inleiding

C 33 ).terwyl de fuppln: daar en tegen uit eene extraordinaireomflag, na afloop van 't zelve werk, aanden lande jaarlyks zouden reftitueren en aflosfeneene fomma van ƒ 5000 gl. tot zo lang gem: opgefchootegelden geheel zouden zyn afgedaan, dandat de omftandigheden van tyden en de verergerdeHaat van 's polders financie, veroorzaakt zo doorde cxccsfive duurte van alle de benodigde materiaalei!en voor al 't hout, als door de onaan°-enaamefituatie, waar in dezelve by 't overlydenvan een voorig penningmeefter gebragt is, en waaruit dezelve waarfchynlyk niet dan door middelenvan regten ten minste gedeeltelyk zal kunnen geredworden, terwyl het intermediair gemis vandie gelden, de bekrompenheid van 's polders kasmet weinig vergroot, waar by dan noch komt devolflrckte onmogelykheid om thans op eenigerleiwyze, zelf niet met de zwaarfte intrest, eene geringe, laat ftaan, zo eene groote fomme gelds'te'kunnen krygen als er nodig zou zyn om een werkvan dat aanbelang te beginnen en af te maaken;een werk, waar van in dit prasfente tyddip misfchicnde kosten een alterum tantum hooo-er zullenloopen, dan ten tyde van 't prafenteren vander fuppln: cerfte Request, en waar door de daarby met zo veel menagement, en voor den landemet zo weinig bezwaar verzogte hulp, tegenwoordigniet toereikende zou zyn ter aanbrenging vanzodanig foulaas, als nodig is om de totaale ruienvan de polder te voorkomen; thans eene zo grooteverandering hebben te weeg gebragt, dat zyzig, hoe ongaarne ook, gedwongen vinden in opzigtevan de te verzoeken fubfidie af te wyken vanhun voorig Request, en dezelve naar maate vanderzelver tegenwoordigen nood aan UL: voor tedragen.D a £