inleiding

C 7 )der landen beflendig zo kwamen te worden, dathet dragen der lasten tot onderhoud nauwlyks gevoeltwierd, nu vastelyk vertrouwden, en zigniet anders hadden kunnen voordellen, dan dathun laatst omdagtig adres aan UL: ook 't laatdezou geweest zyn, en geenzints zo kort. daar opweder'door een nader zou hebben moeten gevolgdworden.Dan dat een keten van moeijlykheden, waar vande eene fchakel thans by aanhoudenheid den anderefchynt te volgen, hun telkens noodzaakendevoor de belangens van gem: polder en coufervatievan deszelfs rechten in de bres te fpringen , zy danook nu wederom, fchoon bewust van de onaangenaamheid,welke zulks voor UL: zal komen opteleveren, en waar van 't gevoel hun niet mindertreft, zig verpligt vinden, hunne toevlugt weder,even als tc vooren, tot UL: te moeten neemen,cn 't geval, waar in zy thans gebragt zyn, op 'teerbiedigst aan UL: voor te dragen.Dat zy dus , hoewel huiverig, doch echterovertuigt, dat gylieden de billykheid daar van methun zult penetreren en uit dien hoofde gereedelykverfchoonen, indien zy zo vaak ULr: wigtiger bezighedenzo verveelend komen interrumperen ;daarom ook weder met alle fiducie de vryheidneemen zig tot UL: te wenden, te meer daartoch de recurfus adprineïpem nimmer kan of maggeweigerd worden, en deze de eenige weg is, dievoor hun openblyft, zal men, gebragt wordendein termen van noodzaakelykheid om tegen te gaanof dreigende nadeelen, of zodanige ufurpatien opeen anders gezach en directie, waar door alle geregeldeorde van zaaken noodwendig zou komengerenverfeert te worden, volgens de rechten vanden