek, op voorwaarde<br />
uiteraard dat deze projecten kwalitatief voldoende goed<br />
bevonden worden (MB van 13 juni <strong>2005</strong>).<br />
5.2 Oproep 2004-<strong>2005</strong><br />
In afwachting van de beslissing door de Vlaamse Regering<br />
werd aan het <strong>IWT</strong> de opdracht gegeven de oproep 2004-<br />
<strong>2005</strong> voor projectvoorstellen te lanceren volgens de in het<br />
ontwerpbesluit voorziene procedures. Volgens de opgelegde<br />
kalender werden eind oktober 2004, 73 projectaanvragen<br />
ingediend voor in totaal € 44 miljoen aan gevraagde<br />
steun. Deze projectaanvragen werden volgens hun<br />
onderzoeksdiscipline ter evaluatie voorgelegd aan colleges<br />
van deskundigen, samengesteld uit onafhankelijke experten<br />
uit binnen- en buitenland. Aan elk college namen ook<br />
vertegenwoordigers van de Vlaamse landbouwadministratie<br />
deel, met name voor de beoordeling van de relevantie van<br />
de projectvoorstellen voor de land- en tuinbouwsector in<br />
Vlaanderen.<br />
Op 21 april <strong>2005</strong> heeft de Raad van Bestuur haar<br />
goedkeuring gehecht aan de gevolgde procedure en de selectie<br />
van de projectvoorstellen. Met de voorhanden budgettaire<br />
enveloppe van € 9 602 000 kon steun verleend worden aan<br />
26 nieuwe projecten. De doelstelling om minimum 25%<br />
van deze middelen te besteden aan projecten van het type<br />
praktijkonderzoek wordt ruim gehaald. Voor elk van de<br />
26 gesteunde projecten kon tijdig een gebruikerscommissie<br />
samengesteld worden die zal instaan voor de cofinanciering<br />
van 7,5% van de aanvaardbare projectkosten.<br />
Uit de onderstaande figuur blijkt dat bijna de helft (49%)<br />
van de toegekende steun naar de Vlaamse instellingen<br />
van hoger onderwijs gaat. De onderzoeksinstellingen die<br />
zich richten op specifieke toepassingen voor de landen<br />
tuinbouwsector (Centrum voor Landbouwkundig<br />
04 44