inleiding

C 41 )rechten van den mensch, is en blyft de grondilagvan beduur zo lang, tot dat door gelyk hoog ge*zach als 't zelve verleend is, of vernietigd of veranderdworde, naar maate, na onderzoek van debelangens van de polder, geoordeeld zal wordenten- meeste nutte oirbaar te zullen zyn.. De beduurderen van bovengem: Polder vindenzig dus verpligt, zo lang nog 't beduur daarvandoor hun moet üitgeoeffend Worden, zo veel mogelykaftekeeren al 't geen voor dezelve polderen de daar in deelhebbende Ingelanden zoukunnen nadeelig zyn, en zullen dan ook door dezehunne handelwyze alleen toonen, dat zy vryzyn van alle de onheilen, die door feitelyke daadenvan een zig opgeworpen hebbend gezachzullen veroorzaakt worden, daar zy niet voomeemenszyn, al wierd dat zogenaamd Committé Revolutionairzelfs niet onderfteund door de FranfcheWapenen, zo als op andere plaatzen gefchiedis, voor hun gebruik te maaken van een gedeeltevan de rechten van den Menfch, t: w: dezelfs verdediging, of het recht van den fterkste,terwyl zy openlyk verklaaren geen deel tehebben aan alle de gevolgen, die er zullen produceren, indien 't zelve beftuur moet overgebragtof aan hun ontzegt worden door een CommittéRevolutionair, dat zy niet eens weeten, uit welkeperzoonen 't zelve beftaat, op welke authoriteit't zelve gezag kan' uitoeffenen, dat zy dus in't geheel niet kennen, even min als het CommittéCentraal van infurrectie, waar van insgelyks geenede minfte wettigheid aan hun is komen teblyken, die hun bevoegd zou kunnen doen zyn,om op derzelver ordre en gezach hun beftuurpver te laaten aan die geenen, welke zonder deC 5min-