inleiding

C 37 )Dat Jan vander Wisfel hem daar op toevoegde,dat hy den Secretaris van Oudorp tot waarueemingvan dat werk hadt ontbooden, alzo hyoordeelde daar toe bevoegd te zyp: Dat dezelveSecretaris tc kennen gaf. dat hy met^de aandellingyan den Rcquirant, waar op deeze zig beriep,niets te doen had.Dat vervolgens de veiling een aanvang genoomenhebbende, gemelde Secretaris de Conditiënheeft voorgcleezen, en de Koe No. i. te koopgeprefenteerd.Dat daar op bod gedaan zynde door den Rcquiranten gemelde Secretaris byde is opgeroepen,dat hy Requirant vervolgens openlyk te kennengaf, dat hy als veilder van de Schermecr door deHoogde magt van Holland aangedeld zynde aldaarzig bevond, om zyn post waartencemen, verzoekendedaar in niet verhindert tc mogen worden,maar dat men hem liet uitoefenen het werk, datzyn post van hem vorderde: Dat gemelde Secretarisovergaande tot het veilen van een tweede Koe,de Requirant heeft geprotcdcerd van daadclykeverhindering in de waarneeming in zyn post vanveilder, en verklaard, dat hy alle verdere handelingenen prsetcnfe veiling , door iemand andersals door hem gedaan wordende, hield voor onwettig, nul, en van geener waarde, aan zig behoudende,om deswegens zyne klagt in te brengendaar, en zo als hy zou te raade worden. Datgemelde veiling alzo zynde afgeloopen, dc Requirantvraagde aan Pieter Pooland, of hy den volgendedag niet insgelyks zoude veiling houden,waarop deeze antwoordde, dat hy Requirant daarmeede niet te doen had.Dat zy Getuigen, den volgende dag, den 13Oc-